38. Onbekend
Plotseling kreeg ik mijn gehoor weer terug. ‘Carlisle, wat is er aan de hand?!’ riep Morgan bezorgt. Ik voelde dat ik op iets zachts lag, een bank? Een bed? Wat was er gebeurd? Ik zakte weg alsof ik flauwviel, maar dat kon niet, dat is een soort van slapen en dat was onmogelijk. Even alles op een rijtje zetten; Ten eerste werkten andere gaves niet meer op mij. Ten tweede voelde ik me steeds slechter. En ten derde viel ik flauw, hoe kon dit? Ik probeerde mijn ogen te openen, maar het lukte niet. Het voelde zo raar. Ik probeerde mijn mond te open, wat ook niet lukte. Wat is er aan de hand?! ‘Carlisle, alsjeblieft zeg dat ze wakker wordt’ smeekte Morgan. ‘Ik weet niet hoe dit kan Morgan, dit is onmogelijk’ zei Carlisle. Iemand pakte mijn hand, waarschijnlijk Morgan. Ik moest een teken geven dat ik ze hoorde. Ik kon gelukkig de kracht krijgen om mijn hand te bewegen. ‘Isla?’ vroeg Morgan. Ik kon niet antwoorden. Mijn hand bewoog niet meer dus hoopte dat dit ging werken. Ik dacht aan de zin ‘Ik hoor jullie’ en probeerde het in de lucht te schrijven in vuur met mijn gave. ‘Kijk’ hoorde ik Morgan zeggen. Dat betekende dat ze het zagen. ‘Ze hoort ons, Isla? Weet je wat er is gebeurd?’ vroeg Morgan. Ik schreef; Nee, maar het voelt raar. Wat had ik moeten doen als ik deze gave niet had. ‘Carlisle verzin iets, Isla wat voel je?’ vroeg Morgan. Wat ik voelde? Lichamelijk niets, maar mijn hoofd deed pijn. Ik besloot ‘Hoofdpijn’ te schrijven. Om dit met mijn gedachten te doen deed pijn. ‘Ze heeft hoofdpijn?’ vroeg Morgan verbaasd. Ik hoorde iemand binnen lopen. ‘Ze opent zo haar ogen’ zei Alice. Gelukkig, dan was ik weg uit dit donker. En Alice had gelijk, toen ik dit dacht begon ik te knipperen met mijn ogen. ‘Isla, gelukkig!’ zei Morgan en hij omhelsde me. Ik wist niet meer wat ik moest doen, mijn hoofdpijn werd steeds erger. Maar vampiers konden geen hoofdpijn krijgen, ik snap er helemaal niets meer van. ‘Carlisle? Hoe kan ik zo’n hoofdpijn hebben?’ vroeg ik. ‘Ik weet het niet Isla, dit heb ik nog nooit meegemaakt, wat voelde je allemaal’ vroeg Carlisle. ‘Eerst krijg ik zwarte vlekken voor mijn ogen en toen hoorde ik niets meer, lichamelijk had ik nergens last van maar mijn hoofd begon te bonken en het wil maar niet stoppen!’ vertelde ik. Carlisle keek me bedenkelijk aan. ‘Ik zou het niet weten Isla’ zei hij uiteindelijk. ‘Maar ik wil van die hoofdpijn af’ mompelde ik. Pijn, toen herinnerde ik me iets waar ik nooit aan wou denken, mijn dorst. ‘Ik ga even jagen, misschien gaat het dan wel over’ zei ik. ‘Ik ga mee’ zei Morgan. ‘Nee, ik wil even alleen zijn’ zei ik en drukte een kus op zijn mond. Ik rende naar buiten, het bos in. Al snel zag ik een hert lopen. Ik rende maar voordat ik me op het hert wou storten zakte ik in elkaar. De hoofdpijn werd erger en de zwarte vlekken kwamen terug. ‘help’ fluisterde ik zacht. ‘Dat helpt niet echt hé Isla?’ zei een onbekende stem. ‘Wie ben jij?’ vroeg ik met pijn in mijn stem. ‘Ach, aangezien je toch niet blijft leven kan ik je het wel vertellen. Ik ben Kitlyn, hoogste rang in de wacht van de Volturi’ vertelde ze. ‘Volturi? Wat is je gave dan? Mensen laten flauwvallen?’ vroeg ik terwijl de pijn toenam en mijn zicht langzaam verdween. ‘Bij jou wel, normaal worden mensen niet meer wakker uit mijn gave, ze gaan een pijnlijke dood tegemoet als ik dat wil, maar jij ontwaakte eruit. Daarom moet ik mijn opdracht maar zo vermoorden, met de hand’ vertelde Kitlyn. ‘Waarom moet ik dood?’ vroeg ik, ik voelde dat ik mijn stem straks niet meer kon gebruiken en mijn gehoor werd ook steeds minder. ‘Je bent te krachtig, en je word nog krachtiger als ik je niet dood. Aro wou je bij zijn wacht, maar aangezien je dat had geweigerd kom ik je doden’ zei ze lachend. Ik voelde een voet op mijn buik en ik schoot weg tegen een boom. Dit was mijn kans. Ik had getraind de tijd te stoppen en een naam te denken ertussendoor, daardoor bleef diegene wakker. Maar het is pas een keer gelukt. Ik opende met pijn mijn ogen en stopte de tijd. Kitlyn bleef stilstaan, gelukkig. Ik had overal pijn. Ik had de tijd dan wel gestopt, maar mijn zintuigen bleven als toen ik ze stopte. Ik stond met moeite op en liep op het hert af. Ik zoog hem leeg, zo kreeg ik meer energie en hield ik gemakkelijker mijn ogen open. Terwijl de tijd stopte had ik aan Morgan gedacht. Misschien was het wel gelukt. Op een strompelt tempo kroop ik naar het huis. Ik kon mijn ogen openhouden, maar lopen ging te moeilijk. Toen ik bij het huis aankwam zag ik iemand bewegen, zou het toch gelukt zijn? ‘Morgan…’ vroeg ik met veel pijn. Hij keek op. ‘Isla! Wat is er gebeurd?!’ vroeg hij maar het was al te laat, mijn ogen vielen opnieuw dicht.
Reageer (5)
I don't like the voltori!
1 decennium geledenniet lief!
1 decennium geledenomg
1 decennium geledensnel verder!!!
snel evder
1 decennium geledenhij is kei spannend
vanavodn meer
Oeee spannend..
1 decennium geledenStomme Volturi! Nu heb je haar pijn gedaan(N)