But...?

De volgende ochtend word ik uitgerust wakker. Ik trek mijn badjas aan en loop naar beneden. Ik loop de keuken in en blijf stokstijf staan. Om de keukentafel zitten mijn moeder, Nina, Ysa en Mathijs. “Wat doen jullie nou hier?”vraag ik verbaasd terwijl ik probeer mijn haar een beetje in fatsoen te brengen. Ze staren me allemaal zwijgend aan. Dan valt mijn oog op het papier dat op de tafel ligt. “Wat is dat”vraag ik nieuwsgierig. “Niks”zegt mijn moeder snel en ze haalt het papier van tafel. “Oké, wat is hier aan de hand?”vraag ik en ik sla mijn armen over elkaar. Mathijs staat op. “Helemaal niks schatje”zegt hij en hij geeft me knuffel. “Ja, ja, ik geloof er niks van”zeg ik. Dan staat Ysa op en ze trekt me mee de keuken uit. Nina komt erachteraan.”Wat, wat doe je?”vraag ik. “Kom, je gaat je aankleden”zegt Ysa. Ik kijk haar verbaasd aan en dan kijk ik achterom naar Nina. Ze haalt lachend haar schouders op.
Als we in mijn kamer zijn loopt Ysa meteen naar de kast. Ze haalt er een witte broek en een donkerblauw-wit gestreept hemdje uit. “Aantrekken”beveelt ze. “Wat…maar”stamel ik. Ze haalt mijn sandaaltjes uit de kast. “Kleed je om”zegt ze. “Je gaat zo weg met Mathijs.” “Maar”zeg ik weer en ik kijk Nina vragend aan. “Doe maar”zegt ze. Nog vol vragen trek ik de kleren aan. Ysa parkeert me voor mijn kaptafel en begint mijn haar te borstelen. Een beetje verbaasd kijk ik mezelf aan. Wat is hier allemaal aan de hand? Waarom zitten Matijs, Ysa en Nina op zaterdagochtend bij mij aan de keukentafel? Met mijn moeder? Ik snap er helemaal niks van. Terwijl Ysa mijn haar borstelt maak ik mezelf op. Als ik klaar ben keuren Nina en Ysa het resultaat. “Perfect”zegt Ysa en ze trekt me de kamer uit. Beneden staat Mathijs al op me te wachten. Hij steekt zijn hand naar me uit. “Ga je mee?”vraagt hij. “Maar”zeg ik, voor de zoveelste keer deze ochtend. “Ik moet nog eten.” Mathijs glimlacht. “Dat komt wel goed”zegt hij en hij pakt mijn hand en trekt me de deur uit. “Dag mam!”kan ik nog net roepen. “Dag lieverd!”roept ze terug.
We lopen naar Mathijs zijn scooter en hij drukt een helm in mijn handen. Ondertussen ben ik expert geworden in helmen opdoen. Ik stap achterop en we rijden weg. Als ik zie waar we heen rijden word ik enthousiast. “We gaan naar het strand!”roep ik in Mathijs zijn oor. Hij knikt. Vijf minuten later stoppen we. We lopen naar de strandtent. “Eerst ontbijten”zegt hij. We gaan op een van de loungebanken zitten en bestellen sandwiches en sap. “Wat was er allemaal aan de hand vanmorgen?”vraag ik. “Hoe bedoel je”vraagt Mathijs schijnheilig. “Niet zo schijnheilig”zeg ik. “Waarom waren Jij, Ysa en Nina in mijn huis op zaterdagochtend? En dat terwijl ik nog sliep!”
Mathijs lacht maar zegt niks. “Zeg nou!”roep ik. “Nee”zegt Mathijs. “Je komt er nog wel achter.”
“Maar ik wil het nu weten”zeg ik koppig en ik trek een pruillip. “Je weet dat ik niet tegen pruillipjes kan”zegt Mathijs. En hij buigt zich naar me toe. “Nouhou, je leid me af”zeg ik. Mathijs grijnst en zoent me. Na een tijdje horen we “Ahum”en we kijken op. Daar staat een serveerster met ons ontbijt. Ik word meteen rood. De serveerster zet het eten neer. Ik schat haar op onze leeftijd. Ze glimlacht lief naar Mathijs en kijkt daarna arrogant naar mij. Ik glimlach. Het is niet het eerste meisje dat jaloers op me is als ik met Mathijs ben. Om haar te pesten leg ik mijn hand op die van Mathijs. De serveerster draait zich om, gooit haar haar over haar schouder en loopt heupwiegend weg. “Volgens mij heb je sjans”zeg ik lachend tegen Mathijs. “Jaloers?”vraagt hij. “Nee hoor”zeg ik en ik neem een hap van mijn sandwich.