Foto bij chapter 32: what they did to him?

Ik had hem even aangestaart en toen mijn keuze gemaakt. Ik zal samen met Embry en Seppe hen gaan bevrijden. Als we met meer dan drie gaan zouden we teveel opvallen en Vanessa besloot om hier te blijven samen met Jay, volgens mij is er iets met haar aan de hand. En na een beetje discusie besloot Jonas ook om te blijven.

Gwen pov

"Waarom schijnt die zon zo hard hier." zegt Seppe terwijl hij zijn ogen met zijn hand tegen de zon afschermt. Hij loopt misschien wel in de schaduw en probeert de zonnenstralen te vermijden, maar toch kan hij niet verhinderen dat hij soms wat glittert. Gisteren waren we te weten gekomen dat die kerkers zich in Spanje bevonden en waren we op het eerste het beste vliegtuig gestapt. Seppe had een sportwagen (welke anders?) gepikt, die nu bij een oude boerderij geparkeert staat, en nu zijn we opweg naar het centrum van Madrid. "Kom, dan gaan we hier iets eten." Ik loods Seppe mee naar een tafeltje helemaal achterin het restaurant. "Bestel jij ook maar iets. Anders ziet het er misschien raar uit." zeg ik tegen Seppe die knikt. "Ik en Gwen eten dat dan wel op." zegt Embry met een grijns. "qué puedo hacer por usted?" (wat kan ik voor u doen?) De serveerster kijkt Seppe met knipperende wimpers aan. Seppe kijkt even naar de serveerster en dan naar mij. Natuurlijk kan hij geen Spaans. Ik heb dat geleerd van Cindy omdat ze thuis per se haar moedertaal wilde spreken. "espaguetis tres, dos refrescos de cola y una malteada por favor." (drie spaghettis, twee cola's en een milkshake alstublieft) Seppe walgde nu misschien van menseneten, maar hij blijft verslaafd aan milkshakes. De serveerster kijkt me even vernietigend aan en gaat dan de bestelling halen.

time skip 3 uur

"Volgens mij is het hier." zegt Embry en hij wijst naar een groot, vervallen gebouw. Ik loop er heen en duw de deur van verrot hout open. Als Embry en Seppe ook willen komen worden ze tegen gehouden door een soort onzichtbaar schild. Ik haal mijn schouders op en kijk naar binnen. "Seppe, gooi die zaklamp eens, het is hier nogal donker." Seppe gooit de lamp en ik vang hem op. "Tot straks dan maar." Ik knip de zaklamp aan en loop naar binnen. De deur valt meteen achter me toe en van schrik laat ik de zaklamp bijna vallen. "Nu snap ik waarom de meeste mensen vervallen gebouwen vermijden." Ik loop verder en mijn voetstappen galmen door het gebouw. De deur, die volgens mij naar de kelder leid, piept als ik hem open doe en ergens beneden hoor ik mensen angstig ademhalen. "Verdomme!" vloek ik als ik over mijn eigen voeten struikel.

Na nog een paar vervloekingen over hoe idioot demonen wel niet zijn ban ik eindelijk beneden en zie in het halfduister gedaantes heen en weer bewegen. "Waar is Simon?" vraag ik terwijl ik naar een sleutel zoek en er gaan vind. "Waarom wil je dat weten? Om hem nog meer te martelen?" vraagt een vrouwen stem. Door de gedachte dat die vervloekte demonen mijn broer gemarteld hebben, kan ik nog net mijn rugzak, waar nieuwe kleren inzitten, afgooien en spring ik uit mijn vel. Als het zo niet kan moet het maar met geweld. Ik beuk tegen de tralies aan tot het slot het begeeft. Ik duw de deur knarsend open en zie bijna iedereen geschrokken tegen de muur staan. Ik draai me om, neem mijn rugzak tussen mijn tanden en verdwijn in een hoek om me om te kleden. Ik loop terug naar de cel en schijn met mijn zaklamp over de mensen die hier zitten. "Jullie zijn geen gewone mensen hé." vraag ik een een vrouw met donker krullend haar schud haar hoofd. "We zijn allemaal vampieren, behalve Simon dan." Ik knik even en merk dan dat ik nergens een jongen zie die een beetje op me lijkt. "Waar is Simon?" vraag ik voor een tweede keer en de vrouw knikt naar de cel naast de hunne. "Ze hebben hem appart gezet zodat we hem perongeluk zouden kunnen doden. Waarom moet je dat eigenlijk weten?" voegt ze eraan toe als ik naar de andere kant stap. "Omdat hij mijn broer is. Mijn naam is Gwen Makhallen, ik ben weerwolf en wat de mensen engel van de dood noemen." De vrouw hapt even geschrokken naar adem en komt dan naast me staan. "Ik help je wel om die deur open te krijgen."

Als de tralies weg zijn kijk ik de kamer in,maar zie Simon nergens. "Waar is hij?" vraag ik zacht en de vrouw wijt naar een hoekje waar een gedaante ineen gedoken tegen de muur zit. Witte dingen liggen over hem heen en hij ademt onregematig. Als ik dichterbij kom merk ik dat die witte dingen vleugels zijn en dat hij bewusteloos is. "Wat is jou naam?" vraag ik aan de vrouw. "Evalyne." "Heb je je dorst nog een beetje onder controle?" Als Evalyne knikt wenk ik haar. "Pak jij hem bij zijn benen, dan pak ik hem onder zijn oksels. Ze doet wat ik haar vraag en samen dragen we Simon de cel uit. De overige vampieren volgen ons naar boven. Als ik de deur open blijkt dat het al nacht is. Ik ga verder en als Embry en Seppe bij me kunnen komen laat ik Simon voorzichtig op de grond zakken. De vamopieren bedanken me en gaan dan ieder hun eigen weg. Alleen Evalyne blijft bij ons. "Ik ga mee tot aan een ziekenhuis en ga pas weg als ik hoor dat hij beter is."

Love is in the air xD

Reageer (1)

  • xoxPrisxox

    super geschreven!
    snel verder(H)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen