1,1
1. I want to train.
Ik viel van mijn fiets af, in de koude sneeuw. Ik riep een paar scheldwoorden tegen de sneeuw, en kwam met moeite overeind. Nadat ik weer op mijn fiets zat, merkte ik dat mijn band dubbel geklapt was. Boos gaf ik een schop tegen mijn fiets. Daar had ik dus niks meer aan. ‘Taji Gin chan.’ Mompelde de stem achter me. Ik keek niet op of om. Ik wist wel er achter me stond. Ik had alleen geen zin om hem aandacht te schenken. Ik mocht hem gewoon niet. Ik liet mijn fiets liggen, en begon te lopen door de sneeuw. Ik kreeg er natte schoenen van, en het ging niet zo snel. Ik struikelde, alleen werd ik dit keer opgevangen door 2 handen. ‘Laat me met rust Hidan.’ `Smeet ik hem toe. ‘Je weet dat dat niet gaat.’ Smeet hij terug. ‘dat kan best!’ schreeuwde ik, terwijl ik overeind krabbelde. ‘Je laat me alleen niet de kans om het te laten zien!’ Nog steeds had ik Hidan niet aangekeken. Hij zuchtte. Ik had zin om dat ook te doen. ‘heb je niet iets beters te doen, dan babysitten? Jezelf steken ofzo.’ Mompelde ik. ‘Genoeg! Gin, hou je kop dicht.’ Ik was het zat. Ik liep verder, maar Hidan greep me vast, en sprong omhoog. ‘Laat me gaan! Ik kan zelf lopen, asshole!’ Schreeuwde ik tegen hem. ‘Denk het toch niet, je struikeld de hele tijd, en straks kom je te laat.’ Antwoordde hij rustig. Ik begon hem te bijten en te schoppen op de plekken waar ik erbij kwam. Hij gaf geen reactie. Toen we van een dak af sprongen, smeet Hidan me het, met sneeuw bezaaide, plein op. ‘Au!’ schreeuwde ik met nog een groot aantal scheldwoorden er achteraan. Het plein was leeg. Waarschijnlijk was iedereen binnen vawege de sneeuw storm. Voor ik het hem te grazen kon nemen, was hij al verdwenen. Ik wenste nog hevig dat niemand Hidan had verteld wat ik in zijn bed had gelegd, en ging toen met evil gedachtes over Hidans reactie de school binnen. Iedereen keek mijn kant op. Ik schaamde me een ongeluk. Ik vluchtte naar de wc’s en bekeek mijn bebloede gezicht. Fijn. Al mijn kleren waren nat. Op mijn voorhoofd zat een grote snee. Ik controleerde of er niemand in deze ruimte zat, en deed een genzende jutsu. Mijn wond genas snel, gelukkig. Na het wegwassen van het bloed op mijn gezicht, hoopte ik dat mijn kleren niet te veel zouden opvallen. Het zou alleen wel koud worden.
Op weg naar mijn lokaal, had ik nog vele blikken op mij gericht. Een meisje was naar me toe gelopen, en had gevraagd hoe het kwam dat mijn wond plots weg was. Ik had haar genegeerd, en om haar heen gelopen. Daarna had niemand nog tegen me gepraat. Wel óver me gepraat. Iedereen had al wel door dat er iets vreemds met me aan de hand was, maar niemand wist precies wát er dan wel aan de hand was. Gelukkig maar. Dan zouden ze allemaal doodsbang voor me zijn. Niet dat ik dan wel vrienden zou gaan krijgen. Nu had ik er tenminste één. Alleen was die ziek thuis. Al een week. Toen ik het lokaal binnen stapte, keken alle kinderen me aan. Zonder iets tegen de leraar te zeggen, liep ik naar het achterste tafeltje van de klas. ‘Gin!’ riep de leraar streng. ‘hm?’ mompelde ik. ‘Waar kom je zo laat vandaan?’ ‘Ik was gevallen van mijn fiets.’ Een paar kinderen grinnikten. ‘Ga je maar melden, dan kan je daarna terug komen.’ ‘Kan ik ook gewoon daar blijven?’ mompelde ik terwijl ik weer naar de voorkant van de klas liep. ‘Best! Ik hoef jou hier niet meer te zien!’ Ik glimlachte, en deed de deur open. Toen ik de deur dicht had gedaan, stond Itachi plots voor me. ‘Ik schik me een ongeluk door jou.’ Fluisterde ik hard. ‘Gin chan. Je moet echt gewoon je lessen volgen.’ Fluisterde hij terug. ‘Met dat … persoon zeker?’ siste ik. ‘ja doei, ik ga weg hier. Kunnen we niet alvast gaan trainen?’ Itachi keek me aan, en bleef me aanstaren. Ik keek boos terug. Uiteindelijk gaf hij antwoord. ‘Gin, je wilt toch bij ons intrekken?’ ik knikte. ‘Dat kan alleen als je over gaat. Anders laten ze je niet je eigen gangetje gaan.’ ‘weet ik, maar bij hem leer ik tóch niets. Wiskunde gaat prima.’ Mompelde ik. ‘Jij noemt een 4 prima?’ Fluisterde hij streng. Ik trok een pruillipje. ‘Gin.’ Zuchtte hij. ‘Itachi.’ Zuchtte ik irritand terug. ‘Oké, we gaan trainen…’ begon hij. Ik grijnsde. ‘… na je school.’ Mijn grijns maakte plaats voor een boos gezicht. Ik stompte hem in zijn buik, en hij verdween gelijk in een paar raven. Ik had dus lopen praten met zijn kloon. Ik liet een boos snufje horen, en begon te lopen. Ik ging me gewoon koppig ziek melden. Deidara wilde me vast wel even trainen. Ik kon het wel vinden met hem.
