1. Dingen gaan nooit volgens plan
Enjoy and leave comments!
Voor zo lang als ik mij kan herinneren, kan ik deze schepsels zien. Ik weet niet waarom ik ze kan zien. Ik weet niet of het een gift of een vloek is. Alles wat ik weet is dat de dag dat ik deze schepsels kon zien, was de dag dat ik de dood ontsnapte.
Ik was vier toen het gebeurde. Het was een normale dag, ik was net klaar met de kleuterschool en mijn moeder zou met mij naar het park gaan. Maar, de sociale vrouw die mijn moeder was, was mijn moeder in gesprek en het ongeduldige meisje dat ik was, besloot ik om de weg over te steken. En toen gebeurde het.
Ik werd geraakt door een bus.
Ik zou dood moeten zijn. De meeste kinderen die geraakt worden door een bus die 65 km/h gaat, gaan dood, maar ik niet. In plaats daarvan verliet ik de volgende dag het ziekenhuis met niet meer dan een paar gebroken botten. De doktoren waren verbaasd dat ik zo’n erg ongeluk overleefde met een paar kleine verwondingen. Ze deden elke mogelijke proef om te kijken waarom dit gebeurde. Ik zou dood moeten zijn, of tenminste in coma moeten liggen met ernstige verwondingen, maar dat was ik niet. Ik was het wonder kind.
Ik had de dood overleefd.
Maar vanaf toen zag ik deze schepsels, in mijn dromen. Ze begonnen als schaduwen die op de loer lagen in de hoeken van mijn verstand. Toen de dagen maanden werden, veranderden ze. Ze veranderden, de vorm aannemend van dier-achtige schepsels, en later in mensen. Sommigen waren onmogelijk mooi, met een melk witte huid en ijs blauwe ogen, terwijl anderen meer op mensen leken maar konden veranderen in deze dieren.
Eerst dacht ik er niet over. Het was gewoon mijn fantasie die op hol sloeg en mij bang wilde maken. Het was pas vanaf mijn twaalfde dat ik deze schepsels in het echte leven zag. Niets dat mij in gevaar bracht, gewoon iets dat ik vanuit mijn ooghoek zag of buiten mijn raam ‘s nachts.
Wat vreemd is, is dat ik niet geloof in bovennatuurlijke wezens. Zombies, weerwolven, vampiers en demonen. Ik geloof niet dat deze echt zijn. Ze zijn gecreëerd in de literatuur om ons bang te maken.
Het is pas recent dat deze schepsels proberen aan te vallen. Ze doden mij niet, ze deden mij een beetje pijn en maakten mij bang. Ik heb geen idee waarom zij mij pijn willen doen, ik heb hen nooit wat aangedaan. Waarom zouden schaduwen mij pijn willen doen? Ja, het zijn de schaduwen die mij pijn doen, niet de beesten of de mensen. Die zijn waarschijnlijk te bang om mij aan te vallen of misschien wachten ze met aanvallen en zijn de schaduwen slechts hun pionnen in dit spel. Ik weet niet wat er gebeurt. Ik probeer de dag door te komen zonder pijn te hebben of dood te gaan.
Maar dingen gaan nooit zoals ik ze plan. Mijn meest recente aanval: nu net, tijdens mijn krantenwijk.
Reageer (1)
Je kan mooi schrijven ^-^
1 decennium geledenHet lijkt me wel een interessant verhaal.