Geflankeerd door haar ouders, stapte ze een onguur uitziend café binnen. Het roestige uithangbord was amper leesbaar, toch kon ze "De Lekke Ketel" van tussen het roest ontcijferen.
"Laat je niet afschrikken door de buitenkant, stap gewoon naar binnen en ga naar de barvrouw, Nikita, en vraag haar om je doorgang naar de Wegisweg te verlenen. Als ze niet wil binnen laten, zeg dat je door Minerva Anderling gestuurd bent." Professor Anderlings woorden weerklonken in Myelli's hoofd, terwijl ze haar ouders zowat naar binnen moest trekken. Een walm rook verwelkomde haar en even was ze gedesoriënteerd, maar zelfverzekerd liet ze haar ouders aan de ingang staan en liep ze naar de bar. De barvrouw glimlachte vriendelijk en voor Myelli haar mond had geopend, was ze reeds van achter de toog gestapt en leidde ze het meisje en haar ouders naar een bakstenen muur.
Ze tikte er met haar toverstok op enkele bakstenen en de muur werd vervormd tot een doorgang. De dame glimlachte nog eens en liep toen terug naar de bar.
Myelli keek haar ogen uit: tientallen mensen in gewaden liepen door de winkelstraat, ze hoorde katten miauwen, uilen krassen en enkele vreemde geluiden... Haar ouders namen nu het voortouw en liepen de winkelstraat door naar een groot wit gebouw: Goudgrijp.
Ze stapten binnen en liepen naar een balie, maar nog voor ze die konden bereiken, werd Myelli omvergelopen door een wezen waar ze met moeite boven uitstak. Het gromde iets en Myelli keek hem aan: ondanks zijn kleine gestalte, vond ze hem eng en ze slaakte geschrokken een gilletje: "Wat ben jij?"
Het wezen draaide zich geïrriteerd om en keek haar minachtend aan:
"Ik ben een kobold, onwetend kind! Dreuzeltelgen van tegenwoordig, daar valt er niets meer met aan te vangen..."
" Gorat, nog één zo'n opmerking tegen één van onze klanten en je kan terug naar de mijnen, heb je dat begrepen?!" klonk er plots boos van achter Myelli's rug. Myelli werd rechtgeholpen door haar vader en keek recht in een vriendelijk kijkend gezicht, dat ontsierd werd door enkele grote littekens.
"Gaat het, meisje?" vroeg hij. Myelli knikte verlegen.
"Mijn excuses voor Gorat, hij kent zijn grenzen soms niet. Ik ben Bill trouwens, Bill Wemel, mede-bestuurder van Goudgrijp."
" Tavon Night, en dit zijn mijn vrouw Elisa en dochter Myelli, we zouden graag een kluis voor haar openen."
"Ahzo, een uitnodiging voor Zweinstein gekregen?"
Myelli glimlachte: "Ja, meneer."
"Noem me maar Bill, en proficiat, zowat mijn hele familie zit of zat daar. Als jullie mij willen volgen."
Hij leidde het drietal naar zijn bureau; waar alles geregeld werd en het geld gewisseld werd voor galjoenen, sikkels en knoeten.
Bill was tevens zo vriendelijk om een soort plattegrond van de Wegisweg te maken en aan te duiden waar ze moesten zijn: Madame Mallekin, Olivander, Klieder&Vlek...
"O, en hier moet je zijn voor je ketel, weegschaal, flesjesset en je telescoop, die staan ook op de lijst, daar voor je ingrediënten... en ik denk dat het best is dat je, als je een huisdier mee neemt, dat je hier een uil koopt, die komen het meest van pas... want met sommige uilen op Zweinstein weet je maar nooit!
"Een uil?"
"Ja, je kan geen berichtjes sturen op Zweinstein, hoor! Alles gebeurt via brieven per uil."
"Ooh..."
"Zo, dan zijn we klaar. Hier is de sleutel van haar kluis, nummer 312. En misschien tot 1 september, als ik mijn dochters op de Zweinstein Express steek."
Ze namen afscheid van Bill en vertrokken naar Olivander: Maker van Exclusieve Toverstokken sedert 382 voor Christus.
Ze stapten het kleine, schemerige winkeltje binnen en verwonderd keek Myelli rond: honderden doosjes stonden er opgestapeld, zonder nota's of niets: hoe vonden ze dan ooit de juiste stok?
