Chapter 5. If I could have just one smile to give to her
De nacht verliep rustig. Ik had geen dromen. Nou ja, ik kon ze in ieder geval niet meer herinneren. Mijn ogen hield ik nog gesloten. Ik had geen zin om ze te openen, om de wereld weer te begroeten. Voor mij had het toch geen waarde. 'Papa, is ze wakker?' hoorde ik opeens een hoog stemmetje vragen. 'Ik denk het niet, Jazzy,' klonk een zware mannenstem. Ik kon het niet over mijn hart krijgen om daar te doen alsof ik lag te slapen en draaide me om. Iets wat ik beter niet had kunnen doen. De ogen van het kleine meisje boorde zich in de mijne. Ze veroorzaakten steken van pijn, net als het kladblok dat nu als een hoopje op de grond lag. Ik dook voor de zoveelste keer in elkaar. 'Gaat alles wel goed, meisje?' Haar stem klonk zo onschuldig, maar voor mij was ze een moordwapen. Een wandelend moordwapen. Haar kleine handje kwam dichterbij en ik piepte angstig. 'Jazmyn, doe maar een stapje achteruit. Volgens mij is ze bang.' 'Waarom is ze dan bang voor mij, papa?' 'Mama heeft verteld dat ze ook bang voor de dokters was en voor haar.' Ik hoorde voetstapjes, die duidelijk maakten dat het meisje naar achteren was gelopen. 'Heeft ze een naam?' Een naam... Ik had mezelf al duizenden keren afgevraagd hoe ik zou heten. 'Ze is haar geheugen kwijt,' vertelt de man. 'Dus ze weet niets meer? Dat is niet leuk.' Nu hoorde ik het getik van schoenen op de harde vloer. 'Zijn jullie er al? Hoe is het met haar?' De vertrouwde vrouwenstem klonk door de kamer. Zo snel mogelijk probeerde ik haar zachte ogen te vinden. Ze vingen me op en stelden me gerust. De vrouw kwam bij me op het bed zitten. 'Was je bang?' vroeg ze. Ik knikte. Ze vroeg er niet over verder, waar ik haar zeer dankbaar voor was. 'Heb je een naam?' Ik haalde mijn schouders op. 'Weet je echt niks?' 'Nee,' fluisterde ik zachtjes. 'Mama! Mama! Mag ik een naam voor haar verzinnen?' kirde het meisje. 'Nou vooruit, maar die heeft ze totdat ze haar echte naam niet meer herinnert.' Het meisje knikte vrolijk en ging stil op een stoel zitten. De vrouw richtte zich weer op mij. 'Waarom ben je zo bang?' Ze ging toch doorvragen. 'Ik zie dingen,' mompel ik. 'Wat voor dingen? Zie je herinneringen?' Ze klonk hoopvol. Toch moest ik haar teleurstellen. 'Ik zie hele vage beelden. Ze doen pijn.' De man keek verbaasd op. 'Hoe kunnen beelden pijn doen?' 'Jeremy!' siste de vrouw. 'Hoe doen ze pijn?' vroeg ze verder aan mij. 'Ze doen pijn alsof iemand met een mes in mijn buik steekt.' De vrouw stond op. 'Ik zal kijken of het ziekenhuis een psycholoog kan regelen.' Een psycholoog? Zo iemand die met gekken praten? Die met moordenaars praten? Iemand aan wie ik al mijn geheimen zou moeten vertellen, om daarna te horen te krijgen wat zij ervan vind? Iemand die ik waarschijnlijk niet eens aan kan kijken? 'Nee,' piepte ik. 'Wat is er?' 'Ik wil geen psycholoog,' fluisterde ik. 'Maar die is daarvoor opgeleid. Hij kan je helpen de beelden te begrijpen.' 'Dat wil ik niet.' 'Waarom niet?' 'Ik ken hem niet.' 'Ons ken je toch ook niet.' 'Maar u kan ik aankijken.' De vrouw keek me verbijsterd aan en wist even niets te zeggen. 'Hoe bedoel je?' 'Ogen van mensen doen pijn. Die brengen de beelden,' fluister ik, bang dat ze ging zeggen dat ik gek was. 'En die beelden zie je niet bij mij?' Ik schudde mijn hoofd. De vrouw ging weer op haar plek zitten. 'Ik zal overleggen met de artsen.' Gerustgesteld nestelde ik me in de dikke dekens. De vrouw bleef de hele tijd bij me. Ze bewaakte me. Ik voelde me veilig bij haar.
Reageer (8)
SNEL VERDER(H)
1 decennium geledenMooi geschreve^^
1 decennium geledenSnel verder!
1 decennium geledenI love it!