(5) Jagen
Iets meer dan een kwartiertje laten waren we er. Bella en Edward begonnen elkaar prompt te kussen. Ik staarde hen verbaasd aan.
“Ze hebben met deze boot hun huwelijksreis gemaakt”, verklaarde Jasper, toen hij mijn blik zag. Ach zo, dacht ik. Maar nu hadden we wel haast. Aro zou ongeduldig zijn als Jane hem iets had laten weten.
“Instappen”, zei Carlisle. Iedereen stapte op de boot. Edward startte de boot, en we vertrokken. Voor een mensending ging het best snel. Intussen belde Carlisle naar zijn vrouw Esmé om te zeggen dat alles in orde was. Esmé was blijkbaar opgelucht. Ik concentreerde me op haar. Hmm, een moederlijk type blijkbaar.
Vele uren later kwamen we in Italië aan. Er waren intussen bijna twee dagen verstreken, met al dat moeizame geren en die rustpauzes.
“Een mens zou over alleen dat stuk met de boot al een maand doen”, grinnikte Edward. Hè bah, waarom kon hij dat zomaar zonder beperkingen? Maar goed, dat maakte niet uit. Nog drie uur voor de zon zou opkomen, en de tocht naar Volterra duurde nog minstens een half uur, waarschijnlijk langer.
“Vincenza?”, vroeg Carlisle. “Heb je er problemen mee als wij even gaan jagen?”
“Jullie kunnen gaan, maar Alice, Jasper en Theresa blijven hier”, zei ik.
“Mag Jasper niet even mee?”, vroeg Alice. “Hij heeft honger. Ik blijf wel gewoon hier.”
“Goed dan, maar kom zo snel mogelijk terug.” Verdomme, waarom moesten ze nu perse allemaal gaan jagen? Ik had ook honger hoor.
“Vincenza, waarom gaan we niet gewoon met z’n allen jagen? Jij hebt ook honger. En dan weet je meteen of het mogelijk zou zijn voor jou je jachtpatroon aan te passen en bij ons te komen wonen.”
“Willen jullie echt dat ik bij jullie kom?”, vroeg ik verbluft. Iedereen knikte. Ik was echt stomverbaasd.
“Maar je zal je dan moeten aanpassen aan onze gewoonten”, zei Carlisle. “En wij jagen niet op mensen.”
“Ik wil best, en ik wil ook nu mee gaan jagen, maar ik kan niet jagen terwijl ik iemand vasthoud.”
“Laat me dan los. Ik beloof dat ik niet zal ontsnappen.”
“Ik ook”, zei Jasper, en keek naar zijn zus. Die knikte aarzelend.
“Goed dan, als we ergens zijn waar we kunnen jagen laat ik haar los”, stemde ik in. “Maar als jullie me bedriegen komt de Volturi jullie hele familie straffen.”
“Afgesproken”, knikte Carlisle.
Er zijn nog geen reacties.