Opdracht I | Koning
Begin je verhaal met "Er was eens."
Maak hem zo origineel mogelijk. Je kan bv; een sprookje helemaal hervormen of gewoon een origineel verhaal schrijven met die zijn.
Hij moet niet stoppen met "En ze leefden nog lang en gelukkig."
Ik heb geen minimum of maximum aantal woorden. Als je bevoorbeeld drie zinnen hebt, maar je hebt die speciaal naar voor gebracht kan het ook geweldig zijn!
Inleveren op 16 maart.
Er was er eens, lang geleden, in een land hier ver vandaan, een koning. Deze koning had een heel groot rijk, met vele onderdanen, die hem aanbaden. Maar, omdat het zo goed ging met zijn land, verveelde de koning zich dikwijls. Daarom besloot hij op een zekere dag een weddenschap te sluiten: degene die hem een verhaal vertelde, dat zo bizar was, dat hij hen niet geloofde, zou hij de helft van zijn koninkrijk schenken. Dit nieuws werd verspreidt over het hele land, en al gauw kwamen er mensen van heinde en verre, hopend op het land.
Als eerste kwam er een arme, oude man de troonzaal in, waar de koning wachtte. Hij boog en zei: 'O, koning, o, grote koning, o, machtige koning. Ik ben hier gekomen om u iets te vertellen, dat zo vreemd is, dat u mij uw halve koninkrijk zult geven. Want ziet u, ik heb thuis een pijp. Een lange, lange pijp. Mijn pijp is zo groot, dat ik hem elke dag aansteek met de opkomende zon.'
Hoopvol keek de oude man naar de koning. Want wie zou nou geloven, dat een pijp zo lang kon zijn? Maar de koning antwoordde: 'Zo goed is dit verhaal niet, oude man. Ik geloof u.' De oude man ging teleurgesteld weg.
Als tweede kwam er een naaister. Deze naaister boog voor de koning en zei: 'O, koning, o, grote koning, o, machtige koning. Ik ben hier gekomen om u iets te vertellen, dat zo vreemd is, dat u mij uw halve koninkrijk zult geven. Want ziet u, er was, niet erg lang geleden, scheurde er een wolk, waardoor het heel hard begon te regenen. Daarop pakte ik mijn ladder, klom er op een naaide de wolk, zodat het niet meer zo zou regenen.'
En ook de naaister keek de koning hoopvol aan. Maar ook deze keer antwoordde de koning: 'o goed is dit verhaal niet, naaister. Ik geloof u.' Teleurgesteld ging de naaister weg.
Als derde kwam er een gewone dorpeling. Hij boog voor de koning en zei: 'O, koning, o, grote koning, o, machtige koning. U bent mijn 50 potten goud verschuldigd.' Hierop riep de koning verbaasd:'Nee, dat kan niet. Je liegt! Ik geloof je niet!'
Waarop de dorpeling glimlachend antwoordde: 'Geeft u me dan uw halve koninkrijk... '
Er zijn nog geen reacties.