The Guillotine

"Wel." zegt de koningin op dreigende toon. "Ben je familie van me?" vraagt ze. "Dat denk ik niet, ik heb namelijk geen rijke familie." antwoordt Lola bang. "Oh. Dus je bent niet mijn oudere zus?" vraagt ze. "Nee, zeker niet." antwoordt Lola. Ze zegt iets tegen de bewaking en de bewaking sleept ons allemaal naar een kamer. De kamer is leeg, op ons en de bewaking na. "Blondine. Hier." zegt een bewaker. Lola schuifelt zacht naar de bewaker toe en grijpt haar arm. De bewaker loopt met Lola de deur uit en ik zie de koningin arrogant vanaf haar troon op ons neerkijken. De deuren worden weer dicht gedaan en van buitenaf op slot gedaan. "Gaan ze haar verhoren?" vraagt Aimey. Aimey klinkt voor het eerst eens bezorgd. "Ik denk het." zeg ik, "Maar ik heb een slecht voorgevoel. John, Drew probeer hieruit te komen door je onderdanigheid in de strijd te gooien." John en Drew knikken en lopen naar de deur, waar ze beiden kloppen. "Afblijven!" schreeuwt een zware stem. Er wordt een deur open gegooid, maar aan de achterkant van de kamer. Een bekende man komt binnen. "Fijn jullie weer te zien." zegt hij. "Ben ik eens even blij dat die 'heks' me geholpen heeft. Jullie zijn in haar illusie gevangen. Jullie zijn niet ver weg van mij geweest sinds jullie bij dit dorp aankwamen. Ik heb haar gebruikt zodat ze jullie hierheen lokte." zegt de persoon. "Maar dat is.." klinkt Aimey opgewekt. "Degene die je verkocht!" schreeuw ik kwaad, "Dat is Geoffrey." John en Drew staan nog bij de deur maar komen nu aangesneld. "Jullie zijn heel stout geweest." zegt Geoffrey. "STERF TOCH!" schreeuw ik. "Nou, nou. Niet zo gemeen." lahct hij. Ik loop naar hem toe, terwijl hij me verbaasd aanstaart. "Wat is e-" begint hij. Maar ik stomp hem al in zijn gezicht, waardoor hij op de grond valt. Ik kom bovenop hem zitten en klauw mijn handen rond zijn nek. "Ik herhaal; sterf!" zeg ik. Hij kijkt me vies aan en ik kijk vies terug. Hij slaat me van zich af en staat rustig op. "Wat een warm welkom." zegt hij schor. Ik kruip van hem weg en sta op. "Wat doen ze met Lola?" schreeuw ik. "De koningin heeft nogal problemen met haar grote zus, Eloïse. En aangezien Lola op de koningin lijkt denkt mevrouw de Koningin dat het haar zus is. Ze weet het toch niet zeker, aangezien ze haar zus op jonge leeftijd al heeft verbannen. Het koninginnetje heet trouwens Jonha. Jonha heeft de troon niet geërfd maar opgeëist, door Eloïse te verbannen." lacht hij. "Maar ze denkt dat Jonha terug is om de troon te stelen van haar, maar het is Lola." "Wat gaat ze met Lola doen?" vraag ik. "Waarschijnlijk vermoorden." grinnikt hij. "..nee.." denk ik. Ik ren door de deur waar Geoffrey uit kwam en ren gangen door. Uiteindelijk kom ik bij een tuin en ik zie rechts van mij een groot hek en daarachter een plein. Het plein is al bijna vol met mensen en ik zie een guillotine boven de mensenmassa uitsteken. "Lola." schreeuw ik. Ik ren snel naar het hek en probeer erover te klimmen. De punten bovenaan het hek steken in mijn kleren en lichaam, maar ik ben vastbesloten Lola te redden. "LOLA!" schreeuw ik vanaf het hek. Ik zie een blond meisje, De koningin, opkijken. Ik ren over het plein door de mensenmassa en klim op de verhoging waar de guillotine op staat. De koningin staat ook op de verhoging en een bewaker heeft Lola vast. "Zodra je de kans krijg, maak je haar af." zegt Jonha, de koningin, tegen een bewaker. Ik grijp een mes uit de zak van de beul en haal uit naar de bewaker. Zijn harnas weert het mesje af, dus besluit ik iets anders te doen. Ik zal de koningin gijzelen. Ik haal nogmaals uit naar de bewaker die verschrikt nog een stap naar achter zet en van de verhoging afval. Dan draai ik naar de koningin en grijp haar arm, waarna ik haar naar mij toe trek en het mes op haar keel druk. "Laat ons allemaal gaan, of jij gaat eraan." fluister ik in haar oor. Ik zie tranen over haar wangen lopen. "Het is nog maar een kind, ze denkt niet na over haar daden." zegt de wijze ik binnenin mij. Ik zucht. "Laat ons gaan en ik laat jou gaan." zeg ik. Ze knikt onopvallend en roept tegen de bewakers dat ze mijn vrienden naar de grens van het dorp moeten brengen. "Braaf meisje." zeg ik.