Hoofdstuk 3
Na weken in het bos gezworven te hebben kom ik bij een klein kustplaatsje uit. Zal ik eens en stukje op het strand gaan rijden? Zal Angel wel leuk vinden. Het is heerlijk hier, ik voel me nu zo gelukkig. Hé, wat ligt daar? Een gewonde zeearend ligt op de rotsen. Wat zielig, zo'n mooi dier dat zo op de rotsen ligt. Er ligt een nest naast haar met een groot ei. Ik stijg af. 'Blijf hier Angel, ik ga daar even kijken.'Ah, wat zielig, de moeder is dood. Zo te zien gaat het ei zo uitkomen. En dan? Die baby kan echt niet voor zichzelf zorgen. Ik kan dat arme beestje toch niet achterlaten? De eerste scheurtjes komen al ik het ei, wat moet ik nou doen! Het ei scheurt verder en verder en daar is ie dan. Wow wat is ie mooi. Het kleine vogeltje kijkt naar mij, open zijn snaveltje en begint te piepen. O jee nu denk ie dat ik zijn moeder ben. Ik moet voor dit beestje zorgen ik laat hem niet aan zijn lot achter. Ik pak het diertje op en wikkel het in een oude doek. Ik moet eten voor hem gaan zoeken, wat aten ze ook al weer? Wormen en insecten geloof ik. Die zijn genoeg te vinden hier, het is redelijk vochtig.
De vogel is bij me gebleven, ik heb besloten haar Aquila te noemen. Ze zit tegenwoordig al op mijn schouder, maar als we rusten probeert ze steeds vaker te vliegen. Ik moet haar helpen, maar ik weet niet hoe. Telkens als als ze het probeert moedig ik haar aan. Ik kan kijken of ze al kan zweven, ik help haar door haar even in de lucht te gooien. Na een aantal keren blijft ze zweven, ik ben zo trots op haar. We trekken verder langs de kust.
Reageer (2)
snel vederrrrrrrrr
1 decennium geledeneen zee arend is mooi om te zen
1 decennium geleden