Hoofdstuk 1 - 7
Tot mijn grote opluchting begon hij te lachen.
‘Dat was mijn tweelingbroer Alan.’ Hij keek bedenkelijk naar mijn rode wangen en grinnikte. Ik keek hem vragend aan.
‘Je bloost.’ Stelde hij vast. Door zijn opmerking werd ik alleen maar roder. Ik was echt hopeloos.
Nadine zakte neer op een van de barkrukken. Afwachtend keek ze van mij naar Liam.
‘Twee cola dan maar?’ vroeg hij en draaide zich om.
Mijn ogen vlogen even naar Nadine, die haar wenkbrauwen vragend naar mij optrok. Ik wuifde het weg, Liam had zich al weer omgedraaid met twee volle glazen cola in zijn handen. Met een grijns zette hij ze op de bar.
‘Van het huis.’ Zei hij terwijl hij naar me knipoogde. Hij zuchtte bijna onhoorbaar, even trokken zijn mondhoeken teleurgesteld naar beneden maar hij herstelde zich al snel, toen hij een klant aan de andere kant van de bar zag wachtten. Hij draaide zich om en beende weg om hem te helpen.
‘O, hij ziet jou echt wel zitten!’ Jubelde Nadine zachtjes, zodat hij ons niet zou horen. Ik rolde met mijn ogen.
‘Ga jij nou maar eerst een opticien zoeken.’
Ze glimlachte breed. Die haalde zich echt teveel in haar hoofd.
Al gauw kwam Liam terug, we spraken nog wat tot ik erachter kwam dat het al aardig donker begon te worden. De tijd vloog voorbij als ik hier was. Ik probeerde mijn gezicht in de plooi te houden maar ik wist dat de teleurstelling alsnog duidelijk in mijn stem doorklonk. Ik zei Liam gedag en stapte samen met Nadine en op de fiets richting huis.
Er zijn nog geen reacties.