The road
In the clear blue sky
And a summer breeze
And we knew how to breath
Freedom ...
Met de radio op een hard volume, reed Charlie over de zanderige wegen. Ze stak haar arm door het open raam en voelde de warme Texas wind door haar vingers glippen. Langs vele borden reed ze, voorbij vele afslagen, maar rechtdoor was haar route. Tien meter voor een stopbord minderde ze vaart en keek door haar open ramen naar buiten. De velden naast haar waren gevuld met lange stengels maïs, en de oude, verweerde hekken konden het nog net tegenhouden. Ze sloeg de zonneklep van haar auto naar beneden tegen de nu felle zon. Langzaam trok ze op en reed ze weer verder, de verharde weg op. De stofwolk die haar auto sinds haar start achtervolgde, liet ze achter, waar hij thuishoorde. Ze hoorde nog net de kerkklokken boven haar muziek uitkomen, om haar te vertellen dat het 10 uur 's ochtends was. Met een strakke blik op de weg voelde haar hand naar de opening van het dashboardkastje, deze ging krakend open en haar hand graaide op zoek naar haar zonnebril. Een geïrriteerde zucht kwam van haar lippen toen ze haar zonnebril nog steeds niet had gevonden. Langzaam zette ze haar auto aan de kant om eens goed te zoeken, en na even goed graaien bedacht ze zich dat haar zonnebril misschien wel in haar tas kon zitten. Charlie griste haar tas van de versleten bijrijdersstoel en gooide de inhoud overhoop op zoek naar haar ontbrekende zonnebril. Gefrustreerd smeet ze haar bruinleren tas terug op de bijrijdersstoel en trok ze de sleutel uit het contact. Krakend ging de deur open toen ze uitstapte en op haar slippers naar de achterbak liep. Met de sleutel opende ze deze en trok de kleinste koffer naar zich toe. Niet te geloven, dacht ze bij zichzelf. Natuurlijk vergeet ík mijn zonnebril weer. Na de zoveelste koffer na zich toe getrokken te hebben, en deze overhoop te hebben gehaald, gaf ze het op. Met grote passen liep ze naar het portier, en stapte weer in. Ronkend kwam de auto tot leven en langzaam bracht deze het meisje verder van haar verleden. Met haar rechterhand boven haar ogen reed ze verder, bedenkend dat ze bij het dichtstbijzijnde tankstation of dorpje wel een nieuwe zonnebril zou kopen. Ze reed langs een groot bord met een geschilderde maïskolf erop, dat aangaf dat ze haar dorp verliet, en voor even sloot ze haar ogen. Denkend aan wat ze achterliet, genoot ze van de laatste zonnestralen die behoorde tot haar verleden.
Reageer (8)
Je schrijft echt heel mooi. <333
1 decennium geledenwhow, echt supermooi geschreven.
1 decennium geledensnelverder. (:
Zó mooi
1 decennium geledenVerderrrrr <3