Foto bij Inleiding: Het Fietspad

Henk de Slak staat op de rand van het slagveld van het Fietspad, waar vele onfortuinlijke soortgenoten het al niet hebben gehaald, gaat het hem lukken?
Dit was een biologieopdracht, neem een organisch wezen zoals je hond of je opa, en maak er een verhaal in met de zeven Levenskenmerken:
Ademhalen, voeden, groeien, waarnemen, reageren, voortplanten en doodgaan.

Ik zat langs de kant van het fietspad, na een flinke regenbui. Ik wilde graag naar de overkant, maar ja, ik wist natuurlijk wat de consequenties waren voor zo´n huisjesslak als ik, het noodlottigste einde kon je tegemoet komen in de vorm van zo´n tweewielig martelwerktuig.
Ik zat daar maar, diep ademend, afwachtend voor het gruwelijke slagveld. Voor me lagen overal slachtoffers, ik zag meer slakken het tevergeefs proberen. Misschien kon ik harder rennen met meer energie, dus ik at een paar energieblaadjes.
Ik, Henk, was nog een vrij jonge slak, volgens mij nog geen halfjaar oud, hoewel ik het zelf niet zo bijhield. Maar met een beetje pech zou ik me nooit kunnen voortplanten.
Ach, het was allemaal de schuld van die verrekte kinderen! Die monsters die re een sport van maakten om zoveel mogelijk van ons te vermoorden. Ze reden alleen of in afgrijselijk snelle kuddes rond, op strooptocht. En wij vredelievende slakken zijn niet alleen als de dood voor die fietsen, nee, want de jongens trekken soms martelend ons huisje eraf, en steken ons pijnlijk in de ogen en meisjes gillen en trappen ons naar onze ondergang.
Maar ik zag dat ik erg was gegroeid de laatste tijd, en ik had het gevoel dat ik het kon, dus ik, Henk, waagde de gok en begon te rennen naar de vrijheid! Ik gleed zo snel mogelijk langs de doden, mijn onfortuinlijke soortgenoten, ik herkende gezichten, daar lag mijn geliefde zus, neef Tom, en meer.
Ik rende, ik rende en ik voelde een fietsband me net niet verpletteren maar wel een flinke zet geven, ik vloog bijna de berm, in, maar belangrijker: Ik leefde.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen