~13~
Ze zette een stap naar voren. ‘Jij,’ze wees met haar vinger mij aan. ‘Jij hoort hier niet thuis.’ik kon bijna het vuur in haar ogen zien.
Ik zette een stap naar voren, iets wat ik niet altijd kan is geduldig zijn. ‘En wie ben jij om dat te zeggen, Dochter van Ares.’ De wind blies van mij vandaan.
‘Je zegt het al,’zei ze terwijl ze arrogant een stap naar voren zette. Ik deed hetzelfde.
‘Ik ken jou vader beter dat jij hem zelf kent, maar dat is niet van belang. De goden, hebben mijn toestemming gegeven, dus ik denk niet dat jij mij kan wegsturen.’zei ik terwijl ik mijn gewicht verplaatste naar mijn rechterbeen. Dat kwam waarschijnlijk erg als een bitch over, mij dat kon me even niets schelen. Ik kon gewoon de woede ik haar zien opborrelen. Meeste kampeerders zette een stap naar achter.
‘Let maar, op,’zei ze uitdagend.
Ik rolde mijn ogen. ‘Waarom wil je me weg hebben, ben je bang voor mij?’vroeg ik terwijl ik een wenkbrauw optrok. Ze snoof.
‘Mocht je willen, dochter van de elementen,’
Ze zette een stap mijn richting op.
‘Clarisse,’zei Chiron rustig. Clarisse gaf mij een blik die Ares me ook altijd geeft.
‘Chiron,’zei ik rustig. ‘Ik denk dat er eentje mij wil uitdagen.’
‘Is dat zo?’vroeg Chiron, duidelijk aan Clarisse.
Haar ogen bleven op mij gericht. ‘Ja,’zei ze zeker. ‘Of ben je te bang?’zei ze plagend.
‘Ik te bang, nooit.’ Ik had nog steeds mijn zwaard vast. ‘Zeg maar wanneer je er klaar voor bent,’
‘Oké,’zei Chiron rustig. ‘Zijn er nog andere regels, behalve elkaar snijwonden toebrengen?’
‘Nee, maar misschien wilt deze er nog een paar bij.’zei ik.
‘Nee, niet nodig.’ Ze hield haar arm een beetje uit, met haar handpalm omhoog. Een van haar broers gaf haar een zwaard. Ze was al volledig gekleed in een strijduitrusting. Ik niet. Terwijl ik mijn zwaard omhoog bracht, kwamen vier kleuren naar mij toe, een uitrusting verscheen om mijn lichaam, en cirkelde rond mijn benen naar mijn schoenen, de vernaderde in platte schoenen die met touwen om mijn been vast zaten.
De kampeerders maakte een cirkel om ons heen. Ik draaide het zwaard rond in mijn hand.
Ze pakte het zwaard met twee handen vast en rende naar mij toe, dit zou niet makkelijk worden, maar ook niet moeilijk. Ik verdedigde me, ze duwde met al haar kracht haar zwaard naar mij toe, ik gaf een beetje mee, stapte opzij, waardoor ze een beetje naar voren struikelde. Maar ze viel weer snel aan. Het geluid van onze zwaarden was het enige geluid. Ik was ook weer een beetje aan het oefenen.
Ze begon moe te worden, maar ik had haar ook een aantal keer geslagen. Terwijl ik nog nergens last van had. ‘Zo, ben je wel echt een dochter van de elementen.’
Er zijn nog geen reacties.