‘Ja, ik ben gevallen. Ik heb vreselijke hoofdpijn.’ Zei ik zielig. Het gezicht van de vrouw keek bedenkelijk. ‘Kijk, ziet u de snee nog zitten?’ Ik boog voorover, en liet haar mijn voorhoofd zien. ‘Ik voel me misselijk, en.. ik denk echt dat het niet goed gaat zo.’ Ik liet een snikje horen. ‘Oké dan. Bel maar even naar huis, dan meld ik je af.’ Zuchtte de vrouw uiteindelijk. Blij dat het gelukt was, liep ik naar de telefoon, toetste het nummer in, en wachtte af. ‘Met je ergste nachtmerrie.’ Hoorde ik aan de andere kant van de lijn. Tobi weer. Ik deed mijn best om nog steeds een beetje zielig te klinken. ‘Eh, hoi mam.’ Begon ik. Tobi antwoordde; ‘dag, lieverd, heb je weer eens te veel appelmoes gegeten?’ hoorde ik hem zeggen met een vreemde opgezette stem. ‘eh, ja. Ik kom naar huis, totzo.’ Zei ik zielig zonder mijn big smile te laten zien. ‘Oke, tot zo appelmoesvretertje van me!’ ‘doei doei!’ en ik hing op. Ik deed mijn best om de grijns van mijn gezicht te halen, en draaide me naar de vrouw om. ‘Het is geregeld, Gin. Beterschap!’ ‘Bedankt mevrouw!’ zei ik. Ik liep rustig naar de kapstokken, en haalde mijn jas er van af. Vervolgens huppelde ik vrolijk naar de deur. Ik wist dat Itachi allang weg was, en Hidan had de anderen waarschijnlijk het verhaal van mijn fiets al duidelijk gemaakt. Ik was benieuwd wie me ging ophalen. Ik liep met mijn handen in mijn zakken, omdat het hartstikke koud was, door de sneeuw op het plein. Al snel zag ik een zwarte cape met rode wolkjes erop door de lucht schieten. ‘Tobii!!’ riep ik blij. ‘Gin chan!!’ riep hij blij. Plots stond hij voor me, en gaf me een knuffel. Ik gaf hem een dikke knuffel terug. Tobi en ik waren hele goede vrienden. Hij was bijna altijd positie over dingen, en maakte me vaak aan het lachen. Dat deed me vaak wel goed. Ik was blij dat hij me was komen ophalen. Toen hij me los liet kreeg ik het gelijk weer koud. Tobi zag het, en haalde ergens een cape vandaan. Ik grinnikte en deed hem aan. Gelijk had ik het weer warm. Handig, die capes! Ik sprong op Tobi’s rug, en hij sprong het dak op. De wind sjeesde langs mijn oren, en voor ik het wist, stonden we voor de schuilplaats. Jammer, maar ook fijn. Ik kon eindelijk weer trainen, wat ik hard nodig had.
Reageer (3)
best goed hoor maar niks voor mij ^^
1 decennium geledengeweldigxD maar ze moet naar school:| holy sh*t
1 decennium geledensnel verderxD
VERDER VERDER VERDER VERDER VERDER VERDER VERDER VERDER BITTE
1 decennium geledenJe verhaal is echt goed geschreven >//////////////<
En serieus wat tobi zei ‘Met je ergste nachtmerrie.'
Ik lag echt dubbel van het lachen
Ik hoop dat je snel verder gaat met schrijven.
Xx Kia
Ps: Ik neem meteen een Abo ^^