De schilder en zijn meesterwerk
Genre: -
Titel: De schilder en zijn schilderwerken
Aantal woorden: 5302
Type: Stand Alone
Inleiding: Sterre is 21 en een hele goede schilder. Na 1 jaar samenwonen, heeft haar vriend Nathan verteld dat hij een ander meisje had gevonden en bij haar wegging. Haar wereld stortte in en ze zocht een uitvlucht. Zij vond deze en begon met schilderen. Maar elk schilderij heeft z’n eigen verhaal. Daar zou Sterre snel genoeg achterkomen.
Liedje: The Painter - Neil Young





Sterre Pov
Ik streel voor de laatste leer met de penseel over het doek heen. De finishing touch. Ik leg mijn kwast op mijn palet en veeg mijn handen af aan mijn schort. Nog even bestudeer ik het doek en doe dan mijn schort uit, hang deze op en ga dan mijn verf en kwasten schoonmaken en opruimen. Genoeg geschilder voor mij vandaag. Als ik alles heb opgeruimd, loop ik naar het doek toe en bekijk het. Ik herken de ogen en de lach van Nathan. Langzaam kruipt er een traan vanuit mijn ooghoek over mijn wang heen. Snel veeg ik deze weg, zucht even en pakt het schilderij van de schildersezel. Met het schilderij in mijn handen loop ik door de woonkamer heen, naar de opslagkamer. Ik zet het schilderij tegen een andere aan en kijk dan door de kamer heen. Sinds Nathan me heeft verlaten, ben ik gaan schilderen. Het doet met goed om te schilderen, het laat me even de tijd vergeten. Even alles vergeten wat ik aan mijn hoofd heb en me alleen concentreren op het doek en de verf. Ik zie dat ik nu ongeveer vijf schilderijen hier heb staan. Natuurlijk heb ik ook schilderijen gemaakt die niet mooi zijn en die heb ik daarom ook weggegooid. Laatst kwam Charlotte op het idee om de schilderijen te verkopen, maar om de een of andere manier hecht ik waarde aan elke schilderij. Elke schilderij geeft weer hoe ik me voel en hoe ik de periode voor mezelf heb afgesloten, of dit nou gedwongen of vrijwillig was. Misschien heeft Charlotte wel gelijk en moet ik ze verkopen. Je kunt het verleden niet voor altijd bij je houden en zou het ooit los moeten laten. Ik zucht even diep en loop weer naar de woonkamer. Ik plof neer op de bank en zet de televisie even aan.

Als er na vijf minuten zappen nog niks leuks is op de televisie, doe ik deze uit en ga languit op de bank liggen. Dan wordt er gebeld. Ik sta op, haal mijn handen door mijn haar, concludeer dat er verf in mijn haar zit en loop met deze gedachte naar de deur. Zo door de gedachte benomen, vergeet ik dat de deur dicht is en loop er tegenop. Ik schud mijn hoofd en doe dan de deur open. “Hoi!” zegt Charlotte vrolijk en geeft me een knuffel. Ik laat het toe en als ik me heb bevrijd laat ik haar binnen. “Je hebt zeker net geverfd,” zegt ze met een blik op mijn haar. “Ja” “Laat zien!” zegt ze enthousiast en wacht tot ik naar de ‘opslagkamer’ loopt. Ik open de deur en doe het licht aan. Het begon een beetje te schemeren en hierdoor kun je de schilderijen net iets beter bekijken. De ogen van Charlotte gaan over alle doeken heen en stoppen steeds om elk detail op te nemen. “Wow,” zegt ze even en blijft kijken. Ik staar even naar de grond en kijk dan Charlotte aan. “Wat vind je?” “Ze zijn allemaal mooi, zeker dat je ze niet wilt verkopen?” “Ik heb er wel over gedacht en..” “Mooi, heel mooi!” kapt Charlotte me af en kijkt me vreugdevol aan. “Ik denk dat ik op je aanbod inga,” zeg ik toch maar en zie Charlotte opspringen. Voor de tweede keer deze dag word ik bijna gewurgd in haar omhelzing. “Wat goed van je!!” roept ze enthousiast. Ik kijk haar een beetje verlegen aan en haal mijn schouders op. “Hoe moet ik anders mijn verleden vergeten?” zeg ik en kijk haar aan. Charlotte weet waar ik het over heb, ze weet alles van me. Ik zie dat ze het er even moeilijk mee heeft, want zij speelt ook een rol in mijn verleden. “Char..” zeg ik en nu ben ik degene die haar omhels. Ik voel haar een paar keer slikken en zodra ik weet dat ze weer kan ademen laat ik haar los. “Zou ik morgen een taxateur meenemen?” “Waarvoor?” “Om te kijken hoeveel je schilderijen ongeveer waard zullen zijn, gekkie!” zegt Charlotte en kijkt me aan. “Oja.” Ik kijk dom naar Charlotte en die begint te lachen. Zo ken ik haar weer!

