Het etentje
Ik verstijfde. Dit had ik niet verwacht. Hij keek me aan en grijsde. Ik werd bleek. Mijn broer, Carlo, wist niet dat ik de schuld van mijn vader afbetaalde met stelen. Als hij dat wist dat ik een meesterdief was, nog wel The Shadow, ging ik eraan. The Shadow is mijn bijnaam voor de politie. Alexander knikte vriendelijk naar me en zei: ‘Goede avond, madame. Wat fijn dat we hier mogen eten.’ Toen hij langs me liep, fluisterde hij in mijn oor: ‘Maak je geen zorgen. Ik zal niks zeggen.’ Met die woorden liep hij door. Ik draaide me om, schudde met mijn hoofd en liep naar binnen. Iedereen zat al aan tafel gezellig met elkaar te praten. Ik hield Alexander heel goed in de gaten. Als hij iets dreigde te vertellen zou ik er snel bij zijn. De vrienden van mijn broer zagen er allemaal keurig uit. Ze hadden allemaal pakken aan. Die Dennis was arrogante zak. Hij keek afkeurend om zich heen en zei: ‘Wat een armzalig huisje. Ik vind het niet kunnen, jufvrouw. Wat denkt u wel van ons.’ Mijn mond zakte open. Wat dacht die gast wel niet. Dat hij in een 3-sterrenrestaurant. Mijn broer knikte goedkeurend naar zijn vriend en zei: ‘Goed gezegd, Dennis. De volgende keer is dit huis spit en span.’ Alexander zei toen: ‘Kom kom jongens, ze heeft zich uitgesloofd voor ons. Is het dan niet aardig als we ons commentaar voor ons houden. Ik vind het heel netjes hier.’ Marko schudde zijn hoofd. ‘Ik ben het met Dennis en Carlo eens. Het is een armzalig huis en het is niet schoon.’ Toen keek hij naar mij. ‘Jij ziet er ook niet uit.’ Ik had me nog nooit zo beledigd gevoelt. Ik liep snel naar de keuken. Alexander stond op. ‘Zeg, kunnen jullie wel! Je kunt haar niet zomaar beledigen.’ Hij keek nu naar Carlo. ‘En waarom verdedig jij je zus niet?’ Carlo keek hem aan alsof hij achterlijk is. ‘Ga alsjeblieft zitten, Alexander Greco.’ zei hij neerbuigend. ‘Je bent nu onder gentmens.’ Alexander ging heel langzaam zitten. Ik vond het echt heel lief dat hij zo voor mij op kwam. We waren dan wel vijanden als we werkten, maar in het normale leven konden we misschien vrienden zijn of nog iets anders… Ik giechelde bij die gedachten. Gelijk kreeg ik weer een spottende opmerking naar mijn kop geslingerd. Het was Roberto, die de hele tijd had gezwegen. ‘Hij je kop en geef ons te eten, vrouw.’ Hij keek de andere aan en zei met een kop: ‘Wat zijn vrouwen toch dom. Er moet altijd een man in de buurt zijn om ze te kunnen sturen. Ik heb medelijden met je, Carlo.’ Ik kon het niet meer. Ik gilde: ‘ERUIT! NU! Jullie stelletje arrogante zakken.’ Dennis keek me woest aan. Hij stond op en hief zijn hand. Ik deinsde achteruit, maar Dennis was sneller. Ik kreeg een harde klap in mijn gezicht. Alexander was heel snel bij me en ging tussen mij en Dennis staan. Ik begon te huilen. Dit was de druppel. Alexander keek woedend naar Dennis. Hij had het met mij te doen. Hij sloeg zijn armen om me heen en fluisterde troostende woorden in mijn haar. Ik drukte mijn gezicht tegen zijn schouder aan. Ik voelde me veilig bij hem. Hij rook ook lekker. Dennis zei: ‘Wat een idiote vrouw. Wat voor werk doet ze? Ze is vast schoonmaker.’ Ik begon nog harder te huilen. Alexanders T-shirt moest nu wel doorwekt zijn. Hij keek met een kille blik naar Dennis. ‘Nu ben je te ver gegaan.’ zei hij heel langzaam.
Reageer (2)
Sasja!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
1 decennium geledenIk ben het met Amy eens. Ben je gek geworden of zo.
SASJA!!!!!!!!!!!!!!!
1 decennium geledenwat the heck bezielt jou om nu te stoppen nu er eindelijk iets tussen die speelt.