# Proloog
Ik rook de geur van vers gebakken appeltaart. Kaneel, appel, suiker. Het rook zoet, maar toch bitter. Deze geur zou ik nooit van mijn leven vergeten, altijd als ik vers gebakken appeltaart zou ruiken, zou ik aan hem denken.
Maar nu was het genoeg geweest. Eens, maar nooit meer. Ik staarde naar het glimmende mes in mijn hand. In het licht van de maan leek het nog scherper dan het eigenlijk was. Dodelijk.
Langzaam liep ik de trap op. De achtste tree sloeg ik over, want inmiddels wist ik dat deze trede zou kraken als ik erop ging staan. Hij mocht nu niet wakker worden, niet nu ik net zo ver was dat ik dit eindelijk aandurfde.
Ik opende de deur naar de slaapkamer, waar hij nu nog vredig lag te slapen.
Er zijn nog geen reacties.