1. Het begin
Altijd had ik gedroomd van een perfect leven. Lieve ouders, veel vrienden. Goede punten op school en later trouwen met de man waarvan ik het meeste hield. Misschien een kindje of twee. Maar dat alles liep gigantisch in het water toen ik voor de eerste keer mijn ouders verloor. Ik weet nog hoe ze me haastig afzette bij mijn grootmoeder…
“Ik kom je morgen terug ophalen.” Glimlacht mijn moeder geruststellend naar me, maar die blik in haar ogen vertelden iets anders. Ze was bang voor iets. Ik knikte en drukte een kus op haar wang. Ze knuffelde me stevig, iets wat ze anders nooit deed als ik bij oma de dag doorbracht. “Wees een braaf meisje, Shannay. Ik waak over je.” Die laatste zin gaf me een naar gevoel in mijn buik. Alsof mijn leven er vanaf hing knuffelde ik haar terug. Wist ik veel dat het de laatste keer ging zijn.”Ik hou van je Shannay.” Waarom gaven die vijf simpele woordjes me kippenvel? Dit was niet goed.
“Shannay je moet eens heel goed luisteren.” Mijn oma tilde me op haar schoot, iets wat ze haast alleen deed als er iets was dat ik moest weten.”Mama en papa houden heel veel van je Shannay, en ze hebben je niet in de steek gelaten.” Ik knikte en stopte mijn wijsvinger in mijn mond. Mijn tanden beten mijn nagel er af. “Mama en papa zijn nu bij een hele lieve meneer, en later ga ik daar ook naar toe, en jij ook. Opa gaat er ook naar toe.” “Iedereen?” Met grote ogen keek ik oma aan. Ze knikte, en ik zag de tranen blinken. “Mama gaat over jou waken Shannay, en papa ook.” Ik knikte en sloeg mijn armen rond haar nek. Oma was streng. Strenger dan mama. Meestal vond ze me te groot voor een knuffel, of als ik vroeg om me in te stoppen in bed. Maar nu liet ze het toe, ze sloot haar armen even sterk om me heen als ik deed rond haar.
Ja, nu weet ik immers ook wel dat mijn moeder en vader bedreigt werden. We waren niet erg rijk, maar we hadden ruim genoeg om de maand rond te komen en nog wat leuks te kopen. Het ging om het geld. Het gaat àltijd om het geld. Maar waarom ze net mijn ouders moesten hebben, dat is tot nu toe nog steeds een raadsel. Ik kwam in een weeshuis terecht, waar ze me –in tegenstelling tot andere weeshuizen- altijd heel goed hebben opgevoed. Ik werd nooit geslagen, hoogstens een tik op mijn vingers als ik weer aan het nagelbijten was. Ik werd in een gezin geplaatst, waar ik er een broertje bij kreeg, en twee schatten van ouders. Ik was gelukkig, tot op mijn vijftiende verjaardag. Ik kreeg te horen dat ook mijn adoptieouders omgekomen waren. Op een heel andere manier, maar toch. Ze waren dood. En ik stond voor de grootste opdracht die ik ooit zou krijgen.
“Shannay, je moet eens heel goed luisteren.” Ik kende die zin. Veel te goed naar mijn zin. “Rose en Dario zijn omgekomen in een ongeval.” Ik wist het. Die zin gebruikten veel mensen als ze iets moesten vertellen. Zo ook in mijn geval. “Hoe?” was het enige wat ik vroeg. Ik had ervaring met deze situatie. “Een vrachtwagenchauffeur reed hun aan. Ze liepen de straat over, en de chauffeur kon niet meer op tijd stoppen.” Ik knikte, en nam Alex ,mijn kleine broertje, op de schoot. Hij luisterde met tranen in zijn ogen mee. Hij leek zo fel op mij, ookal was hij geen echte familie. “Je staat voor een taak. En het zal niet simpel zijn.” “Wat dan?” Hij keek even naar zijn handen. “Jij moet samen met een jongen, genaamd Bill Kaulitz, je broertje opvoeden. Hij is de zoon van je ouders’ beste vrienden, en hij is ook zijn ouders verloren.” Mijn mond zakte open. Ik was net vijftien geworden en ik moest een kind opvoeden?! “Je trekt bij Bill in, hij is al ingelicht. Maar Shannay, hij is er niet zo mee opgezet, dus wees voorzichtig.” Oh fijn.
Mijn leven zal nooit zijn zoals ik het gedroomd had. Want het is een feit dat dromen bedrog zijn.
Er zijn nog geen reacties.