‘Je kent mijn vader?’vroeg hij verbaad. Meeste kinderen hebben hun kinderen nog nooit gezien.
‘Ja, ik ben in Olympus opgegroeid.’ Hij knikte.
‘Heb je al een rondleiding gekregen?’vroeg hij.
‘Bedankt, maar ik weet al waar alles is.’zei ik met een kleine glimlach. Hij knikte.
Achter hem zag ik Percy mijn richting oplopen. Weer kwam die reactie. Het gevoel dat ik hem wilde aanraken. Mijn adem dat stokte.
Beckendorf fronste met zijn voorhoofd. ‘Gaat alles wel goed?’
‘Ehm, ja, ik moet even met Chiron spreken,’zei ik zonder weg te kijken van Percy. Ik keek weer naar Beckendorf. ‘Ik zie je zo wel weer.’ Ik draaide me om en ging opzoek naar Chiron, die met Dionysus op de veranda een spel aan het spelen was.
Dionysus zag me. ‘Ik denk dat we niet meer hoeven te vragen wie het was,’zei hij zonder weg te kijken van het spel.
‘Ik kan het niet geloven, dat jullie twee,’Chiron zuchtte diep.
Ik schudde mijn hoofd en ging met een plof op een trede van de trap zitten. ‘Ik kan niet geloven dat de persoon die ik mijn hele leven al probeer te ontwijken hem kan zijn. Geweldig, we gaan allebei dood,’zei ik met een zucht.
‘Hoeft niet,’hoorde ik een bekende stem zeggen. Apollo, ik had hem niet eens horen aankomen. Ik sprong op en draaide me om. Een grote glimlach zat op zijn gezicht. Hij straalde wel fel vandaag, hij gaf mij een knuffel. ‘Zo, jouw soulmate uit de profetie is Percy Jackson?’vroeg hij toen hij mij weer losliet.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen