Deel 1
Verwonderd bestudeer ik zijn gezicht. Het eerste dat me opvalt is zijn extreem witte huidskleur, bijna onmenselijk. Ik kan me nog goed herinneren dat Andy vorig jaar helemaal zonverbrand thuis kwam van zijn vakantie in Italië. Het duurde een week, maar daarna was hij mooi gebruind. Het stond hem geweldig. Sinds een maand is dat helemaal veranderd. Hij weigert de zon in te gaan en is soms zo bleek dat hij bijna dood lijkt. Zijn volle lippen staan in een glimlach, iets wat ik ook nog maar zelden te zien krijg, en zijn heldere ogen kijken me nieuwsgierig aan. Ongemakkelijk kijk ik van hem weg. Hoe moet ik hem mijn vraag nou stellen. Ik heb het al zo vaak geprobeerd uit hem te krijgen, maar hij weigert erover te praten. Volgens hem is er niets aan de hand. “Andy”, vraag ik voorzichtig. Zijn mond vertrekt iets wanneer ik de stilte verbreek. “Ja?” Zijn stem klinkt nors. “Nu je weggaat…” In mijn hoofd formuleer ik de vraag zorgvuldig. “Ga je me missen?” Niet precies de vraag die ik wilde stellen, maar het komt wel in de buurt. Andy lijkt zijn woorden te overdenken. Dat kwetst me. Kan hij niet gewoon zeggen dat hij me gaat missen. Is dat zo moeilijk? “Ja”, zegt hij uiteindelijk
Er zijn nog geen reacties.