Hoofdstuk 7
Tommy vronst, 'lief? lief? herhaalt hij een paar keer, 'ik ben niet lief' 'oke. jij bent niet lief.. antwoord Adam. Gustav wat vond jij er van dan? Gustav glimlacht, 'ik vond het echt gweldig! echt alles gewoon.. maar we moeten zo gaan..' Tommy staat op en loopt weg naar een automaat.Adam antwoord op Gustav, 'mooi dat jullie het leuk vonden!, mogen wij ook een keer bij jullie komen kijken?' 'Natuurlijk mag dat we bellen wel'! antwoord Gustav. 'maar Tommy, we gaan, Doei'
Tommy kijkt van af de automaat op ,'okee..het was gezellig met jullie!' Gustav en Bill knikken,'vonden wij ook!" Vervolgens verdwijnen ze in een limozine.
Tommy eet zijn koek die hij de automaat heeft gehaald op, en gaat weer bij de andere band laden rond om de tavel heen zitten Adam is met Monte aan het praten over het consert.
Tommy zijn Telefoon gaat weer af, weer is het David, 'Adam.. kan ik je even spreken?' mompelt hij zacht, 'ja hoor.. natuurlijk' en loopt met Tommy mee, 'me telefoon ging al weer af.. en weer is het David' zecht tommy zuchtend, 'wat staat er in dan?' vraagt Adam 'hij wil nu meteen spreken en hij beweerdt dat hij me ziet!' zenuwachtig kijkt hij om zich heen en zet snel zijn zonnenbril op, 'kom we gaan buiten kijken' antwoord Adam ze lopen richting de deur, schreeuwt naar Monte en Longineu dat ze naar buiten gaan.
weer word tommy gesmst waar in staat:
Ik ben niet buiten, en je vind me toch niet waar ik wel ben ik volg je overal tommy!
tommy leest het hard op voor aan Adam 'Het word echt met de minut enger Adam..' 'inderdaad Tommy.. het word eng..' mompelt hij zacht terweil hij het smsje nog even door leest. Tommy kijkt Adam aan, 'hij doet me toch niets hoor..hij weet ook heust wel dat ik bewakers heb..' Adam kijkt hem aan, 'die heb je niet altijd bij je Tommy!' Tommy begint te grijnzen, 'dan heb ik jou toch?' pakt zijn hand geeft hem een kus en trekt hem mee naar binnen toe.
Adam glimlacht. ‘misschien is het wel een grapje’
‘Dat mag ik dan maar hopen . Als hij nog lang zo blijft doen dan ga ik hem een keer opbellen en vragen wat zijn probleem is` Adam zucht ‘ hij doet je vast niks` ‘Nee dat weet ik. Maar laten we nu maar naar binnen gaan we moeten onze spullen nog op ruimen’ zucht Adam. Tommy knikt `we moeten morgen in Duitsland optreden toch? Dan hoeven we allen met de bus’
‘Nee we hoeven deze reis een keer niet met de vliegtuig’ Lacht Adam. Nu gaan me oren ook niet ‘meer na de kloten door die geluid van de motor’ Zucht Tommy. ‘Nee jij blij’ zegt Adam zacht. Ze lopen samen nog steeds hand in hand door de gang heen. ‘Ik hou van jou’ zegt Adam zacht. Ik ook van jou Adam! Bloost Tommy. ‘Wat zeggen we tegen de andere Adam? ‘Zullen we het nog even voor ons houden Antwoord Adam verlegen. Tommy knikt ‘Ja maar wat als ze er om gaan vragen? ‘ Dan vertellen we het gewoon aan hun’ Maar we moeten gewoon niet op vallend doen. ‘Ja is goed’ zegt Tommy. Laat aan de einde van de gang de hand van Adam los en opent de deur waar de ander bandleden zitten aan de tafel en lopen der heen. ‘Wat hebben jullie buiten gedaan dan? ‘ Vraagt Monte. ‘Oh we hebben even Gebeld’ zegt Tommy snel. Adam knikt en gaat aan de Tafel zitten. ‘Zo wat vonden jullie van vandaag?’ Vraagt Adam serieus.’ Ik vond het apart dat zoen gedoe’ zegt Monte veder ging het super. Longinue knikt ‘ik ben met Monte eens’ Adam schiet in de lach.’het word maar wennen jongens!’ Tommy begint ook te lachen. Monte en Longinue kijken elkaar aan en begrijpen der helemaal niks van. ‘Laat maar’ zegt Adam lachend. Maar het is wel origineel zegt Monte Na een tijd stilte. Adam kijkt verbaast naar Tommy. ‘Wat zei je nou Monte?’ zegt Tommy verbaast. Monte herhaalt zijn zin nog een keer. Tommy begon te lachen ‘ach ja we zijn ook gewoon origineel’ Tommy voelt zich de heltijd bekeken door iemand maar der is niemand die hem aan staart zo ver hij weet.
Maar laat het niet weten. ‘Kom jongens we moeten onze spullen nog pakken we moeten zo gaan’ zucht Adam. Tommy knikt ‘Dan kunnen jullie mooi de spullen opruimen wat jullie hebben gemaakt toen Tommy zijn kleren kwijt was en daar ga ik mooi niet mee helpen’ grijnst Monte breed.
Nou voor uit dan maar zegt Tommy. Longinue heeft zijn spullen al opgeruimd. Tommy loopt weg. Adam loopt achter Tommy aan. ‘Ik help je wel’ schreeuwt Adam naar Tommy. De Telefoon van Tommy gaat af. hij pakt zijn telefoon op zonder te kijken wie het is. ‘met Tommy’ Hij krijgt geen antwoord terug alleen maar wat gesis en gekraak. ‘ Zoek een leven jij bent gek rot op !’ schreeuwt Tommy boos. En gooit zijn telefoon naar de bank die in de kleedkamer staat. Adam kijkt Tommy geschrokken aan. Tommy loopt naar zijn telefoon om te kijken wie het was maar der stond geen nummer bij. ‘Klootzak’ schreeuwt hij boos en gooit zijn mobiel weer terug op de bank. ‘Wat is der aan de hand Tommy’ vraagt Adam bezorgt. ‘Die gast hij stalkt me. Ik word gek van hem echt waar’. Gooit kwaad zijn broek in een van zijn tassen. Adam loopt naar hem toe en pakt hem stevig vast bij zijn schouders. ‘Rustig jonge het komt goed ik ben der ook bij hij doet je nu niks. En als ze je wat aan doen dan doe ik hun iets. Weet ik maar wat als hij ons gaat stalken? Zegt Tommy nog boos. ‘Lieverd dat doet hij vast niet’ Adam is der niet helemaal zeker van wat hij nu zegt. ‘Maar we zullen even de bewaker roepen dat hij het een beetje in de gaten houdt.’ Nee niet doen zegt Tommy in paniek. ‘Dan lok je hem juist uit! Doe het niet Alsjeblieft’ ‘Oké is goed laat hem maar lekker denken dat hij stoer is.’ Tommy probeert los te komen van Adam. Staat met nog een broek in zijn handen.
Er zijn nog geen reacties.