Die nacht slaap ik heel onrustig. Elke keer zie ik Nathan voor me. Hij rent het huis in, neemt mijn schilderijen mee en rent dan als een bezetene weer weg. En elke keer als ik wakker wordt van dezelfde droom, voel ik dat ik zweet. Toch draai ik me elke keer weer om en probeer verder te slapen. De laatste keer heb ik geluk. Nouja geluk, ik droom dit keer niet over Nathan, maar over Lizzie. Lizzie is mijn kindje van 5. Ik kreeg haar toen ik 17 jaar was en moest haar gedwongen afstaan van mijn ouders. Ik had vorig jaar nog contact met de adoptie ouders, maar sinds de breuk tussen mij en Nathan heb ik ze niet meer gesproken. Ik draai me op mijn zij en denk dat ik morgen misschien wel langs kan gaan. Met dit leuk vooruitzicht val ik inslaap en droom over de volgende morgen.

Ik word wakker gemaakt door een zonnestraal die de kamer binnenschijnt. Ik ben gister avond natuurlijk vergeten om mijn rolgordijn naar beneden te doen en dit is wat ik er voor terugkrijg. Mokkend stap ik uit mijn bed en loop wankelend naar de douche. Ik was me en spring even onder de douche voor een korte douche. Hellaas moet deze weer uitlopen en als ik de douche uitloop zie ik dat ik een half uur onder de douche heb gestaan. Dat is niet mijn schuld, moet de douche maar niet zo lekker warm zijn! Ik trek een lekker spijkbroek aan met een leuk tuniekje en ga dan maar eens ontbijten. Als ik twee boterhammen op heb, schoenen heb gevonden én de autosleutel, sluit ik mijn appartement af en loop naar beneden. Lang heb ik de auto gemeden. Dit komt ook mede dankzij mijn verleden. Toen ik zelf 5 jaar oud was en we net terugkwamen van een verjaardag, reed er een waaghals ons aan. De waaghals belande in de berm en mijn vader ging er meteen achteraan. Hij liet mij en mijn moeder alleen in de auto zitten. Ik was nogsteeds geschokt, want de auto was via mijn kant tot aan mijn vaderskant gereden en toen losgelaten. Daar stonden mijn moeder en ik dan met de auto op de vluchtstrook, hartstikke bang. Mijn moeder kroop achter het stuur en zette de auto in zijn achteruit. Dit was niet zo slim van haar, want ze verloor door de snelheid de macht over het stuur. Hierdoor kwam onze auto op het midden van de snelweg tot stilstand. Veel toeterende auto’s reden voorbij. Veel middelvingers werden opgestoken. Het was alleen die ene vrachtwagen die niet oplette. Hij reed ons aan, nam ons mee en slingerde ons toen tegen de vangrail aan. Zo hard als ik kon begon ik te krijsen. Mijn moeder zei niks en was ijzig stil. Hierdoor begon ik harder te gillen en om mee heen te slaan. Mijn vader die beneden stond te praten, had het zien gebeuren, was stilgevallen en keek nu naar boven. Mijn gillen was voor hem het sein dat hij naar me toe moest rennen. Hij rende door de berm, klom zijn weg omhoog en stak de weg over zonder om te kijken. Hierdoor werd hij geraakt door een auto die hem te laat zag. Ik kneep mijn ogen dicht en begon mezelf heen en weer te wiegen.
Er ging een rilling door me heen. Alleen de gedachte aan die avond alleen al bezorgde me opnieuw kippenvel. Maar vorig jaar had ik me over mijn angst heen gezet. Ik moest verder met mijn leven en daarvoor moest ik toch echt de eerste stap zetten. Ik opende mijn auto, gooide mijn tas op de bijrijder stoel en startte de auto. Op weg naar Lizzie. Mooie, lieve, aardige Lizzie. Maar vooral mijn Lizzie.

Na een uur rijden, parkeerde ik mijn auto en stapte uit. Ik liep naar nummer 18 en belde aan. Het duurde even, maar toen er uiteindelijk werd opengedaan, zag ik Josephine. Ze was die twee jaar veel afgevallen en had haar haar ook anders. Ze zag er anders uit, leuker! “Hoi?” “Hoi! Ik ben het, Sterre.” Toen ik mijn naam liet vallen zag ik de herkenning in haar ogen en een glimlach om haar mond. “Sterre!” riep ze blij en viel me om mijn hals. “Ik herkende je bijna niet” “Ik jou ook niet, je bent echt afgevallen José” “Ja, klopt!” vertelde ze blij en liet me binnen. Ik hing mijn jas op aan de kapstok en volgde Josephine naar de woonkamer. Ik ging zitten op de lekker bank en Josephine vroeg wat ik wilde hebben. Voor ik antwoord kon geven zei ze vrolijk; “Thee, met twee scheppen suiker en twee van je lekkere koekjes!” Ik glimlachte, ze wist nogsteeds dat ik dat het liefst had. Ze kwam de keuken uit met twee koppen warme thee en een koektrommel. Ze zetten dit op tafel, ging ook op de bank zitten en keek me aan. “Maar vertel meid, waarom ben je hier?” vroeg ze en pakte een koekje. “Het is schandalig lang geleden dat ik hier niet meer ben geweest en ik miste Lizzie ook,” verteld ik en doopte een koekje in mijn thee. “O, ik moet je hellaas met spijt zeggen dat Liz nu op kamp is en volgende week pas terugkomt” zegt Josephine en kijkt me bezorgt aan, “maar dat neemt niet weg dat ik het niet leuk vindt dat je er bent!” Ik glimlach even en zet de mok aan mijn lippen. Langzaam neem ik een slok en voel de warme thee wegglijden. Honingthee, mijn lievelings! “Hoe is het nu tussen jou en Nathan?” haalt ze me uit mijn gedachte. “Over” “Over?” “Ja.” “Maar jullie waren zo close, hoe komt dat?” “Hij vertelde een jaar geleden dat hij een ander had en daar mee verder wilde leven. Ik mocht in het appartement blijven wonen en hij betaalde zijn deel voor de huur zodat ik er kon blijven wonen. Sinds die tijd heb ik niks meer van hem gehoord of vernomen, behalve dan het geld wat hij elke maand netjes stortte op mijn rekening.” Vertel ik en probeer Josephine’ haar gezichtuitdrukking te peilen. Natuurlijk gaat dit niet makkelijk want die gaat van ongeloof naar verbazing en nog een paar andere die ik niet kan thuisbrengen. “O, meid wat erg voor je,” zegt ze na een tijdje en bied me nog een koekje aan. Natuurlijk pak ik deze aan en verorber deze. “Maar ik heb nog een paar foto’s van Lizzie, ik zal ze even pakken.” Met deze mededeling staat ze op en loopt de kamer uit. Ik drink het laatste slokje thee op en zet deze dan op de tafel. Als ik Josephine toch niet had gehad, denk ik en laat een zucht.

Één voor één bekijk ik de foto’s van Lizzie. Ik ben vanaf de eerste foto helemaal stil en kijk vol ongeloof naar de foto’s. Dit is mijn Liz. Ze heeft mijn ogen, haarkleur en de vorm van mijn lippen. Het spitse neusje, houding en vorm van haar gezichtje heeft ze van Nathan, dat haal je er zo uit. Vol trots kijk ik naar elke foto. Van hoe ze hier net was, tot nu. Ze is nu 5 en is samen met Rens mee een weekendje weg. Dat vond Rens gezellig en Josephine vond het goed. Ze wist namelijk dat Rens voor Liz zorgde alsof ze zijn eigen kind was. Josephine en Rens hadden altijd al een kind willen hebben, maar de teleurstelling sloeg in toen ze hoorde dat Josephine niet vruchtbaar was. Ik had toen zo graag een kindje aan hun willen geven. Niet daarom was het zover gekomen, maar toch was ik blij dat ik hun het kindje mocht geven. Ik wilde het natuurlijk zelf houden, maar toen de rechter vertelde dat ik het weg moest geven, vond ik hun het beste gezin ervoor. Ik kende Josephine via mijn moeder en ik zag haar ook als mijn tweede moeder. Zelfs toen het tussen mij en Nathan niet zo goed ging, was ze er voor mij. Zelfs nu ik haar een jaar niet had gesproken, stond ze open voor mij en liet me gewoon binnen.

Als ik op mijn horloge kijk en zie dat het vier uur is, schrik ik. Ik vertel Josephine van de taxateur die rond vijf uur aan de deur staat en vertel dat ik nu weg moet. We nemen afscheid en ik beloof dit keer contact op te nemen en vaker langs te komen. Josephine is al blij dat ik me weer heb laten zien en zwaait me ook uit als ik wegrijd. Als een razende rij ik over de weg heen. Sinds het ongeluk ben ik nooit meer op de snelweg gaan rijden. Daarom duurt het ook een uur, in plaats van een half uur.
Als ik eindelijk thuis ben, doe ik mijn haar opnieuw en strijk mijn kleding glad. Ik plof op de bank en leg mijn voeten op de tafel. Net als ik de televisie aan wil doen, wordt er aangebeld. Ik kijk door het spionnetje en zie Charlotte en een voor mij nog onbekende man staan. Snel open ik de deur en laat ze binnen. Ik schud de hand van de man en hij stelt zich voor. Jonas Ten Brakke. Ik ga hun voor naar de kamer en ik schuif de gordijnen opzij. Jonas kijkt met bewondering naar de doeken en begint dingen op te schrijven. Zodra hij hiermee klaar is laat hij weten dat hij thuis zou gaan bereken hoe duur elk doek ongeveer is. Ik bied heel galant koffie aan en ze blijven even. Als het zeven uur is, verteld Jonas dat hij op huis aan moet gaan en neemt afscheid. Hij belooft zo snel mogelijk iets te laten horen.
Als hij weg is voel ik dat Charlotte naar me kijkt. “Hij is wel leuk hé!” zegt ze en kijkt me aan. “Ja, maar hij heeft een vrouw.” “Nee hoor, ik hoorde hem net uit en hij vertelde dat hij in een hoekhuis woning woont. Zijn vrouw is vorig jaar overleden en zijn kinderen zijn het huis uit. En het beste..” ratelt Charlotte door en begint te lachen als ze mijn reactie ziet. “Anders neem jij hem” “Nee, hij is mijn type niet, maar wel die van jou!!” “En hoe weet jij dat nou?” “Hij houd van schilderen, daarom taxeert hij ze ook en nog meer dingen die jij ook leuk vind.” “Welke dan?” “Wil je even ophouden met je idiote gedoe en gewoon zeggen dat je geïnteresseerd bent?” zegt Charlotte nijdig en kijkt me aan. Even houdt ik mijn pokerface aan, maar dan lach ik zo hard dat ik van de bank af glijd.

Als Charlotte rond elf uur ook naar huis gaat, loop ik nog even naar de schilderijen kamer. Schilderij voor schilderij raak ik ze even aan en voel de herinnering bij elk schilderij weer opkomen. De ene met het kleine meisje die vrolijk door een veld heen rent, een andere van een kapotte auto met een klein meisje achterin, een meisje en jongen die er uitzien als een koppel maar dit echter niet zijn. Zo gaat ze haar vijf eigen schilderijen af. Allemaal herinneringen. Sommige die ze wil vergeten, sommige die ze wil bewaren. Maar ze zijn er allemaal en er valt niet omheen te gaan. Ze gaat tegen de muur aanzitten en kijkt nog eens naar alle schilderijen. Langzaam vallen mijn ogen dicht en voel ik me wegzakken.

Als ik wakker wordt heb ik last van mijn rug en nek en kijk slaperig voor me uit. De vijf staren me aan en ik kijk terug. Oja, ik was gister in deze kamer in slaap gevallen. Vermoeid sta ik op en loop naar de keuken toe. Ik zet het koffie apparaat, doe er een pad in, pak een kopje, zet deze eronder en druk het apparaat aan. Ik ga me snel omkleden, een broek met een t-shirt en een lang vest. Als ik de kamer weer binnenkom, ik mijn koffie klaar. Ik pak de mok, pak een appel en loop naar de woonkamer. Ik neem een slok koffie, voel me meteen wakker worden en zet de kop op de tafel. Ik neem een hap appel en hoor dan de telefoon gaan. Met de appel in mijn hand neem ik op en vergeet te praten. “Hallo?” “O, hoi met Sterre,” zeg ik. Waarom moeten mensen altijd zo vroeg bellen? Vinden ze dat soms grappig? Nou ik niet. “Met Jonas Ten Brakke, ik heb de taxatie klaar en ik dacht ik meld het even.” Er gaat een stroom van blijdschap en teleurstelling door me heen. Blijdschap omdat ik nu op weg ben om mijn schilderijen te gaan verkopen. Teleurstellingen omdat ik waarde hecht aan de schilderijen. Maar ik moet er afstand van nemen en dit is de beste manier. Dan besef ik weer dat ik Jonas nogsteeds aan de telefoon heb. “O, zou ik anders naar je toe kunnen komen?” vraag ik en wacht af. “Ja dat kan, maar ik kan ook naar jou komen, ik weet nu waar je woont.” Overtuigt van zijn zin, stem ik in en hang op. Nog geen kwartier later wordt er aangebeld en zoals ik verwacht als ik opendoe zie ik Jonas staan. “Hoi,” zeg ik. “Hoi,” zegt hij. Hij steekt zijn hand uit en ik schud deze weer. “Kom verder!” We lopen naar de bank en gaan zitten. “Koffie?” “Ja lekker!” zegt hij en ik sta weer op.
Als de koffie dampend op de tafel staat, pakt Jonas zijn tas en begint erin te rommelen. Hij haalt er een paar a4tje uit. Deze staan dus aan de voor- en achterkant vol met tekst. Mijn ogen worden groot van verbazing en ik voel mijn mond een stukje openvallen. “Heb je dit gisteravond snel gemaakt?” vraag ik verbijsterend. “Ja, ik wilde je het zo snel mogelijk laten weten,” antwoord hij en kijkt me aan. Ik kijk hem diep in zijn ogen en zie er iets vonkelen. Ik wend snel mijn ogen van zijn gezicht af en richt deze weer op het papier in mijn handen. Ik begin een beetje te bladeren en bekijk sommige stukken tekst. De meeste dingen snap ik niet, maar op de laatste pagina staan bedragen. Mijn ogen worden nu twee keer zo groot als net en weer kijk ik Jonas aan. Hij keek de hele tijd naar me en glimlacht nu naar me door mijn reactie. “Dit .. Dit kan niet.” Mompel ik en kijk Jonas aan. “Toch wel,” zegt hij en kijkt me aan. “Je schilderijen zijn gewoon mooi en ik heb het vanochtend even gecheckt en mensen hebben volgens mij wel interesse in je schilderijen.” Alsof hij dit dagelijks zegt, zegt hij dit ook tegen mij. “Oké, maar hoe ga ik ze verkopen en het zijn er maar vijf en ..” hij legt zijn vinger voor mijn lippen en legt me zo het zwijgen op. “Niet zo druk maken, ik heb bijna alles al geregeld. Mocht je meer schilderijen meenemen dan vijf, is het geen probleem, maar meldt het dan even!” zegt Jonas en kijkt me lief aan. Hij buigt zijn hoofd naar me toe en ik hoop op de kus die ik wil. Maar hij veranderd van koers en plant een kusje op mijn wang. Hij pakt een papiertje en schrijft daar iets op. “Hier heb je mijn nummer, mocht je nog iets kwijt willen.” En hij geeft me het papiertje. “Maar ik heb nog een afspraak, dus ik moet nu weg.” Hij staat op, trekt zijn jas aan en pakt zijn tas. Hij wil me weer een hand geven, maar ik laat het hier niet bij en geef hem een knuffel. Verbaasd kijkt hij me aan, glimlacht, geeft me nog een kusje op mijn wang en loopt dan naar buiten. Misschien bestaat er een kans dat ik hem leuk vindt, misschien.

