Foto bij Hd. 16: Her whisper is the lucifer.

De jas rondom mijn schouders biedt me wat warmte, terwijl ik en Hyun Seung hand in hand terug lopen naar de auto. Yo Seob slentert machteloos voor ons uit, met gebogen schouders staart hij naar zijn voeten. Hij was niet meer de vrolijke Koreaanse jongen die zich jonger gedroeg dan hij was, hij is veranderd in een geslagen dier, dat met zijn staart tussen zijn benen terugkeert naar zijn mand. De condenswolkjes die ik uitadem krijgen een gouden randje door de straatlantarens op de parkeerplaats en ik kijk toe hoe ze verdampen in de koude avondlucht. “We zijn bijna bij de auto, hoor,” stelt Hyun me gerust. Hij kijkt me glimlachend aan en geeft me een bemoedigend kneepje in mijn hand.
Ik knik en kijk terug naar Yo Seob, die rusteloos tegen de auto aan staat geleund. “Denk je dat het goed komt met hem?”
Yo Seob en Manouk mogen elkaar dan nog niet zo lang kennen, maar het was overduidelijk dat er een vonk over is gesprongen tussen die twee. Er was iets met de manier waarop ze naar elkaar keken, lachten en de houding die ze aannamen wanneer ze bij elkaar waren. Alle tekenen wijzen erop, en het is ongelooflijk aandoenlijk. Hyun Seung haalt zijn schouders op. “Hij komt er wel bovenop… Zij komt er wel bovenop. Zolang wij maar geloven dat ze de kracht en de levenswil heeft om te ontwaken.”

“Fijne avond Yo Seob.” Ik druk een vriendschappelijke kus op zijn voorhoofd en haal de laatste schakelaar over, die dient tot het aan- en uitzetten van de grote kroonluchter aan het plafond. Zonder iets te zeggen slentert Yo Seob de trap op naar boven, om zich klaar te maken voor de nacht en zich neer te nestelen op het grote tweepersoons logeerbed. Ik zou me er niet lekker bij gevoeld hebben om de arme jongen in zijn eentje naar huis te laten gaan, dus had ik Hyun Seung, zonder veel moeite, weten over te halen dat hij bij ons kon slapen.
Met kleine stappen loop ik naar mijn slaapkamer, waar Hyun al in de deuropening op me staat te wachten. Ik ga op mijn tenen staan en druk een teder kusje op zijn lippen, waar hij begerig, maar beleefd, op in gaat. “Ik ben benieuwd hoe het met Anneleen gaat,” fluister ik, terwijl ik mijn schriele armen rondom zijn hals sla.
Hyun kijkt me even bedenkelijk aan en haalt zijn schouders op. “Ik heb geen idee. Waarschijnlijk hebben zij en David, net zoals wij, net een lang en geruststellend gesprek gehad over Manouks toestand en heeft David haar overgehaald om te gaan slapen, omdat Manouk er wel weer bovenop komt. Het leven is net een sprookje, wat dat betreft, je volgt het lot en komt uiteindelijk goed terecht. Wat er ook gebeurt; het is zo voorbestemt en jullie zouden dat beide moeten inzien.” Hyun drukt een tedere kus op mijn voorhoofd en vervolgt zijn preek. “En daarom ligt ze nu veilig in Davids armen genesteld en is ze in een vredige slaap. Iets wat wij nu ook zouden moeten doen.”


Hij glimlachte sluw en keek me aan met zijn ogen gevuld met arrogantie en kwaad. Zijn ogen waren niet meer zacht en teder, zoals ze waren in mijn perfecte fantasieën, zijn lippen waren niet meer trouw en liefdevol, zoals in mijn stoutste dromen. Zijn gezicht was omgetoverd tot een nachtmerrie, en ik kon niet ontkennen dat ik er van hield.

Reageer (2)

  • Hyunnie

    haha, om jou te pesten. Weet je toch. *lik*

    1 decennium geleden
  • Posh

    Oh. Mijn. God. Ik haat je.
    Waarom stop je net híer. U_U
    Verder O_O'

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen