Schrijfwedstrijd Amused - Opdracht 2
Ik tastte naar mijn wekker, die me net had gewekt met zijn schrille gepiep. Veel te vroeg, vond ik, hoewel ik nog geen idee had hoe laat het was. Ik gluurde naar de wijzer met mijn slaperige ogen, en zag dat de lange op de twaalf stond. Pas toen ik zijn kortere vriendje had ontdekt schoot ik geschrokken overeind. Acht uur?
Ik besefte wat er aan de hand was en liet me opgelucht weer achterover vallen. Ik hoefde me niet te haasten, want de eerste twee uren vielen uit vandaag. In plaats van om half negen, hoefde ik pas om half elf op school te verschijnen.
Maar waarom had ik mezelf dan zo vroeg op laten wekken? Ik had nog wel een uur kunnen slapen. Over dat antwoord hoefde ik echter niet lang na te denken. Meteen herinnerde ik me de reden dat ik niet uit wilde slapen weer.
Mijn hand zocht opnieuw naar iets op mijn nachtkastje, waarbij ik bijna het glas water dat daar stond omstootte. Ik steunde op één elleboog om te zorgen dat dit niet zou gebeuren, want het boek - dat ik eigenlijk had willen pakken - zou er niet mooier op worden als het nat werd.
Ik ging rechtop in bed zitten, met mijn knieën onder de dekens opgetrokken en mijn rug tegen de muur. Begerig sloeg ik het boek open, want ik wilde weten wat er zou gebeuren met Harry Potter, de jonge tovenaarsleerling die de hoofdrol speelde in het verhaal dat ik momenteel las.
Ik ging met mijn ogen over de regels met woorden die samen een verhaal vormden, maar die ik eigenlijk niet zag. Ik lette alleen nog op de betekenis, en liet me gewillig meevoeren naar de kerkers van Zweinstein, waar Harry, Ron, Hermelien en de andere Griffoendors les hadden van hun gehate toverdrankenleraar, Professor Severus Sneep. Ik zag alles precies voor me, van Sneeps vettige zwarte haar tot Hermeliens vinger die iedere keer als de docenten iets vroegen automatisch de lucht in schoot.
Ik ging zo op in het boek, dat ik niet door had hoe hard de wijzers van mijn wekkertje tikten. Pas toen ik een bladzijde omsloeg en aan een nieuw hoofdstuk wilde beginnen, wierp ik een snelle blik om te controleren hoeveel tijd ik nog had. Ik zag onaangenaam verrast dat er al bijna anderhalf uur waren verstreken.
Met veel tegenzin legde ik mijn bladwijzer, een simpel stukje papier, weer tussen de pagina’s van een van J.K. Rowlings’ meesterwerken. Ik sprong uit bed en plukte wat kleren uit mijn kledingkast, zonder veel tijd te nemen om te besluiten of het allemaal wel goed bij elkaar paste of iets dergelijks.
Als ik me nu namelijk haastte, zou ik straks misschien nog een paar minuten hebben. Ik liep naar de badkamer, waar ik onder de douche stapte.
Dat kon ik echter niet veel sneller doen dan normaal. Terwijl ik mijn haren inzeepte dwaalden mijn gedachten weer af naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Het was niet de eerste keer dat ik de Harry Potter serie las, die in totaal uit zeven boeken bestond, maar iedere keer werd ik weer geboeid door de complexiteit van het verhaal, de grapjes die leuk bleven en lieve, grappige of juist gemene personages. Ik werd iedere keer dat ik een van de boeken opensloeg weer meegezogen in de spiraal van kleine avonturen, die uiteindelijk uitmondde in een dramatisch, maar absoluut prachtig einde. Iedere keer moest ik weer lachen om de tweeling, grijnzen als Harry en Ginny elkaar de eerste keer kusten en huilen als Dobby dood ging.
En iedere keer weer bleef ik me verwonderen over hoe origineel het verhaal was. De meeste boeken waren vrij standaard en niet erg vernieuwend, of leken zelfs heel veel op voorgangers. Maar bij Harry Potter had ik dat idee nog nooit gehad.
Dat betekende niet dat er geen andere goede boeken waren. Een paar die op mijn lievelingslijstje vlak onder Harry Potter kwamen, waren De Hongerspelen, De Grijze Jager, Twilight, Gone, Hart van Inkt, De leerling van de Kraai, Lord of the Rings en Wuthering Heights. Stuk voor stuk prachtige boeken, die ik allemaal al meer dan één keer had gelezen.
Als ik las, kon ik namelijk voor heel even ontsnappen aan de alledaagse sleur. Ik beleefde dingen die ik in het echt nooit zou meemaken, en grotendeels waarschijnlijk niet eens zouden kunnen gebeuren. Maar omdat het zo levensecht werd beschreven, kon ik me toch heel goed inleven. En al sinds ik in groep drie had leren lezen, had ik iedere week meerdere boeken uit de bibliotheek geleend, waardoor ik inmiddels goed moest zoeken wilde ik nog iets vinden dat ik echt interessant vond.
Ik stapte onder de douche vandaan, droogde me af en kleedde me aan. Terwijl ik op mijn kamer de borstel door mijn haar haalde met mijn ene hand, hield ik met de andere het boek weer open, en las nog een pagina. Toen liep ik, met mijn ogen nog steeds op de letters gericht, blindelings naar mijn bureau. Nu had ik echter geen andere keuze meer, en moest ik mijn aandacht wel even op mijn agenda richten. Ik keek snel naar de vakken die we vandaag hadden en gooide de bijbehorende werk- en tekstboeken in mijn tas, waarna ik ook het Harry Potter boek erin stopte. Ik sprintte de trap af, propte beneden een boterham in mijn mond, gooide een mueslireep en een appel in mijn tas en verliet het huis. Ik fietste naar school, en kwam net op tijd voor de eerste bel aan op bij de fietsenstallingen.
Half rennend haastte ik me naar het lokaal, waar ik achterin ging zitten, achter twee van mijn vriendinnen. Terwijl zij opgewekt over een TV-programma dat ze gisteren hadden gezien, “The Mentalist”, haalde ik al weer het verslavende boek uit mijn tas. Ik had niet eens door dat een paar minuten later de les begon, want ik was met mijn hele ziel ergens anders, op een andere school, met andere mensen en in een andere tijd.
Reageer (1)
wow, dit i secht practig!!
1 decennium geleden