Chapter 4. Leave me alone
Buiten was het donker geworden. Iedereen was weg. Iedereen, behalve ik en het kind in mijn buik. Mijn vingers glijden over de bult die zich had gevormd. Alsof hij het voelde trapte het kindje terug, nu gelukkig zachter dan vanmiddag. Een zwakke glimlach speelde rond mijn lippen. De bult was groot. Weghalen was geen keuze. Ik wilde het niet en ik was er ook te laat mee. Ik bleek 8 maanden in coma te hebben gelegen. Voor mij voelde het aan als een paar weekjes. Het kindje kon elk moment geboren worden. De zuster had verteld dat ze bang waren dat ik misschien zou sterven als ik weeën zou krijgen zowel ik en het kind zouden sterven. Keizersnee was ook geen optie geweest. Ik was te zwak voor de operatie. Ik probeerde te bedenken hoe het kind eruit zou zien. Ik kon me er niks bij voorstellen. Dat kwam deels omdat ik nog geen spiegel had gezien en geen idee had hoe ik er zelf uitzag en omdat ik de vader niet kende. Ik bedacht me hoe ik er nu uit zou zien. Een 16 jaar oud meisje, doodziek gedropt voor een ziekenhuis door een paar mensen, geen herinneringen en zwanger van een man die ze niet eens kent. Ik kon niet eens mensen in hun ogen kijken. Ik kreeg dan wazige beelden voor mijn ogen. Ze brachten niks, behalve pijn, met zich mee. De vader van dit kind... Zou dat ook degene zijn waarvan ik de stem de hele tijd hoor? De warme hese stem... Die stem sneed door me heen, nog meer dan bij de andere beelden en geluiden. Waarom kwamen de beelden terug? Waarom kon ik het verleden niet loslaten en een nieuw leven beginnen? Een zucht ontsnapte uit mijn mond en ik besloot de tas nog een keer te bekijken. Ik pakte er het kladblok uit. Op de eerste bladzijde stond een witte vleugel, badend in het zonlicht die de kamer verlichte. De tekening was in zwart-wit. De volgende tekening waren een man en een meisje die aan de piano zaten. Hun gezichten kon ik niet goed zien. Ik bladerde verder. Er waren veel dieren. Hun ogen keken nieuwsgierig. Voor even was ik blij dat er geen beelden meer op mijn netvlies verschenen. Ik glimlachte toen ik een kwispelende hond zag. Onwetend sloeg ik de bladzijde om. Ik keek recht in een paar ogen. Grote, donkere ogen vol emotie. De beelden vlogen nu door mijn hoofd, sneller dan eerst. Overal kwam hetzelfde paar ogen terug. Stemmen praatten, schreeuwden en fluisterden. Ik gilde het uit en smeet het kladblok tegen de muur. Het viel op de grond en bleef liggen, alsof het daar altijd al had gelegen. Angstig bleef ik naar het ding staren, alsof er elk moment iemand uit kon kruipen. Toen ik zeker wist dat er niks gebeurde, kroop ik diep weg onder de dekens. Een traan viel op het witte kussen. 'Ik wil dit niet meer,' fluisterde ik. 'Ik wil dit niet meer. Ik wil dit niet meer.' Ik bleef dit fluisteren, net zo lang totdat ik in slaap viel.
Reageer (9)
mooii! heel mooi!
1 decennium geledenocharme
1 decennium geledenverder <33
Awhh zo zielig en mooi gescheven <333
1 decennium geledenSuper mooi suuz
1 decennium geledenxxxxme(flower)