(7) Leger

“Resa?”, riep Jasper, toen de drie vampiers de schuur weer in kwamen. Resa kwam te voorschijn.
“Ja, Jasper?”, vroeg ze.
“Kom hier”, beval Jasper. Resa en Charlotte liepen op hem toe.
“Jullie weten dat dit een leger is”, zei Jasper. “Jullie hebben training nodig.” Resa en Charlotte knikten. “Peter en ik beginnen zo dadelijk met de training, maar Resa krijgt een privé-training van Anna.”
“Mag Charlotte niet met ons meedoen?”, vroeg Resa.
“Nee. Nog niet, althans. Misschien binnenkort”, zei Anna. “Kom mee, Resa.” Resa volgde haar de schuur uit, angstig omkijkend naar Jasper en Charlotte.

“Stilte!”, schreeuwde Jasper, en stuurde een vlaag van concentratie op de newborns af. “Allemaal op twee rijen. Nu!” Vijf vampiers, waaronder Charlotte, deden wat hen gevraagd werd, maar de anderen gingen er gewoon op een hoopje tussen staan.
“Zijn dat twee rijen?”, donderde Peter kwaad. Hij liep de meute vampiers in, en schikte hen allemaal op twee rijen. Daarna ging hij weer naast Jasper staan.
“Dàt zijn twee rijen”, zei Jasper. “Vooruit, we proberen het opnieuw. Allemaal onmiddellijk op vier rijen.” Dit keer gingen acht vampiers op twee rijen staan, maar de rest stond er weer op een hoop achter. Peter liep de groep weer in. Toen iedereen op vier rijen stond, zei Jasper:
“Wij zijn een leger. Jùllie zijn een leger. En een leger toont discipline, anders verliest het elke slag. Willen jullie soms verliezen omdat jullie te lui zijn om te gehoorzamen? Hoe sterker jullie zijn, hoe vaker we zullen winnen, en hoe meer eten we hebben. Maar sterker worden gaat enkel door samenwerking en discipline. Is dat duidelijk?” Een aantal vampiers knikten, maar een aantal anderen stonden gekke bekken te trekken, onder elkaar te babbelen, elkaar uit te dagen en één leek het leuk te vinden Jasper na te doen. Jasper en Peter wisselden een blik van verstandhouding.
“Goed, we gaan trainen in twee groepen”, zei Jasper kwaad. “Charlotte, Janus, Annemarie, Laura, Jade, Zita, Nicolas en Brent gaan met Peter mee.” De genoemde vampiers volgden Peter naar de andere kant van de schuur. “Manon, Diégo, Cédric, Jelle, Lowie, Pierre, Enzo en Lou blijven hier.”