Schrijfwedstrijd Nikki en Vanity
opdracht 1
Schrijf een stuk van minimaal 400 woorden en verwerk er deze woorden in:
-Visstick
-Achtbaan
-Horizon
-Grafkist
-Doos
Ik hijgde van de vele treden die ik had moeten beklimmen om hier te komen. Een zware kramp liet me even in elkaar krimpen. Wat had ik toch een slechte conditie. De laatste paar meter tot de rand van het hoge flatgebouw overbrugde ik traag terwijl ik mijn hand in mijn zij hield. Ik wilde niet huilen maar toch stroomden ze over mijn wangen. Het uitzicht was werkelijk prachtig. De hele horizon was bedekt met hoge flatgebouwen. De vele lichten schitterden nu het al donker begon te worden. Ik weet niet hoe lang ik daar stond maar ik hoorde iemand achter me. Verschrikt draaide ik me om.
‘Hey, gast ik heb je overal gezocht.’ zei Sam blij.
‘Wel je hebt me gevonden.’ Zei ik nors.
‘Ja, ik heb je gevonden.’ Het bleef een tijdje stil. Sam kwam naast me staan. Wachtend tot ik er zelf over zou beginnen maar dat deed ik niet.
‘Zo’ zei hij voorzichtig ‘wil je erover praten?’
‘Wat valt er te zeggen. Mijn ouders gaan scheiden en mijn beste vriendin wil me niet meer.’
Ik begon weer te huilen. Wanhopig probeerde ik ze weg te vegen maar hij had het al gezien.
‘Kom eens hier.’ Hij strekte zijn armen uitnodigend open. Toen ik geen aanstalten maakte om naar hem toe te gaan trok hij me aan tegen zich aan.
‘Ik wou dat ik iets kon doen. Om alles weer te maken zoals het was, maar dat kan ik niet. Wat deed je hier nou eigenlijk helemaal alleen?’
‘Ik was van plan om eraf te springen, maar ik durfde niet.’ Mijn stem klonk emotieloos.
‘Wat’ hij nam me aan mijn schouders vast en schudde me zacht door elkaar ‘dat mag je niet doen. Wat moet ik nou als je er niet meer bent?’ Ik zou niets. ‘Beleef je dat je geen zelfmoord pleegt?’ zijn stem klonk al iets kalmer.
‘Ja, ik beloof het.’
Een zucht verliet zijn lippen toen mij terug tegen zich trok. ‘Jij dood. Ik zie je al liggen in een doodskist. In een houten doos onder de grond. Weg voor altijd. Ik weet dat je het nu moeilijk hebt maar ik beloof dat ik je zal helpen. Morgen gaan we naar een pretpark. Eerst eten we thuis frieten en vissticks en dan gaan we in alle achtbanen die ondersteboven gaan zodat we goed misselijk zijn. ‘
Ik lachte. Sam weet precies hoe hij me moet opvrolijken. ‘Oké’ ik knik instemmend. ‘Brrr, het begint koud te worden. ‘ Sam rilt overdreven. ‘Zullen we maar naar beneden gaan? ‘ Hij neemt mijn hand vast.
Reageer (2)
Wow, mooi!
1 decennium geledenMooi geschreven en een fijne schrijfstijl.
1 decennium geleden