Dit is het eerste deel van het eerste hoofdstuk. Ik heb al grote stukken geschreven dus het zal vlot gaan.

Het was een hele gewone dinsdag, de tijd ging niet langzaam of snel en het was niet leuk of stom. Het was gewoon. Ik had plezier met mijn vriendinnen en de jongens voetbalde op het plein in de pauze. Het vreemde kwam eigenlijk pas aan het eind: ‘We krijgen morgen een test daarom is het belangrijk dat jullie er morgen allemaal op tijd zijn’. Begon de juf. ‘Ja Richard,’zei de hele klas in koor. ‘Op tíjd.’ Ik lachte. ‘Waarover gaat die test?’ vroeg Richard, die net deed of hij niks gehoord had. ‘Dat, ehh, weet ik niet.’ Zei Karin. Ik vond het raar, als je, je leerlingen een test geeft dan weet je och wel ongevéér wat ze moeten doen. ‘Het gaat in ieder geval niet over hoe slim je bent’ ging Karin verder. ‘Als je niet geslaagd bent hoef je niet te denken dat je, ehh hoe moet ik het zeggen, dommer bent dan de kinderen die wel zijn geslaagd.’ Ze wachten een tijdje. ‘Ehh, nu mogen jullie gaan.’ Ik zet mijn stoel op tafel en ik loop naar Kyra toe. We zijn beste vriendinnen en fietsen altijd samen naar huis omdat we dicht bij elkaar wonen. “Kom je?” Vroeg ik haar, Kyra pakte haar sleutel uit haar laatje en knikte. We liepen naar onze fietsen. ‘Ben jij nieuwsgierig,’ vroeg Kyra toen we bij de fietsenstalling aankwamen. ‘Karin deed zo vaag…’ Ik begreep haar, ze liet haar kinderen nooit mee doen met dingen die niet duidelijk zijn. Ik heb haar ook nog nooit ‘ehh’ horen zeggen. ‘Een beetje wel, maar ik wil wedden dat het gewoon een saaie meneer is die ons een saaie toets geeft.’ Zei ik. ‘Dat is waar, wij zullen nooit in een echt mysterie terecht komen.’ We fietsen naar huis. Thuis ging ik een boek lezen alleen kon ik me niet concentreren. Het bleef me maar achtervolgen: Waarom stotterde Karin? Waarom wou ze niet zeggen wat voor een test het was? Zou ze gedwongen zijn, betoverd? Ik rilde, waarom kon ik het niet gewoon loslaten. De rest van de klas is vast al weer met iets anders bezig maar Lio licht er van wakker.
Die nacht kon ik niet slapen. Dat was nooit goed bij mij. Ik ging dan rare dingen denken. Ook nu begon het weer: ‘Misschien werd Karin wel gedwongen’, dacht ik bang. ‘Dan komt er een serie möördenaar en schiet iedereen dood’. ‘Nee,’ zei het verstandige stemmetje in mijn hoofd. ‘Het is vast gewoon een saaie test.’ Maar toen kwam het veel te fantasie rijke stemmetje er ook nog bij: ‘Misschien is het wel een toelatingexamen voor een geheime Spionnenschool.’ Fluisterde het Enthousiast in mijn oor. Ik kon er niet meer tegen en pakte een boek onder m’n kussen vandaan. Het boek was erg spannend en ik vergat de tijd. Om elf uur was het boek uit en keek ik verschrikt op de klok. Ik zou morgen wel dood moe zijn dacht ik vermoeid en ik had de nijging om m´n wekker uit te zette. Dat gebeurde me de laatste tijd ook veel te vaak. Dat ik de tijd vergat en tot middennacht lag te lezen. Als ik dan op de klok keek dan had ik heel erg spijt omdat ik dan de volgende dag heel moe zou zijn. Nu baalde ik weer, en vooral omdat we morgen die test hadden en het wekt niet zo’n goede indruk op als je licht te slapen. Maar goed, ik kon er nú toch niks meer aan doen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen