Titel: Brieven
Gepost omdat: Ik had dit geschreven voor de chicklit wedstrijd op THH, maar was 'm kwijt en had 'm aan Kay door gestuurd. De wedstrijd is inmiddels al afgelopen, maar Kay kon 'm nog van haar laptop redden en ik wil 'm hier gewoon even posten, dus daarom!
Woorden: 1865.
Categorie: Tokio Hotel
Plaatje: http://i45.tinypic.com/35ku4av.png




Melissa wordt gillend wakker en zit in één ruk rechtop. Ze had net een nachtmerrie, dat voel ik gewoon. Met mijn hand ga ik over haar rug en ik voel hoe ze zich ontspant. Ze haalt een keer diep adem en gaat dan weer liggen. Ik geef haar een kusje op haar voorhoofd en nestel me weer tegen haar aan. Ze kijkt me aan, ontspannen, zo zie ik haar het liefst. Ik leg mijn hoofd op haar borst en val in slaap door haar regelmatige ademhaling.

‘BIILLL,’ hoor ik en ik open mijn ogen. ‘Biill,’ wordt er nu nog een keer geroepen. Ik sla mijn dekens weg en stal uit het bed. Langzaam zet ik mijn voeten op de koude vloer en ga dan toch maar snel op zoek naar mijn pantoffels. Als ik die eenmaal aanheb, ren ik de trap naar beneden en gooi de huiskamerdeur open. ‘Wat is er?’ hijg ik van het snelle lopen. ‘Niks, maar ik vond dat je wel wakker mocht worden,’ zegt Melissa rustig en staart me aan. ‘Heb je me daarom wakker staan schreeuwen?’ vraagt ik en kijk haar zielig aan. Ze knikt en komt naar me toelopen. Ze laat haar armen om me heen en wiegt me heen en weer. ‘Sorry, maar Tom belde net dat je zo een afspraakje hebt met een of andere man, dus ik dacht, laat ik je wakker maken,’ sust ze me en aait met rechterhand door mijn haar. Een ander man? Ik graaf door mijn geheugen, maar kan me niks herinneren. Gelukkig heb ik een PDA en die ligt toevallig boven. ‘Ga je PDA maar pakken,’ zegt Melissa alsof ze mijn gedachten kan lezen en laat mij los. Ik druk een kus op haar lippen en ren weer naar boven. Elke kamerdeur trek ik open en begin zo mijn zoektocht naar mijn PDA, maar nergens kan ik dat stomme ding vinden. Als ik naar zolder loop om te kijk of die daar ligt, val ik bijna van de trap af. Gelukkig hield ik de leuning vast en trek mezelf zo weer recht. Ik loop de trede weer af en kijk naar de enveloppen waarover ik struikelde. Ze zijn allemaal geadresseerd aan mij, maar allemaal nog dicht.

Met de enveloppen in mijn hand loop ik naar de zolder toe, druk het ligt aan en ga op het poefje zitten. Één voor één bekijk ik de enveloppen en zie er steeds een datum op staan. Om de week is er een brief naar mij gestuurd en ik heb er nu acht in mijn handen. Nieuwsgierig wil ik er eentje open maken, maar bedenk me dan dat er iemand moet zijn geweest die ze daar heeft neergelegd. Dan opeens schiet me te binnen dat ik mijn PDA zocht. Ik leg het stapeltje enveloppen in een laatje, sluit deze en ga weet verder met zoeken.

Als ik alle kamer al drie keer heb gehad, loop ik verslagen naar beneden. Nergens heb ik mijn PDA kunnen vinden, nergens. Ik ga zitten aan de tafel en laat mijn hoofd op de tafel vallen. ‘Liefje wat is er toch met je?’ vraagt Melissa en gaat met haar hand over mijn rug. ‘Ik kan mijn PDA niet vinden..’ zeg ik bedroeft en kijk haar aan. ‘Al in de garage gekeken?’ vraagt ze. Mijn ogen beginnen te glinsteren en ik spring op. Niet zo slim, want ik spring net hoog genoeg om de lamp te raken. Ik voel aan mijn hoofd en het duurt eventjes voor mijn lichaam aangeeft dat ik mijn hoofd net heb gestoten en het toch wel pijn doet. Ik wrijf de pijn snel weg en loop snel naar de garage toe. Ik trek alle laatjes en kastje open en keer ze binnenste buiten. Moertjes, schroevendraaiers, spijkers, hamers, van alles vindt ik, behalve mijn PDA. Dan heb ik nog één kans. In de garage staan drie auto’s. Één auto van mij, één auto van Melissa en een gezamenlijke auto voor ons allebei.

Ik pak eerst de sleutel van mij auto en open mijn Audi Q7. Ik speur alles af, dashboard, stoelen, matjes, kofferbak. Maar ik kan weer niks vinden. Dan open ik de Fiat 500 van Melis en doorzoek deze auto ook helemaal niet. Ik laat even een zucht als ik hierin ook niks vindt en richt me op de laatste auto. De Opel Tigra waarmee we meestal zomers rijden. En dan zou je denken, drie keer is scheeprecht. Maar ik heb vast iets verkeerds gedaan, want ook hierin ligt mijn PDA niet. De laatste kans pak ik door op mijn knieën de hele garage af te speuren. Ook niks, helemaal niet. Waarom ik? Wat heb ik misdaan? Met deze gedachte wil ik de garage uitlopen, maar vergeet dat ik de deur weer dicht had gedaan. Ik knap tegen de deur op en val achterover. Even verbaasd lig ik op de grond, maar krabbel al snel weer overeind.

Als ik in de woonkamer sta, zie ik Melis ook druk zoeken. ‘Ik heb ‘m,’ zegt ze vrolijk. Als een trofee houdt ze mijn PDA boven haar hoofd en rent naar mij toe. Dankbaar neem ik mijn PDA in ontvangst, geef haar een dikke zoen en kijk in mijn agenda. Ik spit die helemaal door, maar zie niks. ‘Ik schijn vandaag geen afspraak te hebben,’ zeg ik tegen Melis die me nu aankijkt. Ze haalt haar schouders op en haalt haar hand even door haar haar heen. ‘Misschien moet je Tom even bellen en vragen hoe het zit?’ oppert ze en kijk me vragen aan. Ik knik en loop naar de telefoon.

En zo slim als Tom ik, hoor ik hem zeggen dat hij zich vergist heeft. Een heleboel haast en gezoek helemaal voor niks. Ik zucht en zeg gedag tegen mijn tweelingbroer. Ik hang op en loop weer naar zolder toe. Ik pak eerst de enveloppen en ga daarna weer op het poefje zitten. Één voor één laat ik de enveloppen door mij bewondert worden. Dan besluit ik bij het begin te beginnen. Ik open de oudst gedateerde brief en lees deze door. Tijdens het lezen worden mijn ogen steeds groter. Dit kan niet. Dit mag niet. Als ik de brief uit heb kijk ik even voor me en herhaal alles wat ik net heb gelezen. Ik kijk weer naar de brief en het aanhef valt me nu op, Hoi liefje. Ze heeft me weggedaan en denkt dat ik nu weer in contact met haar wil komen? Hoe kan mijn moeder zo denken? Denken dat ik haar vergeef naar alles wat er is gebeurt? De alcoholverslaving, de mishandeling van Tom, het wegdoen van mij? Denkt ze echt dat ik haar nu weer terug wil? Maar aan de andere kant, waarom niet? Zo blijf ik twijfelend zitten met de brief in mijn handen. Wat moet ik nu doen?

Ik pak mijn telefoon uit mijn broekzak en bel dan Tom. ‘Met Tom,’ zegt deze normaal en wacht antwoord. Juist, ik moet antwoord geven. ‘Met Bill, ik moet je iets vertellen…’ begin ik en leg hem alles uit. Van hoe ik struikelde over de enveloppen, ze had weggelegd, ze later weer had opgepakt en had gelezen. Ik vertelde Tom alles wat ik had gelezen en wachten hierna op antwoord. Het blijft even stil en ik hoor Tom een paar keer diep ademhalen. ‘Weet je het zeker?’ vraagt Tom na een lange tijd. ‘Ja, hoezo de twijfel?’ ‘Nou, pap had mij verteld dat je moeder was overleden aan een auto ongeluk,’ zegt Tom en ik hoor hoe hij moeite doen om zijn stem niet te breken. ‘Wanneer dan?’ ‘Vlak voordat hij het contact met mij verbrak,’ zegt Tom en hoor hem zuchten. ‘Zullen we even ergens afspreken? Dan neem ik de enveloppen mee en kan jij ze ook lezen.’ Stel ik voor. ‘Is goed,’ Antwoordt Tom en hangt op.

De motor stopt met draaien en ik haal de sleutel uit het contact. Ik open de deur, sluit deze als ik uit ben gestapt en sluit mijn Audi af. Ik loop het afgesproken restaurantje in en ga aan een tafeltje zitten. Na vijf minuten zie ik de auto van mijn broertje aankomen, parkeren en hoe hij onopvallend uitstapt. Hoe hij de deur op slot doet en vergeet zijn voeten omhoog doet en struikelt over de stoeprand. Hoe hij bijna op zijn gezicht staat en in zijn haast een voorbijganger meeneemt. Hoe hij overeind klautert en de voorbijganger overeind helpt. Hoe hij ziet dat het een meisje is en ermee begint te flirten. Ik zucht en pak mijn telefoon. Ik zie hoe hij zijn telefoon pak en hoor hem opnemen. ‘Ja, met mij, zou je dat meisje kunnen laten voor wat ze is en naar mij kunnen komen?’ vraag ik en kijk door het raar. Hij kijkt raar naar het meisje en dan naar het restaurant. Ik steek mijn hand op en hij ziet me. Hij stopt zijn mobieltje weer in zijn broekzak, blijft nog even staan bij het meisje, geeft haar iets, vast zijn telefoonnummer ofzo en loopt dan het restaurant binnen.

Nadat ik hem alle brieven heb laten lezen en we drie glazen cola ver zijn, kijkt Tom nogsteeds glazig voor zich uit. Hieruit zou misschien blijken dat Jörg had gelogen en mama misschien nog wel leefde. Tom zou haar dan kunnen leren kennen. Ik heb haar maar eventjes meegemaakt. Toen we allebei 1 waren, gingen onze ouders scheiden. Ik bleef bij mama en Tom moest naar papa toe. Toen ik 3 was kon mama het niet meer aan en verliet ze me, ik bleef achter bij tante kayleigh. Ze heeft voor mij gezorgd, tot ik voor mezelf kon zorgen. Ik ben haar altijd heel dankbaar gebleven, zelfs toen ik het contact met haar kwijtraakte. Ik heb nooit meer iets van haar gehoord, maar ik kijk nogsteeds tegen haar op.

‘Maar wat als ze nou nog leeft?’ vraagt Tom en haalt me zou uit mijn gedachten. ‘Hoe bedoel je?’ ‘Nou stel, dan zou ik misschien mijn moeder leren kennen,’ zegt Tom en hij glimlacht. Ik zou zo blij zijn om mama weer terug te zien. Wie weet! ‘Hé, kijk, ze heeft haar mobiele nummer bij de laatste brief geschreven,’ zegt Tom en bekijkt het nummer een paar keer. Dan pakt hij zijn mobiel en tikt het nummer in. Hij drukt op het groene knopje en de telefoon gaat over. Dan wordt er opgenomen. ‘Hoi met Tom’ ‘Ja, ik ben je zoon,’ zegt Tom en ik zie dat zijn ogen even waterig worden. ‘Ik zou u graag willen zien,’ zegt Tom en ik zie de tranen naar beneden vallen. ‘Oké, tot dan!’ zegt Tom en hangt op. Met een glimlach kijk hij me aan. Hij veegt zijn tranen weg en legt zijn telefoon op de tafel. ‘We gaan onze moeder weer zien!’ zegt hij vrolijk. ‘Wanneer dan?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘Over 2 weken,’ zegt hij vrolijk en wenkt de ober. ‘Twee glazen champagne en een lekker stukje taart,’ meldt hij en de ober loop weer weg. Ik zak gelukkig onderuit en val weer in mijn gedachten. Over twee weken zie ik mijn moeder weer! Zou ze veranderd zijn? Zou ze nog weten hoe wij eruit zien? Maar het belangrijkste, ze is er nog!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen