Chapter 16. Stop staring
ik ben volgende week vanaf maandag tot vrijdag in engeland. Nieuwe hoofdstukjes posten gaat dus niet. zaterdag zet ik er een nieuw deel op, promise!
I <'3 u all!
Ravens pov:
Aan tafel was het stil. Er werd geen woord gesproken, afgezien van Erin die Jazmyn en Jaxon af en toe bestraffen toesprak als ze met eten gooiden. Om half acht werden de twee door Erin naar boven gebracht om te slapen. Doodstil staarde ik naar mijn bord. Ik had geen honger. Mijn ogen deden pijn van het huilen en waren waarschijnlijk rood en opgezwollen. De jongen aan de andere kant deed van alles om mijn aandacht te trekken. Hij kuchte opvallend, maakte rare bewegingen of liet zijn bestek expres vallen om te vragen om schone, waardoor Ruby geërgerd opstond en naar de keuken liep. Onopvallend dook ik verder ineen in mijn stoel. Hij staarde naar me. Zijn ogen brandden op mijn huid. Zijn naam? Die was ik vergeten, maar voor geen goud zou ik op willen kijken. De beelden waren vreselijk. Deze keer waren de beelden duidelijker geweest. Er was bloed, veel bloed. En dode mensen, gestorven op de meest vreselijke manieren. Zoveel verdriet, zoveel pijn. De tranen brandden opnieuw in mijn ogen. Ik wilde er niet aan denken. Ik kon de jongen de schuld niet geven. Ik had hem immers aangekeken, terwijl ik de gevolgen ervan wist. De jongen was naïef, onwetend. Toen hij zijn vork voor de derde keer liet vallen, sprong Ruby woest op. 'En nu loop je verdomme zelf naar de keuken!' schreeuwde ze. 'Denk je dat ik het expres doe?!' riep hij terug. Hij sprong ook op. Ik dook ineen in mijn stoel. 'Ja! Dat denk ik inderdaad!' Zijn ogen vielen weer op mij. 'Kijk nou wat je doet! Je maakt haar bang met je geschreeuw!' riep hij. Op dat moment hoopte ik dat ik onzichtbaar was geworden. Alle ogen waren op mij gericht. Ik sloot de mijne om contact te ontwijken. Mijn armen waren om mijn lichaam geslagen als schild en mijn haren hingen als een sluier voor mijn gezicht. 'Gaat het?' vroeg de jongen zachtjes. Ik hoorde geschuif van een stoel en voetstappen. Raak me niet aan, raak me niet aan, bad ik in mijn hoofd. 'Ik zou bij haar uit de buurt blijven, Bieber. Volgens mij ben jij degene die haar bang maakt. Je maakt het zo alleen maar erger.' Ik dankte God en Ruby. 'Houd je kop! Jij weet niets over haar!' schreeuwde de jongen. 'Jij wel dan?!' 'Ja, want-' Hij werd onderbroken door Erin die de kamer inkwam. 'Wat is hier aan de hand? Ik hoorde jullie boven schreeuwen! Ga allebei nu zitten!' Ruby en de jongen gingen allebei zitten. Opnieuw de ogen die op mijn hand brandden. Het werd weer doodstil. Ik doorbrak de stilte. 'Mag ik van tafel?' Ik keek op in Erins ogen, hopend op begrip. Ze zag mijn blik en knikte. Opgelucht stond ik op en liep snel de kamer uit. Ik rende de trap op. Op de bovenste trede liet ik me neerzakken. Geschuif van stoelen. 'Justin, blijf alsjeblieft zitten. Laat haar maar. Ruby en ik praten zo met haar.' Justin, dat was zijn naam. 'Maar ik kan haar helpen,' klonk de hese stem van Justin. Hij zat in de puberteit, te horen aan zijn stem. Zijn stem was wat lager en bracht een raspend geluid voort. Een zucht, opnieuw geschuif van een stoel en toen het geluid van bestek dat contact maakte met de porseleinen borden. Ik duwde mezelf omhoog en liep mijn kamer in. Destiny lag nog steeds rustig te slapen. Het geschreeuw had haar niet wakker gemaakt. Ik pakte de rugzak met de spullen. Mijn oog viel op een vakje dat ik nog niet eerder gezien had. Nieuwsgierig maakte ik het open. Het was een schrijfblok, vol gekrast met muzieknoten en een tekst. Mijn ogen gleden over de tekst. Wie had dit geschreven?
Reageer (8)
Verder!
1 decennium geledenjij zelf sukkel
1 decennium geledenveel plezier in England
<33
arme Justin niemand geloofd hem
1 decennium geleden