White room.
Wit. Alles was wit, er hing een soort mist, er liepen mensen rond, net uit mijn zicht. Ergens in de verte, of misschien wel in mijn hoofd, tikte een klok. Tik, tok, tik, tok... Waar was ik, wat was er gebeurd? En wie was ik eigenlijk. Ik keek naar beneden. Ik had een soort toga aan, zo'n griekse witte jurk. Waarom had ik die aan? Ik keek naar mijn handen. Klein, breed.... Ik wist hoe ik er uitzag, wie ik was, en waar ik geboren was. Maar hoe heette ik ook al weer? Ik wou dat er een spiegel was, dan kon ik mijzelf pas echt goed zien, dan zou ik misschien mijn naam weer weten. Opeens stond er een spiegel voor mij, uit het niets was het er. Onwillekeurig deed ik een stap naar achteren. Wat gebreurde hier? En toch keek ik in de spiegel, waarom weet ik niet, maar het zou toch geen kwaad kunnen? En daar stond ik. Precies zoals ik dacht dat ik was, maar, anders, niet zoals eerst. Lange, veel te zwarte krullen, en donkere ogen. Niet lang en niet kort, heel erg gewoon. Ik was mooi! Alleen leek ik op dit moment wel grieks met die vage toga. Het leek niet op mij, ik dacht dat ik er anders uit zag... Ik deed een stap naar voren, om mijn spiegelbeeld aan te raken, was die spiegel er eigenlijk wel? Zodra ik begon te twijfelen zag ik dat de spiegel wazig begon te worden, ik deed mijn hand naar voren en voelde geen spiegel, nee, de spiegel was zelfs weg. Hoe kon dat?
Achter mij hoorde ik een stem: 'Um. Hallo? Weet jij waar ik ben?' Ik draaide mij om. Daar stond een jongen hij was... HOT. geen ander woord was mogelijk om hem te beschrijven. Zwarte krullen, de mooiste ogen ooit en donkere huid. Hij had ook griekse kleding aan. Waar hij was? 'Ummmm. Hier. Waar ik ook ben.' DOM.dom. dom. Stom, dom, idioot antwoord. Waarom kon ik toch nooit op goeie antwoorden komen als het nodig was? Maar hij lachte. 'Tja, jij weet het dus ook niet? Stap eens even uit de mist, ik zie je niet.' Ik keek om mij heen, ik stond inderdaad in een soort mist. Ik deed een stap naar voren, nu stond ik nog geen meter van de jongen af. Zijn mond viel open. Kut. Waarom deed hij dat nou, moest hij mij zo aangapen? 'Wat is er?' vroeg ik, het klonk nogal verlegen, en nu begon ik ook al rood te worden, ik werd niet voor niets op school altijd 'stoplicht' genoemd. 'W-O-W.Je lijkt Afrodite wel. echt...' Hij bleef mij maar aankijken. 'Afrodite?' vroeg ik. Dat was toch die god van de liefde ofzo? Hij antwoordde: 'Ja. en schoonheid. en jij bent...' hij maakte zijn zin niet af. Had ik hardop gepraat? opeens hoorde ik ergens, waar de klok ook tikte, hoorde ik: 'Zij is zo mooi, waarom praat zij eigenlijk nog met mij?' Hoorde ik zijn gedachten? was dat hoe hij mijn antwoord had gehoord?
Er zijn nog geen reacties.