Ze schrok op uit haar gedachten door de zachte stem van een oude man: "Goedemiddag, kan ik u helpen?"
Elisa nam het woord: "Goedemiddag, we zijn hier voor onze dochter, we..."
"zijn er nog niet zo lang geleden achtergekomen dat ze kan toveren, dat kan ik zien. Jongedame, enig idee wat jouw stafarm zou zijn?" "Mijn schrijfhand is links, maar mijn stafarm..." "Links dus, zou u uw linkerarm eens willen uitsteken?"
Hij nam een meetlint en meette verschillende maten op, ondertussen vertelde hij enkele dingen over toverstokken:
"Elke toverstok bevat een kern van een krachtige, magische substantie, Wij gebruiken eenhoornharen, staartveren van feniksen en het hartenbloed van draken. Uiteraard is elke stok dus uniek, zoals elke eenhoorn, feniks of draak uniek is. Daarbij komt ook nog dat de stok de tovenaar kiest, daarom zal je nooit zo goed kunnen toveren met de stok van een ander als met je eigen stok."
Myelli knikte begrijpend en na zijn metingen, verdween Olivander achter één van de vele kasten waarin doosjes opgestapeld waren.
"Zo, meidoorn en eenhoornhaar, 24,8 cm, lekker soepel, probeer maar eens!" Myelli keek de man verbaasd aan toen ze de stok in haar handen kreeg, maar al gauw begreep ze waarom: een warm gevoel verspreide zich in haar hand. Ze zwiepte lichtjes met de stok en kleine gouden vonkjes spoten uit de stok. "Meteen de juiste, de stok heeft jou gekozen. En een leuk weetje: je hebt dezelfde kern als het schoolhoofd van Zweinstein, professor Anderling, en zo zijn er maar 3 van!"
Myelli glimlachte bij de gedachte aan Anderling en kon niet wachten tot 1 september.
"Zo, dat is dan 6 galjoenen en 4 sikkels, aub."
Ze betaalden en vervolgen hun weg naar Madam Mallekin, de Apothekerij, een winkeltje voor weegschalen, telescopen en toverdrankflesjes en naar Klieder&Vlek. In het voorbijgaan blijft Myelli even verbaasd staan naar een kleurrijke winkel: de TovertweelingTopFopShop, met onder het uithangbord een kleiner bordje waar er in sierlijke letters stond : "Ter nagedachtenis van Fred Wemel".
Toen er iets leek te ontploffen en er later roze wolken uit de ramen kwamen, liep ze snel achter haar ouders aan.
"Myelli, aangezien je al op Zweinstein zit als je 11 wordt, willen we je cadeau nu al geven, dat je er plezier aan hebt op school, daarom mag je van ons een dier kiezen om mee te nemen naar school. Myelli knikte en stapte de Betoverende Beestenbazaar binnen. Hoewel ze Bill Wemels advies probeerde te onthouden, werd ze toch aangetrokken door een paar kleine felblauwe oogjes van een lief miauwend kitten.
Er verscheen een slechtgehumeurde man aan de toonbank en zag Myelli bij het katje staan: "Doe me een plezier, kleine meid, en neem dat mormel mee! Ze doet niets anders dan miauwen!"
"Krijg ik ze zo mee, meneer?"
"Als je nog iets anders in mijn winkel koopt, wel ja!"
Myelli keek haar ouders lief aan en Tavon wist wat er ging gebeuren. Hij zuchte: "Myelli, zou je niet beter naar meneer Wemels advies luisteren en een uil kiezen?"
"Maar papa, een uil kan je geen knuffels geven, en meneer Wemel zei dat er ook uilen op school waren, dus als ik juist een goede uil kies om mijn brieven te versturen..."
"Jaja, het is al goed, neem haar maar!"
Ze kochten een mandje en wat spullen voor het diertje en keerden daarna terug naar Woodsville met een nieuw familielid:
Mimsi Night, zoals Myelli haar katje gedoopt had.

Reageer (2)

  • MisCrazy

    jeeeeeeeeeeeeeh ik zag nu pas dat er een nieuw hoofdstuk was, je verhaal is echt super je moet heel snel verder gaan! ik ben benieuwd in welke afdeling ze komt ik hoop griffoendor want dat is gewoon de beste afdeling natuurlijk xD (H)

    1 decennium geleden
  • wocoon

    eeeeeeeeeeh dat is valsspelen! Nu wil ik verder lezen! ^^

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen