,,Merken jullie het ook?” vraagt Sam aan de rest.
,,Wat?” zegt de rest in koor.
,,Een man in het zwart achtervolgd ons al de hele dag!”
,,Nee niet gemerkt” zegt Flip.
,,Hoe weet je dan zo zeker dat hij ons de hele dag aan het achtervolgen is?” vraagt Pieter.
,,Vanochtend toen ik naar school ging, zag ik hem al staan, bij oma’s huis, toen ik langs hem reedt en toen even achterom keek, zag ik dat hij achter me aan het lopen was, en hij staat nu daar, bij het verlaten huis aan de overkant” Als de kinderen opkijken en naar het verlaten huis aan de overkant kijken, staat er inderdaad een man in het zwart.
,,Wat zou die van ons moeten?” vraagt Paulus.
,,Ik weet het niet” zegt Sam.
Flip springt van het muurtje en loopt naar haar fiets;,Zullen we eens kijken of die man ons echt achtervolgd?” vraagt ze.

,,We houden dus contact met onze telefoon, je sms’t als hij achter jou zit, dan ga je harder fietsen en maakt plotseling bochten, als hij dan gaat rennen en diezelfde afslagen neemt, achtervolgt hij je, begrepen?” de rest knikt.
Snel stappen ze op hun fiets en rijden weg.
Als ze op een kruispunt komen gaan ze allemaal een andere kant op.
De man in het zwart kijkt even om zich een en besluit achter Flip aan te gaan.



Snel sms’t Flip de andere dat hij achter haar aan zit en doet dan de manoeuvre die is besproken.
Snel kijkt ze even achterom; de man is er nog.
Snel sms’t ze de rest weer dat hij haar echt aan het achtervolgen is.
Ze rijd naar oma’s huis waar de rest al op haar staat te wachten, de man blijft aan de overkant, schijnheilig steekt hij een sigaretje op.
,,Ik krijg de kriebels van die vent” fluistert Flip.
Een gure wint stijgt op en donkere wolken pakken zich samen dicht.
,,Kom, laten we maar naar binnen gaan” zegt Sam en ze drukt op de bel van oma’s huis.
Ze wachten even, maar er wordt niet opengedaan.
Flip graait in haar jaszak en haalt er een sleutel uit ,,Ik heb altijd de sleutel bij” zegt ze en ze draait de deur van het slot.
Ze lopen naar binnen en hangen hun jassen op.
,,Willen jullie een beetje stil zijn, oma is met haar middagslaapje bezig.
,,Waarom zijn we hier eigenlijk, Flip, waarom gaan we niet naar jou huis?”vraagt Pieter.
,,Omdat mijn ouders werken en ze vinden dat ik nog te klein ben om alleen thuis te blijven”
,,Dat is stom, ik ben ook twaalf en ik ben zo vaak alleen thuis” zegt Sam verontwaardigt.
Flip antwoord niet maar loopt door naar de keuken.
,,Wat willen jullie drinken?” vraagt ze.
,,cola” zeggen de andere in koor.
Flip komt met een dienblad met vier glazen de kamer weer in.
,,Hoe komen we te weten wat die man van ons wil?” vraagt Paulus.
,,We kunnen het toch vragen?” zegt Sam.
,,Ik zie het al voor me: dag meneer, mogen wij wat vragen? Waarom achtervolgt u ons al de hele dag, we vinden dat erg vervelend, kunt u daar mee ophouden? Nee we moeten het anders aanpakken” antwoordt Pieter.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen