Flashback...
Beetje niets zeggend plaatjes....
Reacties AUB?
‘Robert, ik moet wat vertellen.’ Bang keek ik hem aan.
‘Lieve schat jij kan mij alles vertellen, ik houd altijd van je.’ Ik had mijn handen in de zijne en hij keek me liefdevol aan.
‘Ook als ik mezelf al heel lang heb voorgedaan als iemand anders?’
‘Hoe bedoel je dat?’ verbazing was met gemak in Roberts ogen te lezen.
‘Ik ben geen mens, ik ben een vampier.’ Zei ik zo zacht dat hij naar we toe moest komen met zijn hoofd.
Toen het tot hem doordrong wat ik zei keek hij verbaasder dan eerst. Zijn mond leek wat te zeggen maar er kwam geen geluid uit. Hij was sprakeloos. Ik keek naar beneden zodat hij niet meer in mijn ogen kon kijken en ik hem niet meer hoefde aan te kijken.
Hij liet mijn handen los. Ik was bang dat hij zou gaan schreeuwen en wegrennen. Maar dat deed hij niet. Hij pakte mijn kin en draaide daardoor mijn hoofd zo dat ik hem in de ogen moest kijken.
‘Ik hou van je’ was alles wat hij zei voor hij me een zoen gaf.
Toen hij eindelijk stopte met uitbundig zoenen zei hij: ’Waarom hoor ik dit nu pas?’
‘Omdat eigenlijk niemand het mag weten.’ Mijn antwoord was loom en zacht, ik was nog in de zevende hemel van zijn geweldige kus.
‘Waarom niet? Zijn er meer vampieren? Zijn ze gevaarlijk?’ hij sloeg bijna door.
‘Rustig! Ik zal alles nu vertellen maar blijf rustig.’ Het moest kalmerend klinken. ‘Ja er zijn meer vampieren, en ook een groep die boven alle anderen staan. Zij zijn de gene die ervoor zorgen dat de vampieren niet zomaar alles en iedereen uitmoorden, want dat kunnen we makkelijk.’ Bij de laatste woorden vertrokken Roberts ogen. Niet heel veel, maar voor mij duidelijk zichtbaar, ging hij zelfs achteruit.
‘Niet dat ik dat doe!’ verdedigde ik mezelf.
‘Maar andere dus wel?’
Shit! Hij luistert te goed. ‘Ja eigenlijk wel. Maar de Volturi zorgt er altijd voor dat de groepen niet te groot worden of te veel mensen vermoorden.’
Hij keek me vragend aan.
‘De Volturi is die groep mensen waar ik het net over had.’ legde ik uit.
Hij knikte begrijpend. ‘Maar waarom vertel je dit dan toch?’
Ik kroop naar hem toe en fluisterde met mijn hoofd vlak voor het zijne: ‘Omdat ik zielsveel van je houd.’ Wat hij kon, kon ik vast ook en ik drukte mijn lippen op de zijne.
Even ging hij erin mee maar hij brak het eerder af dan zonet. Weer maakte zijn mond woorden zonder geluid. ‘Ik heb zo veel vragen, maar weet niet waar te beginnen.’
‘Bij het begin’ zei ik schouder ophalend.
Reageer (1)
Snel verder!!!
1 decennium geleden