Herfst
joya: julien beste vriendin
lucie: julien's hond
herfst
's ochtens werd ik wakker van een luid geblaf. oh nee! ik keek op mijn wekker. 10 voor 7. valt nog wel mee. beneden hoor ik de deur dicht slaan. mijn moeder is nu vast al weg. ik ga mijn bed uit en kleed me aan. lucie hoorde blijkbaar mijn gestommel en komt de trap opgerend. ik aai hem een beetje en kijk op mijn wekker 7 uur. als ik lucie aan kijk, wil ze me een lik over mijn hand geven, maar net optijd trek ik die weg. ik loop naar de trap en stommel naar beneden.
tegen een uur of 8 komt joya binnen. ze komt altijd vroeg. 'hooi!' roept ze uitgelaten. 'ben je klaar?' 'nee, natuurlijk niet. het is pas 8 uur!'roep ik.'oke, ik wacht wel' en met een plof gaat ze op het houten krukje in de bijkeuken zitten. die meteen ongelovelijk kraakt. met een gil springt ze op. ik begin meteen te lachen. joya is mijn beste vriendin sinds groep 1. ze had een zandtaartje gemaakt waar ik per ongeluk op was gaan staan. toen heeft ze me de hele pauze met een hand vol zand achterna gezeten. vanaf toen waren we beste vrienden. langzaam stop ik mijn boeken in mijn tas. zo langzaam dat het joya irriteert. 'kom nou!' zegt ze 'nu ben je wel laat!' snel doe ik mijn jas aan en samen met joya loop ik de deur uit.
als we samen voor het huis staan. zie ik ineens een fiets tegen de boom voor ons huis staan. waar komt die nou vandaan? de fiets is wit met allemaal gekleurde bloemen. volgensmij is hij niet zo oud. waarom staat hij bij deze boom? 'waar kijk je naar?' vraagt joya die mijn blik probeert te volgen. 'waarom kijk je naar die fiets?' 'ik heb hem hier nog nooit zien staan.'zeg ik. 'ach boeie!' roept joya en ze fietst weg. waarom intereseert die fiets joya niet? het is toch vreemd?
als we op school komen is de bel natuurlijk nog niet gegaan. we zijn nog steeds veel te vroeg. geirriteerd loop ik naar mijn kluisje. natuurlijk gaat die niet open zoals altijd. ik begin er een beetje aan te trekken en als hij eidelijk open gaat vallen al mijn boeken eruit. naast mij schiet joya in de lag. 'lach maar'roep ik. en ze is meteen stil. dan gaat de bel. 'snel!'roept joya 'anders komen we te laat!'
de hele les denk ik aan de fiets. waarom staat hij daar? joya zei dat hij er gewoon een dagje stond. dat zal dan wel. maar toch. joya stoot me aan. 'wat ben jij nou aan het doen?' vraagt ze. verschrikt word ik wakker uit mijn gedachte. pas dan zie ik dat ik allemaal gekleurde bloemetjes aan het maken ben in mijn schrift. joya lacht 'dat zijn zeker de bloemetjes van de fiets.' snel klap ik mijn schrift dicht. ze hoeft niet te zien wat ik aan het maken ben.
na school fiets ik alleen naar huis. joya had met een vriendin afgesproken. als ik bij maijn huis aankom staat de fiets er nog steeds. 'vreemd' mompel ik. en daarna ren ik naar binnen om huiswerk te gaan maken.
's avonds in mijn bed denk ik nog steed na over de fiets. van wie is hij? zeker weten van een meisje. ik sta op en loop naar het raam. ik schuif het gordijn opzij en kijk naar buiten. naar de fiets. verbaast kijk ik er naar. het lijkt net alsof hij licht geeft. langzaam schuif ik het gordijn weer dicht en trek net daarna nog een keer open. maar de fiets geeft nog steeds licht. helemaal verbaasd ga ik weer in mijn bed liggen. en val in slaap.
droom
ik loop naar buiten en ga op het grasveld voor mijn deur zitten. plotseling zie ik een meisje met een witte fiets met gekleurde bloemetjes langs fietsen. 'stop!' roep ik. maar het meisje stopt niet. ik begin te rennen, maar ik kan haar niet bijhouden. vermoeit laat ik me op de grond vallen.
bonk! verschrikt ga ik overeind zitten. meteen merk ik dat ik niet in mijn bed lig, maar er naast. zuchtent loop ik naar het raam. de fiets staat er nog steeds. ik denk na over mijn rare droom. 'vreemd' mompel ik weer.
Er zijn nog geen reacties.