~09~
Ik hoorde lawaai. Gejuich, niet van zijn team. Mijn team had gewonnen. Ik haalde mijn zwaard van zijn nek af en wist niet hoe snel ik omdraaide. Ik ademde snel en onregelmatig. Terwijl de rest helemaal blij was. Annabeth had de vlag veroverd. Ik glimlachte flauw naar haar, liet mijn zwaard weer verdwijnen en baande me door de kampeerders en ging opzoek naar Chiron, toen ik hem eindelijk vond, wat niet lang duurde, hij was met Dionysus op de veranda van The Big House een spel aan het spelen. Dionysus dronk een cola, niet de Coca Cola cola, maar een andere soort, eentje die je niet koopt in de winkel.
Dionysus, glimlachte eerst, maar zijn glimlach verdween toen hij mij uitdrukking zag. Voor mijn gevoel, was het een uitdrukking richting verliefd, bang, bezorgd, angst.
‘Oh, all Hades.’zei Dionysus.
‘Dit is waar iedereen zo bang voor was.’zei Chiron.
‘Wie is het?’vroeg Dionysus.
Ik deed mijn mond open, keek ze een voor een aan, voelde al het bloed naar mijn hoofd stijgen, teveel gevoelens die door mijn hoofd heengingen.
De keuze, ik moest mijn hart ergens diep verstoppen, zo diep dat zelfs ik hem niet meer kan vinden. Maar wat ik voor hem voel, nu al in een blik, hoe moet ik die nu kunnen verbergen. En dan hebben we ook nog de gevolgen die ik nu heb, dankzij..
‘Hee, Chiron, meneer D., Aira!’ hoorde ik een jongen roepen. Mijn hart sloeg drie hartslagen over.
Ik wist dat Dionysus nu met zijn ogen aan het rollen was. Chiron stond snel op en liep naar mij toe. Hij knikte naar mij en maakte met zijn hoofd een kleine beweging richting The Big House. Snel liep ik naar binnen.
Ik keek vanuit het ik liep naar boven en keek vanuit het raam naar beneden.
Annabeth en Grover stonden naast hem. ‘Ah, daar hebben we Peter Johnson weer en Annie.’ Meneer D. en zijn namen. Hij wist ze heus wel, alleen zo is hij gewoon.
‘Ehm, het gaat over Aira, de nieuwe kampeerder,’begon Percy. Hij keek Annabeth aan. ‘Ze is toch niet een dochter van Poseidon? Dus mijn halfzus.’
Ik zag Chiron en Dionysus met hun hoofden schudden. ‘Nee, nee, ze is niet je halfzus.’
Percy keek Annabeth aan en toen weer terug naar Chiron en Dionysus.
‘Ik zag haar ogen van kleur veranderen en, ze is geen halfgod, of wel soms?’ Het was een vraag, maar hij wist eigenlijk al het antwoord. Niet goed, niet goed.
Er zijn nog geen reacties.