The forest
Morgen school, schatteboutjes <3
(schrik, veel les morgen. Kwart voor vier thuis, maar 'thankgoodness' geen huiswerk voor vrijdag.)
Ik wacht beneden op niets. Ik zit op de bank en tik met mijn hak tegen de grond. Ik verlang naar Geoffrey's huis, Geoffrey's tuin en mijn kamer. Ik hoor iemand de trap af komen en draai me snel om. Casey komt de trap af. Ik heb niets tegen Casey, maar ik ben geschrokken van de tattoo op zijn rug, ik hoopte eigenlijk dat iemand anders kwam. "Weet je wat," zeg ik." ik denk dat ik ga wandelen. " Ik sta op en trek John's dikke jas aan, waarna ik de deur uit loop. Casey heeft niets gezegd toen ik nog binnen was. Misschien wilde hij dat niemand ervan wist. Ik loop over een grindpad en trap kiezeltjes weg. "Oh, wat saai hier." gaap ik. Ik stop midden op het pad en kijk om me heen. Ik zie heuvels achter ons huisje. Daarachter een kiezelstrand en rotsen en de kust. Ik draai me weer terug en volg het pad. Voor me ligt een beekje met een stenen bruggetje, als je erover loopt en verder gaat kom je in een bos. Het is dik bebost zie ik. Ik wandel snel over het bruggetje en loop naar het bos. Vlak voor de eerste bomen stop ik. "Zal ik.. of zal ik niet gaan?" denk ik. Toch kies ik het gevaarlijke en ik loop verder het bos in. Na een paar minuten lopen vind ik dat het tijd is om terug te gaan. Ik hoor geluiden in het bos die me niet aanstaan en ik heb het sowieso koud dus ik verlang naar mijn dekens. Ik verlang nog meer naar mijn bed zelf omdat ik het vreselijk koud heb. Ik draai me om en schrik als ik iets hoor grommen. Ik draai weer terug, mijn rug richting het huis en de uitgang van het bos en voor me.. een wolf. "shit." denk ik. Tranen schieten van angst in mijn ogen en ik sta verstijfd. Ik denk na, als ik ren heb ik misschien nog kans om te ontsnappen, alhoewel die kans klein is tenzij het beest mank is. Als ik niet ren ben ik sowieso naar de haaien. (Of liever, naar de wolven.) Ik draai me rustig weg van het beest, ik hoor zijn gehijg, ik zet één voet vooruit en dan.. "Sprinten!" zegt mijn gedachte. "Sprinten!" doen mijn benen. Ik ren als een gek. Ik raak bomen, takken scheuren door mijn gezicht. Ik verzwik mijn enkel door onvoorzichtig op een dikke tak te trappen, maar wat maakt dat uit? Ik ren door. "Rennen!" zegt heel mijn lichaam. "Overleven!" dat wil ik, maar mijn kracht komt uit de gedachte, van angst, "Hij vreet je op! Hij verscheurt je! Ren, ren, verdomme, ren als je niet dood wilt! REN! RRRRREENNNNNN!!!" Ik ren echt als een gek en ik voel de wind in mijn gezicht snijden, net als takken. Ik hoor de wolf me achterna zitten. "Shit shit shit, ik wil niet dood!" schreeuw ik mezelf toe. "Verdomme, laat me ontsnappen. Laat geluk eens aan mijn zijde staan." smeek ik. Tranen biggelen over mijn wangen en ik voel ze kouder worden door de ijzige windvlagen. Ik zie het licht van buiten het bos tevoorschijn komen. "Nog een stukje en dan ben ik uit het bos, dan alleen nog naar huis! Naar huis!" denk ik. "Neeeee." breng ik wanhopig uit, als ik mezelf dichter bij de grond zie komen. Een bonk en veel gekraak. Ik kijk naar mijn voet, die er pijnlijk bij ligt, verstrengeld in een tak. Ik zie de wolf dichterbij komen. "SHIT NEE!" schreeuw ik, ik probeer overeind te krabbelen. De wolf komt voor me staan en hijgt in mijn gezicht. Ik staar hem met grote ogen aan. Ik kruip terug en kom terecht op mijn rug. De wolf loopt over mijn benen, over mijn buik en zet zijn poot op mijn borst en een op mijn schouder. Zijn bek dicht bij mijn gezicht en ik voel zijn warme, vieze gehijg tegen mijn mond slaan. "ik ga dood." denk ik. (Pessimisme.)
Reageer (1)
Oh My God!! Hoe kan ik nu nog slapen?? Dit is veel te spannend!! Echt heel veel te spannend!! Dus please!! I'm beagin' you, Go On!!!!!
1 decennium geleden