Hoofdstuk 1 - 6
De wind liet mijn haren speels opwaaien toen Nadine en ik naar het café fietsten.
‘Je meent toch niet serieus dat het niks word, zeker?’ Vroeg Nadine ineens. De hele weg hadden we nog niet veel gezegd.
‘ Wat zou hij met mij moeten?’ vroeg ik onzeker.
‘Ik heb geen idee,’ zei ze bedenkelijk terwijl ze gespeeld met haar wijsvinger tegen haar kin tikte. ‘wat zou een verliefd stelletje met elkaar aanmoeten. Misschien kunnen jullie breien?’
Ik rolde met mijn ogen en gaf haar een duw waardoor ze bijna van haar fiets viel.
‘Even serieus?’
‘Kom op Fey, niet zo onzeker, jullie zijn echt perfect voor elkaar. Net als een vis en water, onafscheidelijk’ Grapte ze.
Ja, natuurlijk, wie geloofd er nou niet in soulmates.
Samen liepen we het café binnen nadat we onze fietsen in de rekken hadden gezet. Mijn ogen gleden meteen langs de bar waar twee klonen stonden. De eerste van de twee had bruin haar en was iets korter dan de andere. Maar ze waren beide langer dan normaal. De tweede, met zijn goud blonde haren, liet meteen een warm gevoel in mijn lichaam verspreiden. Hij keek op en glimlachte opgewekt naar me.
Ik draaide me om, om mijn jas op te hangen en liep vervolgens twijfelend op de bar af. Van de bruinharige kloon was al geen spoor meer te bekennen.
‘Tweelingbroer of kloon?’ viel ik meteen met de deur in huis. Ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan, dat sloeg echt nergens op. Het bloed verspreidde zich over mijn wangen. Dit is echt weer iets voor mij.
Er zijn nog geen reacties.