De volgende morgen voel ik weer dat ik wil gaan schilderen. Ik knoop mijn schort om, pak mijn pallet, verf, schildersezel en een wit doek. Ik sluit mijn ogen even en bedenk een onderwerp. Als er niks in mij opkomt, spuit ik een paar kleuren verf op mijn pallet en begin gewoon te schilderen. Als ik denk klaar te zijn kijk ik nog eens naar het doek. Ik verbaas me dat ik zoiets zonder gedachte kan schilderen. Alle kleuren passen niet bij elkaar en toch ook weer wel! Ik zucht even en pak dan een ander doek. Ik moet denken aan Liz en de foto’s die Josephine me liet zien. Vooral die ene bij de schommels met Josephine en Rens. Ik haal het beeld voor me en probeer het in schilderkleur te zien. Tussendoor maak ik mijn pallet even schoon en zodra ik de kleuren voor me heb, spuit ik deze op het pallet en begin weer te schilderen. Ook dit eindresultaat vind ik mooi! Deze ga ik alleen niet verkopen. Nee, dit is een cadeautje voor Josephine en Rens. Omdat ze mij opvingen toen mijn ouders er niet meer waren. Omdat ze Liz opvingen toen ik door de recht van haar werd gescheiden. Ik glimlach even en ruim daarna al mijn spullen weer op. Ik loop naar de telefoon met het papiertje van Jonas in zijn handen en bel het 06 nummer. “Met Jonas..” Ik wil mijn naam zeggen, maar ik hoor dat het zijn voicemail is, “ik ben er nu even niet, spreek iets in en ik bel je zo snel mogelijk terug.” Hierna volgt een piep. Ik heb geen zin om iets achter te laten en druk het gesprek weg. Een uur later wordt ik gebeld en ik zie dat het Jonas is. “Hoi met Jonas, ik zag dat je had gebeld.” “Hoi, ja dat klopt, je vertelde dat je al een datum had voor de expositie en ik wilde graag weten waarneer dat is.” “Eeuuh, ik pak even mijn agenda erbij,” meldt Jonas en ik hoor hem rommelen. Dan hoor ik pagina’s die worden omgeslagen. “Hier staat het, volgende week vrijdag” “Maar dat is morgen over een week,” zeg ik met paniek in mijn stem. “Ja, ik weet het, maar voor de rest zat ik vol, het spijt me, ik kan het ook cancellen,” zegt hij en zucht. “Nee, dat wil ik niet. Ik heb mezelf eindelijk zover gekregen dat ik ze ga verkopen, dan laat ik me niet door een datum verzwakken,” zeg ik vastberaden en hoor een goedkeurend geluidje van Jonas. “Ik ga ophangen,” zegt Jonas. We zeggen elkaar gedag en hangen dan op.

Die zeven dagen gaan snel voorbij. Ik heb nog vier goede schilderijen erbij gemaakt en heb er nu dus tien voor de expositie. Ook heb ik mijn ene schilderij voor Josephine en Rens naar hun toegebracht. Josephine was er erg blij mee en Rens ook, hoorde ik later via de telefoon. Donderdag zouden Rens en Lizzie terugkomen en als het lukte zouden ze naar mijn expositie komen. Hierdoor kreeg ik er steeds meer zin in. We hielden Lizzie nogsteeds voor dat Rens en Josephine haar ouders waren en dat ik een tante was van haar. Gelukkig accepteerde ze dit en stelde voor de rest geen moeilijke vragen meer.
De zeven heb ik ook veel tijd met Jonas doorgebracht. We hebben het over mijn schilderijen gehad, ons leven en de inrichting van de expositie. We zijn naar elkaar toe gegroeid en ik voel me toch aangetrokken tot hem. Ik weet alleen niet hoe dat zit bij hem.
Vandaag is de grote dag. Vandaag heb ik de expositie. Gelukkig ben ik gister met Charlotte gaan winkelen en heb ik nu de perfecte uitfit voor de expositie. Ik doe mijn dagelijkse ochtendritueel en ben rond 9 uur helemaal klaar. Tien over negen wordt er aangebeld. Ik ga uit het raam hangen, zie dat het Jonas is en open de deur. Hij loopt het trappenhuis in en ik wacht hem op bij de deur. Ik geef hem een knuffel en daarna drie zoenen. We drinken eerst samen een kop koffie, laden dan de schilderijen in het gehuurde busje van Jonas en rijden dan weg. Het is niet zover, maar ik wilde dat dit langer duurde. Nu we in de auto zitten en Jonas op de weg moet letten, kan ik hem ongestoord aanstaren. Soms kijkt hij mijn kant op en glimlacht als hij merkt dat ik naar hem kijk.
Als we er zijn, spring ik bijna uit de auto en ren bijna naar binnen. Hellaas heb ik pumps aan en lukt het rennen niet. Hierdoor moet ik mijn tempo verlagen en kom langzaam weer op gang. Als ik binnen ben kijk ik mijn ogen uit. Er staan allemaal schildersezels en ik zie al een paar mensen binnen. Dit zijn niet zomaar mensen, maar mensen met geld, veel geld. Nou, dat denk ik in ieder geval.
Ik krijg een stoot in mijn rug en kijk geïrriteerd achterom. Jonas prikt mij met een hoek van een schilderij in mijn rug. “Wat sta je hier nou? Help is even met je schilderijen!” zegt hij en ik loop naar het busje toe. Ik pak het schilderij met de auto en loop met deze naar binnen. Trots zet ik deze op een schildersezel en kijk dan naar Jonas en twee andere mannen die meehelpen. Als alles binnen staat, bedank ik hun en loop naar Jonas toe. “Bedankt dat je dit allemaal voor me regelt,” zeg ik en kijk hem verlegen aan. “Geen probleem, ik vind het mooi en vond dit het wel waard.” Ik krijg een blosje op mijn wangen en staar naar mijn schoenen. Ik voel de vinger van Jonas onder mijn kin en die tilt mijn gezicht omhoog. “En ik zeg nooit iets wat ik niet meen!” zegt hij met zijn gezicht dicht bij mij. Heel zacht drukt hij een klein kusje op mijn lippen om vervolgens weg te lopen. Verbaasd blijf ik achter en kijk hem na. Ik ben verliefd!

“Tante Sterre,” wordt er geroepen en ik kijk om me heen. Dat moet Lizzie zijn! Dan zie ik ze lopen en loop naar hun toe. “Lizzie,” zeg ik vrolijk en til haar op. Ik geef haar een knuffel, een kusje op haar wang en zet haar dan op de grond. Ik begroet Rens en Josephine door drie kussen en kijk ze dan aan. “En wat vinden jullie ervan?” vraag ik. “Wow, al je schilderijen zijn echt prachtig,” zei Josephine en kijkt me trots aan. “Ik hoorde net een vrouw praten over een schilderij en een prijs die ze er wel voor overhad. Ik kan je dus vertellen dat je goed zit als je voor alle schilderijen zo’n prijs krijgt,” zegt Rens en geeft me een knipoog.
Zo sta ik nog even met hun te praten. Dan stap er een man op een podium en tikt een paar keer op de microfoon voor zich. “Goedemiddag iedereen, van harte welkom op de expositie van Mevrouw Swanenbuerg. Ik ben de penningmeester voor vandaag en dan beginnen we nu met het eerste schilderij..” zo gaat de man verder. Ik voel dat ik echt heel trots ben op mezelf, ik neem even kort afscheid van Josephine, Lizzie en Rens en ga dan op zoek naar Jonas. Ik loop achter het podium langs en hoor hoe de penningmeester enthousiast bedragen noemt en later zijn hamertje slaat en verkocht roept. Dan gaat er opeens een deur open en zie ik Jonas staan. “Hoi,” zegt hij en kijkt me aan. Ik ben even met stomheid geslagen dat hij zomaar uit een kamertje komt en kan niks uitbrengen. “Je zocht me?” “Ja, euh, hoe weet je dat?” “Josephine!” “O. Nou ik wilde je nog even bedanken en nog iets persoonlijks zeggen..” “Kan dat niet hier?” “Nee, heb je geen kamertje vrij?” vraag ik en kijk hem aarzelend aan. Hij knikt en loopt de hele gang uit, wat best ver is op pumps. Dan trekt hij een deur open en gebaart dat ik voor mag gaan. Ik loop het kamertje binnen en ga op de bank zitten. Jonas komt naast me zitten, met zijn gezicht naar mij toe. “Vertel” “Nou, ik zal maar vanaf het begin beginnen. Het begon allemaal toen je voor het eerst bij mij thuis de schilderijen kwam taxeren. Je was bezig en ..” en ik vertel mijn verhaal. Over hoe Charlotte me aan hem probeerde te koppelen, hoe ik hem in deze korte tijd echt leuk was gaan vinden en de angst om hem ook weer kwijt te raken, net zoals Nathan. Ademloos luistert hij en als ik klaar ben, neemt hij een hap lucht. “Dat is nog eens iets,” zegt hij en kijkt me aan. “Sorry als je dit niet wilde horen, maar ik moest het gewoon even kwijt,” zeg ik en kijk hem aan. Hij ziet de angst in mijn ogen, maar zegt niks. Dan voel ik zijn lippen op de mijne. Alle last en zorgen die ik had vallen van mijn schouders en ik geef me helemaal. Zachtjes gaat zijn tong langs mijn lippen en ik open deze. Na een minuut verbreekt hij de zoen. Ik glimlach en val hem om zijn hals. Ik ben eindelijk weer een gelukkig!

Dan duwt Jonas me overeind en helpt me het kamertje uit. Ik strijk mijn kleren glad en loop achter hem aan. Verbeeld je niks, we hebben alleen gezoend en gepraat. We hebben afgesproken het nog even aan te kijken en als het echt iets wordt, ik dan bij hem in kan wonen. Gelukkig als wat loop ik naast Jonas met zijn hand in de mijne. Dan loopt hij door de coulisse heen en dan het podium op. Niet bewust van dat we hand-in-hand lopen loop ik mee over het podium. Bij de microfoon blijft hij staan en stelt zichzelf voor. Hij doet zijn zegje en zegt dan dat ik iets moet zeggen. Met grote ogen stap ik naar de microfoon toe en kijk de zaal in. Er zijn toch meer mensen dan ik had verwacht en de moed zakt mij in mijn pumps. Ik voel een bemoedigend kneepje van Jonas in mijn hand en ik weet dat ik het kan. “Goedemiddag allemaal, heel erg bedankt voor uw komst. Ik hoop dat u de schilderijen mooi vond en er stevig is geboden! Ik hoop dat u een goede middag heeft gehad en dit niet snel zult vergeten. Want ik hoop ver te komen in de schilderswereld en daar heb ik uw hulp bij nodig.” Ik neem even een kleine adempauze en ga dan verder. “Ik zou graag Jonas willen bedanken. Hij is de taxateur en de organisator van dit alles. Ik ben hem heel erg dankbaar. Ook ben ik Josephine en Rens erg dankbaar voor alles wat ze ooit voor mij hebben gedaan en de kansen die ze mij hebben gegeven. Tevens wil ik ook de mensen bedanken die mijn schilderijen hebben gekocht, zonder u kon ik dit geen succes noemen en dat kan ik nu wel. Bedankt allemaal!” Ik eindig mijn zegje en neem een stap achteruit. Iedereen begint te applaudisseren en ik gloei van binnen. Ik draai me om naar Jonas en zie hem glunderen. Dan, heel onverwachts, voel ik zijn lippen op de van mij. Ik laat me meenemen en zoen hem vurig terug. De hele zaal begint te joelen, juichen en te fluiten. Ik beëindig de kus, zwaai nog even en loop dan samen met Jonas het podium af.

Ik voel me zo gelukkig. Ik kan van mijn hobby mijn werk maken, ik heb nu een hele lieve vriend en mijn voogd en kind zijn er ook weer. Mijn plaatje is weer compleet. Alle kleuren passen bij elkaar en zijn op elkaar afgestemd. Ik had het nooit durven hopen, maar ik ben nu blij hoe het gelopen is.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen