Foto bij 35

Van zo dichtbij zag Jenova dat er een soort mist in Saphira's oogbollen zat, alsof haar ogen schuilgingen achter een dunne sluier.
Jenova's vader zette haar op de grond en knielde naast zijn vrouw neer. Hij riep Saphira's naam zonder resultaat, legde toen een hand op de schouder van het meisje en schudde haar zachtjes, angstig heen en weer.
Er gebeurde niets.
Achter hen klonk onrustig gemompel van de dorpelingen. Ze zagen niet wat Jenova en haar ouders wel konden zien, maar ze wisten dat er iets niet in de haak was. Enkelen van het begonnen hardop te bidden, om de kwade geesten op afstand te houden. Een potige man ... Charlie, een van de dorpsoudsten... deed een stap naar voren en gebood Jenova's ouders met hun sochter naar huis te gaan.
'Er hangt kwaad in de lucht,' zei Charlie. 'Het is niet goed om zo laat nog buiten te zijn. 's nachts behoort de wereld aan de doden toe.'
Jenova's vader keek haar moeder aan. Zwijgend wisselden ze een vragende blik. Jenova's moeder aarzelde en knikte toen. Samen tilden ze Saphira op, die niet bewoog en geen enkele emotie liet zien. De twee hielden haar tussen zich in keken haar aan alsof ze een of andere vreemd diertje was dat ze hadden gevangen. Toen sloeg Jenova's moeder haar beide armen om het meisje en liep terug naar het dorp, terwijl ze haar uiterste best deed om haar angst en onzekerheid te verbergen.
Jenova's vader keek zijn vrouw na, zijn gezicht vertrokken van bezorgdheid. Toen keek hij naar zijn oudste dochter, die met een bleek gezicht stond te huiveren. Hij slikte moeizaam, omhelsde haar kort en duwde haar toen zacht voor zich uit. Jenova wist dat wat er met Saphira was gebeurd haar schuld was. Met weerzin liep ze achter haar moeder en het Saphira achtige ding aan dat de plek van haar zusje had ingenomen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen