Alex deed moeizaam zijn ogen open. Hij had het gevoel dat er met een hamer tegen zijn hoofd werd aangeslagen. Toen herinnerde hij zich weer wat er de vorige dag was gebeurd. Hoe lang had hij geslapen? Waar was hij nu? zo gingen er noch duizenden vragen door hem heen. Alex ging overeind zitten en negeerde de hoofdpijn.
Na een halfuur niets te hebben gedaan hoorde Alex het slot kraken. De man met het blonde haar en de kille blauwe ogen kwam binnen. Alex had nu de tijd om de man te bekijken. Hij was een jaar of 20 en had het lenige gespierde lichaam van een danser. Voorde rest had hij een uitstraling alsof hij onoverwinnelijk was.
De man deed de deur weer op slot en liep de saaie witte kamer verder in. Hij nam plaats op het bureau, dat zich tegenover het bet bevond. Alex wachtte nieuwsgierig af. “Ik neem aan dat je veel vragen hebt. Ik kan ze waarschijnlijk niet allemaal beantwoorden, maar ik zal mijn best doen.” Zoals Alex verwacht had, had de man een kille toonloze stem. Hij dacht even na over zijn vragen. “Hoe weet u mijn naam?” “Dat hebben we grondig onderzocht.” “Wie bent u?” “Ik ben Yassen Gregorovich.” Alex merkte dat Yassen van de kortte antwoorden was. Dat werkte hem op zijn zenuwen. “Waarom hebt u me hierheen gebracht?” “Ik kreeg de opdracht je hiernaartoe te brengen.” “En waar ben ik dan?” “Bij Scorpia.” “En waar licht Scorpia?” “Kan ik niet vertellen.” “Wat is Scorpia?” “Een organisatie.” “En wat gaan jullie met me doen?” “Daar kom je snel genoeg achter.” Alex zuchtte diep. “Waren dat al je vragen?” vroeg Yassen zonder emoties in zijn stem. Maar van binnen was hij nieuwsgierig. Hij had verwacht hier uren te zitten om een klein onschuldig jongetje te trosten die terug naar huis toe wilde. Alex was precies zijn vader Jhon Rider net zo onvoorspelbaar.
“Nee ik heb geen vragen meer. Ik neem aan dat ik niet gewoon de deur uit kan lopen.” Yassen knikte. “Tot de volgende keer Alex.”

Alex zat hier nu al een paar dagen. Yassen kwam bijna elke dag kijken of hij er noch zat. Temminste dat gebruikte hij als excuus. Hij kwam gewoon kijken of Alex niet compleet gek aan het woorden was. Alex verveelde de 7 dagen die hij hier nu al zat dood. Tegen de verveling had hij een voedbal een blocnote en een pen gekregen. ‘aardig’ dacht Alex sarcastisch. Wat moest hij daar nou weer mee? Hij was niet het type mens dat spontaan een tekening makte of alles wat hij kon bedenken op papier zette. En binnen voetballen. Er kon niet veel kapot in zijn kamer maar het was er gewoon veel te klein.
Het spectaculairste van de hele dag was dan nog dat Alex zijn eten kreeg. Alex kon dan wel niet veel doen in dat kleine hok van hem maar hij rammelde altijd van de honger.
Aan de man die het eten binnen bracht was ook niet veel bijzonders. Hij keek altijd sacherijnig als hij de deur open deed. Zodra de man binnen was sloot hij de deur zo snel mogelijk en controleerde minstens drie keer of hij wel goed dicht had gedaan. Hij legde dan een stalen dienblad neer op zijn bureau en deed zo snel mogelijk de deur weer open met de sleutel die standaard rond zijn nek hing. En verdween dan weer. Meestal gebeurde dat allemaal in dertig seconde.
Alex was ondertussen al volop plannen aan het smeden om te ontsnappen. Maar de een was nog onlogischer dan de ander.
Alex werd de volgende ochtend vroeg wakker. Hij was de vorige dag bezig geweest met een plan wat wel eens zou kunnen lukken. Vandaag was het zijn 12de dag in dit gestigt. Het kwam ondertussen echt zijn neusgaten uit. Alex had zich ondertussen al omgekleed toen het sleutelgat kraakte. ‘Ontbijt’ dacht Alex tevreden. De man die het eten rond bracht kwam binnen met het stalen dienblad waar Alex’ ontbijt op lach. de man legde het op zijn bureau neer en ging de kamer weer uit. Alex at in sneltrein tempo zijn ontbijt op. Hij wist dat de voedsel postbode zijn boord beker en bestek zou komen ophalen.
Alex kroop terug zijn bed in. Hij had het stalen dienblad tegen zijn borst aan geklemd. Even later kwam de voedsel postbode binnen. Toen hij Alex niet de restjes brood van zijn boord zag eten werd hij veel voorzichtiger. Toen hoorde hij iets vanuit het bed kreunen alsof het pijn had. de voedsel postbode zag noch net een lok blond haar onder de dekens vandaan komen. hij liep enigszins onzeker naar Alex toe. Precies wat Alex wilde. “Wat is er aan de hand?” “Heelveel buikpijn” kreunde Alex. De man knielde naast het bed neer en voor hij het goed en wel besefte wat er gebeurde was hij al bewusteloos. Alex legde het stalen dienblad waarmee hij de voedsel postbode had neer geslagen op zijn bureau. Hij pakte de sleutel en deed de deur open. Niemand te zien mooi zo. Alex liep de gang in, de hoek om en verstijfde. om de hoek zag hij een deur wagenwijd open staan. Hij herkende de stem van Yassen. Yassen pratte tegen een vrouw. Alex wilde zo snel mogelijk van deze plek weg komen. hij liep in plaats van de hoek om rechtdoor en dan de hoek om. Ondertussen was hij al aan het rennen en botste toen hij de hoek om ging tegen Yassen aan. Er moesten blijkbaar 2 deuren zijn geweest want anders zou Yassen hier nooit zo snel zijn gekomen. Alex stond als aan de grond genageld. Yassen trok zijn wenkbrauw op. “Wat doe jij hier Alex” vroeg hij met een scherpe ondertoon. Alex gaf geen antwoord maar sprintte terug. Nadat hij een paar gangen had door gerend merkte hij dat hij niet meer achtervolgd werd. Jammer genoeg had hij iets te vroeg gejuicht.
Toen hij op een soort kruispunt terecht kwam zag hij dat Yassen om de hoek vandaan kwam. Hij versperde Alex de weg maar Alex had ondertussen zo’n vaart dat hij niet meer kon stoppen. Hij had zobij zo pas door wat er gebeurde toen het al gebeurd was. De vaart die Alex had gebruikte Yassen in zijn eigen voordeel. Hij slingerde Alex over zijn schouder en hield hem stevig vast. Alex was voor zijn leeftijd erg sterk maar Yassen merkte er nauwelijks wat van. Hij droeg Alex zonder moeite naar zijn kamer en zette hem daar op bed neer. Alex probeerde noch om Yassen heen te komen maar die hield hem tegen. Alex liet zich boos op bed vallen en keek hoe Yassen de noch altijd bewusteloze voedsel postbode zonder moeite naar de gang sleepte. Toen kwam hij weer binnen pakte het dienblad en keek Alex noch eens goed aan. “Morgen ochtend wil Julia Roodman je spreken.” Met die woorden vertrok Yassen. Alex zou hier nooit meer wegkomen. Morgen zou hij laten zien dat hij niet klein te krijgen was. Hij zou ze dwingen om hem vrij te laten. Hij moest allen noch even bedenken hoe. Alex liet zich achterover vallen en pakte de bal die hij had gekregen. Hij gooide hem tegen het plafon aan en ving hem dan weer op. Dat deed hij tot dat zijn avond eten kwam. Zo te zien was de voedsel postbode weer bij bewustzijn. Hij was allen niet allen. Hij had Yassen bij zich die in de deuropening bleef staan. Alex zijn eten werd neer gezet en de mannen liepen weg. Alex ging gewoon verder met waar hij mee bezig was. Na een tijdje kwamen de mannen weer binnen. Ze bleven verbast staan toen ze zagen dat het boord van Alex noch vol was. Yassen gebaarde dat de voedsel postbode weg kon gaan. Hij liep met lege handen de deur uit. “Waarom heb je niets gegeten?” “Is dat hier verplicht?” “Dat is geen antwoord op mijn vraag.” “Ik heb geen honger oké.” Alex draaide zich geïrriteerd naar de muur toe. “Als je morgen niets eet gaan we andere maatregels nemen want als we wachten tot je ziek woord zijn we te laad” “Jullie denken dat ik ziek woord van niet eten. Dat hebben jullie mis ik woord ziek van het niets doen ik woord ziek van het hier vast zitten.” En ik woord ziek van jou dacht hij er achteraan. Yassen was er van overtuigd dat Alex morgen wel zijn boord leeg zou eten dus liet Yassen met het noch altijd volle boord de kamer uit.

laat alsjeblieft een reactie achter(A)

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen