Part 1: Chapter 12
You can run,
You can hide,
but you can't Change the tide.
Als we bij het ziekenhuis zijn ren ik achter de doktoren aan. Ze lopen snel met Sun naar de 1e hulp. Ik laat me zuchtend in de wachtkamer op een stoel vallen. Ik verberg mijn gezicht in mijn handen. Mijn schouders schrokken.
Ik schrik op als ik mijn naam hoor. “Hij is nagekeken. Alleen een paar schaafwonden en blauwe plekken. U kunt over een kleine tien minuten naar binnen. Ik knik en bedank de dokter. De dokter loopt weer weg en ik laat me opgelucht onderuit zakken. Een luide schreeuw klinkt door de gangen en dan is het plots stil. Een dokter die net langs loopt kijk ik vragend aan. “Wat was dat?” “Ooh dat is vast een kind die aandacht nodig heeft.”Lacht ze. Ik glimlach en de vrouw loopt weer verder. “Meneer? U kunt naar binnen!” Ik kijk op en knik. Is de tijd zo snel voorbij gegaan dan? Ik sta langzaam op en loop naar Sun zijn kamer. Sloom loop ik naar binnen en kijk naar de kamer. De kamer is leeg en voelt koud aan. Een kille sfeer hangt er. Zit ik in de verkeerde kamer? Ik kijk om me heen maar geen Sun. Ik draai me met een ruk om als een zuster binnen loopt. “Meneer, is er wat?”Ik reageer niet en voel dat ik geen adem krijg. Nee, Sun kan niet weg zijn. Ik moet wel in de goede kamer zijn. De dokter heeft het zelf aangegeven. Een benauwend gevoel voel ik in mijn keel. Alsof iemand mijn lucht wegen dicht knijpt. Ik grijp naar mijn keel en probeer normaal adem te halen. “Meneer? Laat uw nek los, u stikt zowat!” Roept een zuster. Maar het dringt niet goed bij me binnen. “Meneer!” Ze geeft een zachte klap in mijn gezicht. Van schrik laat ik mijn keel los. Ik kijk om me heen maar alles draait en is wazig. “Kom Meneer. U moet even zitten.” Zegt de vrouw en lijd me naar het bed. Ik laat me erop zakken en kijk de vrouw aan. Ik heb het heet, maar toch ook ijskoud. De vrouw geeft me een bekertje met water. “Hier, drink dit maar even op.” Ik neem een aantal grote slokken tot de beker leeg is. Mijn zicht is al een stuk beter maar toch voel ik me niet goed. Ik moet weten waar Sun is! Ik sta op en ren de kamer uit. De zuster komt achter me aan gerent en eist dat ik terug kom zitten omdat ik me niet goed voel. Ik voel me fantastisch joh. Me vrienden zijn allemaal vermist. Ik pak mijn mobiel en sta gelijk stil. Ik tik 112 in. “De politie centralen, wat kan ik voor u doen?” “Hallo, met Ruben Held. Ik wil graag mijn vrienden als vermist opgeven.” “Kunt u misschien vertellen wat er is gebeurd?”
Er zijn nog geen reacties.