Foto bij Hd. 15: Her whisper is the lucifer.

Abracadabra da irwojyeora.

Zenuwachtig kauw ik op mijn duim. Ik kijk naar het lichaam van Manouk op de grond. Haar borstkas gaat regelmatig op en neer, door de kunstmatige ademhaling die haar wordt toegediend. Ik kijk van de toeschouwer naar de ambulancebroeder, die allebei aan de beademing hadden meegewerkt, en besef me dat ik hen beide eeuwig dankbaar zal zijn. Manouk’s lichaam wordt op een brancard getild en ik voel hoe Anneleen hard in mijn hand knijpt. Ik worstel met de woorden, maar krijg ze niet uit mijn keel geperst. Ze wordt zwijgend weggebracht en blijkbaar mogen we niet met haar mee. Oneerlijk.
Een politieagent loopt onze kant uit en ik hoor een harde snik ontsnappen uit Anneleens keel. Haar wangen zijn vochtig van de tranen en haar lichaam trilt hevig, de kleine schokjes dringen door tot mijn bewegingloze gestalte. Ik kijk naar de politie agent. Zijn zachte, bruine ogen kijken ons één voor één doordringend aan. “Ik heb begrepen dat er één enkele getuigen was, genaamd Anneleen. Wie van jullie is dat?”
Anneleen steekt droog haar hand op naar de man, maar haar ogen lijken hem niet in zich op te nemen. Hoewel haar lichaam reageert op zijn aanwezigheid, lijkt het niet tot haar geest door te dringen. Ze kijkt dwars door hem heen. Haar mond opent zich en een piepende ‘ik’ vult de ruimte.

“Ik weet dat het moeilijk is om er over te praten, maar als we het gaan uitstellen is er de kans dat je geest het verdringt. Het is dus belangrijk om het nu te doen.” De agent neemt plaats op één van de blauwe, stoffen stoelen aan zijn bureau en gebaard ons om ook plaats te nemen. Hij heeft ons meegenomen naar het politiebureau, beloofde ons dat hij ons na het gesprek mee zou nemen naar het ziekenhuis.
Één van zijn werknemers brengt ons chocolademelk, die we dankbaar aannemen, maar enkel naar kunnen kijken. Mijn keel voelt droog aan, maar mijn maag zou de bruine vloeistof nooit kunnen opnemen. De stoom slaat heet tegen mijn gezicht aan en ik sluit mijn ogen. Voor heel even maar, want ze schieten per direct open wanneer de agent zijn vraag herhaalt. “Kan je me vertellen wat er gebeurd is?”
Anneleen slikt wat stroef en knikt dan. Ze kijkt wat bedenkelijk voor zich uit, alsof het gaat om iets wat jaren geleden gebeurd is. Haar rechter oog trekt een stukje dicht wanneer ze begint te praten. “Ik zou naar huis gaan en Manouk stond erop dat ze me naar de voordeur zou brengen. We hadden nogal een chaotisch gesprek toen we door de gang liepen, waardoor we beide niet goed keken waar we liepen. Ze stootte haar hoofd tegen het beeld op de overloop en viel van de trap af. Ik probeerde haar nog op te vangen door haar kraag vast te grijpen, maar ik was net te laat.” Haar ogen staren doods voor zich uit, wat haar een arrogante houding geeft. Onhandig klop ik op haar schouder, als een troostend gebaar.
De agent knikt en zijn ogen strijken over het notitieblok in zijn handen. “Dat gesprek dat jullie hadden, waar ging dat over?” Hij kijkt Anneleen over zijn leesbril heen aan, waardoor Anneleen zenuwachtig over haar stoel heen begint te glijden.
“Niet echt iets belangrijks, over ons liefdesleventje,” mompelt ze zachtjes. Ze kijkt me even met zachte ogen aan, die maar al te vertrouwd in mijn ogen boorden.

Met gehaaste stappen komen Hyun Seung en Yo Seob de kamer inlopen. Terwijl Hyun Seung eerst naar mij toe loopt om me te omhelzen, loopt Yo Seob direct door naar Manouk. Hij neemt plaats op de stoel naast het bed, waar Anneleen eerder die avond in had gezeten, en pakt haar hand vast. Hyun Seung kijkt onderzoekend om zich heen en kijkt me verbaasd aan. “Ik dacht dat Anneleen er ook was? Waar is ze?”
Ik haal mijn schouders op. “Toen ik jullie opbelde, had zij David aan de telefoon. Toen ze op hing pakte ze haar jas, zei ze dat ze naar huis ging en liep ze aan. Ze zei dat er iets dringends was en dat ze morgen wel weer terug zou komen.”
Hyun haalt zijn schouders op. Hij trekt de deken die ik van de dokter gekregen had verder over mijn schouders heen en slaat zijn arm om me heen. Alsof het afgesproken is lopen we naar het bed toe waar Manouk in ligt. Hyun Seung gaat zitten op de stoel tegenover Yo Seob, en ik neem plaats op zijn schoot. “Is het ernstig?” vraagt Yo Seob. Hij kijkt me met kleine, vochtige ogen aan. De kleur uit zijn gezicht is weggetrokken en hij is lijkbleek. Hij ziet er vreselijk uit, en ik besef me dat ik er evengoed zo uit zie.
Ik kijk naar de monitor op de halfhoge kast naast het bed, dat zachtjes piept en haal mijn schouders op. “De dokter zij dat ze stabiel was, maar ze konden me niet vertellen hoelang ze in coma zou blijven.”

Reageer (2)

  • Drugsforsale

    O.O
    Serieus ik dacht eerst ff dat David haar had aangevallen met een mes ofz. kkreeg gewoon bijna een hartaanval ofz niet letterlijk maartoch..
    HARTAANVAL O.O && ksnap niet echt wat er is gebeurt ;$

    1 decennium geleden
  • shopaholic16

    aaah,zielig!!!
    snel verder.
    (Y)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen