(4) Ontmoeting
Niet veel later verschenen Carlisle en de anderen. Ze keken kwaad bij het zien van mij en Alice.
“Hoi allemaal”, lachte Alice. “Dit is Vincenza.” Ze deed haar hoofd even naar achter om me aan te wijzen.
“En dit is mijn zusje, Theresa”, zei Jasper, en sloeg zijn arm om haar heen.
“Hallo”, glimlachte Bella tegen Theresa.
“Wat hebben ze misdaan?”, vroeg Carlisle me.
“Ik jaag al honderd jaar achter Theresa, en om diezelfde reden zou ik op Jasper kunnen jagen”, zei ik koel. “Alice had gewoon pech dat ze er bij was.”
“Waarom laat je haar dan niet gaan?”, gromde Emmett.
“Ik heb dit zelf gevraagd, anders stond Theresa hier nu”, zei Alice.
“Vincenza is blijkbaar de kwaadste niet”, merkte Edward op. Ik was blij met die opmerking, hoewel ik ook verbaasd was hoe hij dat nu al kon zeggen.
“Gave”, grinnikte hij. “Ik kan gedachten lezen.”
“Ach zo”, knikte ik. Edward wendde zich tot Carlisle.
“Vincenza heeft geen keuze blijkbaar. Ze had Theresa eigenlijk gewoon moeten vermoorden. Door Alice en Jasper mee te nemen heeft ze een reden om dat niet te doen.”
“Werkelijk?”, vroeg Carlisle verbaasd.
“Ja”, zei ik kalm.
“Vincenza is echt zo slecht niet”, zei Alice kalm. “Zeker niet in vergelijking met Jane. Die stuurde ze gewoon weg, terwijl dat voor haar alles makkelijker had kunnen maken.”
“Je stuurde Jane weg? En die gehoorzaamde?”
“Jane is Aro’s lieveling, ik ben zijn prinses”, zuchtte ik.
“Hmm, je lijkt me niet bepaald gelukkig bij de Volturi”, zei Bella zacht.
“Niet echt nee, maar Aro heeft me gecreëerd. Ik heb geen keuze.”
“Aro kan je niets verbieden”, zei Carlisle. “Ik denk dat we eens moeten praten, als je tijd hebt, natuurlijk.”
“Mij goed”, knikte ik. “Zullen we dan maar gaan zitten? Zo lang ik niet weet hoe we in Italië kunnen komen heb ik tijd zat.” Jasper en Theresa schoten toe om mij en Alice te helpen gaan zitten.
“Laat je haar echt nooit los?”, gromde Bella.
“Nee, maar dat is niet erg”, zei Alice. “Ze doet me immers geen pijn.”
“Nou goed”, zei Carlisle, toen we zaten. “Jij bent dus niet echt gelukkig bij de Volturi, en toch jaagde je al die tijd op Theresa. Ik geloof dat ik dat niet helemaal begrijp.”
“Dan zat ik tenminste niet in Volterra”, zuchtte ik, en ik legde weer helemaal uit waarom ik Theresa al die tijd had gevolgd.
“Als je weg wilt bij de Volturi kan Aro je dat niet weigeren”, zei Carlisle. “Ik was zelf ook een tijd één van hen.”
“Ik kan nergens heen”, zuchtte ik.
“Misschien wel bij ons”, zei Carlisle. “Tenminste als je bereid bent volgens onze gewoonten te leven, en niemand protesteert.”
“Carlisle, ze staat verdomme op het punt Alices kop af te rukken”, gromde Emmett.
“Zo lang niemand iets verkeerd doet doe ik dat niet”, zei ik.
“Vincenza, mag ik iets vragen?”, vroeg Alice.
“Vraag maar.”
“Wat zou je gedaan hebben als Jane niet was komen opdagen?” Oeps, wat moest ik daar op zeggen? Ik aarzelde even, en besloot uiteindelijk de waarheid te vertellen.
“Ik denk dat ik jullie zou hebben laten gaan”, fluisterde ik. “Maar ik wist het nog niet zeker. Het was moeilijk.”
“En wat ga je doen als we in Volterra aankomen?”, vroeg Carlisle.
“Aro zal beslissen”, zei ik zacht. “Maar ik zal proberen jullie vrij te krijgen.”
“Goed”, knikte Carlisle. “En hoe ben je van plan naar Italië te gaan? Al zwemmend lijkt me dat niet eenvoudig als je Alice niet los laat.”
“Geen idee”, zuchtte ik.
“Wij hebben een boot”, zei Carlisle. “Als je wilt gebruiken we die. Hij ligt een kwartiertje lopen vanaf hier.”
“Akkoord”, knikte ik. “We gaan.” Jasper en Theresa hielpen mij en Alice recht, en we begonnen te rennen.
Reageer (1)
leuk!!
1 decennium geledenheel snel verder!!