19
Jenova keek met groeiend ongemak naar de brug en het kerkhof. Zelfs hier was ze al te dicht bij het domein der doden, ook al bevond de beschermende rivier zicht tussen hen in.
'Mag ik gaan?' vroeg ze aan haar moeder.
'Waarheen?' was het antwoord.
Jenova schokschouderde. 'Ik heb het te warm,' loog ze. 'Ik wil ergens anders spelen. Ik neem Saphira wel mee.' Haar ouders verwachtten dat Jenova op Heilige Dagen op haar jongere zusje paste. Ze wist dat ze meer kans maakte om weg te mogen als ze Saphira met zich meenam.
'Weet je het zeker?' Vroeg haar moeder. Ze legde een hand op Jenova voorhoofd. 'Je bent toch niet ziek?'
'Nee.' zei Jenova. 'Ik wil met Saphira spelen, maar ik vind het hier te warm. Ik kan haar meenemen naar de waterval.
'Goed dan. Heb je iets te eten bij je?'
'Wat knoflook.'
Jenova's moeder sloeg haar ogen ten hemel. 'Jij en je knoflook! Hier, neem wat brood mee voor Saphira. Ik zal vanavond een extra portie klaarmaken. Jullie zullen wel honger hebben na zo'n lange wwandeling.'
De waterval bevond zich op twee uur lopen van het dorp, terug iets minder, omdat dan het grootste deel van de weg heuvelafwaarts ging.
Er zijn nog geen reacties.