I was here.
Verward keek ik naar het kleine briefje dat tussen mijn duim- en wijsvinger geklemd zat. De kleine tekst maakte van mijn hoofd een grote chaos van verwarring en onwetendheid. Drie dagen geleden prikte eenzelfde blaadje op mijn T-shirt, in de kleedkamer. Ik was toen van het principe dat het een fan was die stiekem mijn kleedkamer was binnengeslopen. Maar nu waren we doorgereisd naar Amerika, en je gaat me niet vertellen dat éen fan heel de wereld afreist voor een stom briefje op mijn spullen te plakken. “Tom, kom je nog?” Ik knikte, en liep op het podium op. Het briefje dwarrelde in het rond en bleef liggen voor een meisje op de eerste rij. Mijn ogen schieten over haar lichaam. Ze staat gewoon stil, te staren naar mijn gitaar, die ik als een teddybeer tegen mijn lichaam druk. Ze is ongeveer een meter zestig. Blond haar, nou ja blond. Het is meer wit. Bruine ogen, en een felle streep goud in haar haar. Zou zij het zijn? Misschien. Wie weet. Éen tel te laat zet ik in, en zie de bassist raar naar me kijken. Ik haal verontschuldigend mijn schouders op en zucht. Zet het van je af Tom. Liedjes gaan voorbij, ik bespeel mijn gitaar op automatische piloot. Bill heeft gedurende het concert al een paar bezorgde blikken naar me toe geworpen. Natuurlijk, hij merkt altijd alles. Mijn blik gaat weer naar het meisje op de voorste rij. Ze is weg. Een gillende bakvis is in haar plaats komen staan. Met een intens gevoel van verdriet loop ik bij de eerste pauze het podium af, meteen gevolgd door mijn tweeling. “Tom, wat is er?” Ik schud mijn hoofd en loop de kleedkamer binnen. Verbaasd kijk ik naar het briefje dat op mijn flesje water plakt. Diezelfde drie woorden. Diezelfde rode lippen. Ze heeft het weer gedaan. Als het een zij is. Stel je voor, een man. Nee Tom, het is een vrouw. “Is hier iemand binnengeweest tijdens het concert?” Vraag ik aan de bewaker, die zijn hoofd schud. Natuurlijk, dat was te denken. “Drie, twee, één! Het podium op jongens!” Gilt onze manager helemaal hysterisch. Eenmaal ik weer op mijn plaatsje sta, laat ik mijn ogen de zaal nog eens scannen. Geef het op Tom, je vind haar wel bij het volgende concert. Ik speel onze songs, probeer vrolijk te kijken bij In Die Nacht, en ga daarna weer mokkend het podium af. Ik wil haar vinden! “Tom verdorie, zeg wat er is!” Gilt Bill zodra we in de geluidsdichte kleedkamer staan. “Er is helemaal niks, of toch niks waar jij je neus in moet steken.” En toen was er die gekwetste blik. Shit. Natuurlijk heb ik dat weer voor. “Bill sorry, ik vertel het je wel. Maar niet nu.” Hij knikt, en ik kan de tranen in zijn ogen zien blinken. Oh man, heel slim zeg. Ik sla op mijn benen, en mijn tweelingbroertje plaatst zich op mijn schoot, waarna ik hem stevig knuffel. Hij is mijn alles, maar soms moet hij leren dat ik niet alles kan vertellen. Ookal hadden we dat beloofd aan elkaar. Na een snelle douche raap ik al mijn spullen bij elkaar om ze in een hoekje te dumpen. Er is nog een meet en greet, waar ik totaal geen zin in heb. Maar wie weet zit het meisje er bij. Al die stomme twijfels, ik word er gek van. Een vijftal meisjes stappen de kamer in. Zo ook het meisje met de bruine ogen en de gouden streep in haar haar. Als ze voor me staat begint ze hard te gillen en in het rond te springen van geluk. Hoe rustig ze tijdens het concert was, des te druk was ze nu. Zij lijkt me niet echt het type om anonieme briefjes omhoog te hangen. Een half uur lang moeten we naar het gekwebbel van de meisjes luisteren, waarvan ik overigens de namen al van vergeten ben. “Het is tijd om te gaan.” Dank je, Saki. Pruilend gaan de meisjes weg. “Hup jongens, de bus in!” “Maar David, ik ben moe.” Zeurt onze drummer die zonder genade naar buiten gesleept word. Geschokt blijf ik stilstaan. Daar, aan de bus. “Hé wacht!” Een meisje met hetzelfde witblonde haar staat aan de bus. Voor haar hangt een briefje. Hét briefje. Haar blauwe ogen staren me geschrokken aan. “Hallo Tom.” “Wie ben jij?” Verbijsterd staar ik haar aan. “Sharona.” Een charmante glimlach speelt rond haar lippen. “Je hebt me dus toch gevonden.” Ik knikte, te verwonderd van haar schoonheid dat ik de kracht niet had om te antwoorden. “Waarom?” wist ik uiteindelijk uit te brengen. Weer die glimlach. Slechts twee seconden moest ik wachten. Haar lippen op de mijne.
Reageer (1)
Aaaaaaaaaaah, dit dit dit.. zo mooooi ^^ Echt waar twas echt super super super lief en mooi geschreven en echt zo moooi.. I think i'm in love ^^ aaah, kben er nie goe van xd looooooove you xx
1 decennium geleden