(no subject)
De wekker gaat. Sara heeft de wekker altijd al gehaten maar vandaag nog meer dan anders. Vandaag is haar eerste dag op school en dat weet ze maar al te goed. Moeizaam stapt ze uit bed. Ze pakt een handdoek en springt snel onder de douche. Haar moeder heeft haar kleren al klaar gelegd. Gisteren heeft ze drie nieuwe setjes kleding gekregen. Ze trekt haar nieuwe kleren aan en inspecteert haar gezicht voor de spiegel. Gelukkig geen puistjes. Ze föhnt haar haar en bedenkt wat ze ermee gaat doen. In een staart of los? Ze doet haar haar toch maar los. Ze loopt naar beneden. Het is nog donker in het huis. Haar moeder slaapt nog. Ze doet het licht aan en loopt naar de keuken. Haar tas heeft ze gisteravond al in gepakt dus ze hoeft alleen maar wat te eten. Ze heeft niet zo veel honger dus pakt een beschuitje met kaas. Ze moet opschieten want haarbus is er al over tien minuten. Ze trekt snel haar jas en schoenen aan pakt har tas en loopt naar het busstation.
Er zijn nog geen reacties.