Alex
zijn naam was Alex.
hij kreeg de plaats naast me toegewezen.
het was Februari, en koud.
Ik had al over de nieuwe jongen gehoort, maar wist er eigenlijk nog niks van. behalve zijn naam.
Hij kwam de klas binnengewandelt en kreeg de plaats naast me toegewezen. Zonder wat te zeggen, nam hij naast me plaats.
hij sloeg zijn boeken open en probeerde zo goed als mogelijk de lessen mee te volgen. vanuit mijn ooghoeken keek k naar zijn nerveuze bewegingen, en keek snel weg wanneer hij het doorkreeg.
Een uur later was school al gedaan.
Alex gooide zijn boeken in zijn rugzak en propte het erin, kreeg het moet moeite er allemaal in. Gehaast nietp hij naar buiten en bleef daar toen stilstaan.
'Eum... Hulp nodig?' vroeg ik zacht.
Geschrokken draaide hij hem om. Dat was niet mijn bedoeling geweest.
Zijn ogen waren helder groen, maar vreemd genoeg kon ik zijn emotie die op zijn gezicht stond niet vatten. alsof er plots een nieuw soort emotie bestond.
'Sorry...' zei ik snel. dit was de eerste keer dat ik in het wilde weg iemand aansprak en dan liet ik 'm nog schrikken ook.
'Alex.' zei hij nerveus en knipperde een paar keer met zijn ogen. ik vroeg me af wat er met 'm aan de hand was.
'April.' fluisterde ik en gooide mijn rugzak wat beter over mijn schouder zodat die er niet de hele tijd afviel.
'Ik... eum...' hij krabte aan zijn achterhoofd en zuchtte verloren.
'Ik weet niet waar ik heen moet gaan.' gaf hij toe.
ik hield niet-begrijpend mijn hoofd schuin.
'Ik weet niet waar ik heen moet gaan om thuis te geraken.' legde hij uit met een kleinschalig en zielig glimlachje.
'Waar woon je ergens ?' probeerde ik vriendelijk te doen.
zijn ravenzwarte haren waaiden alle kanten op door de harde wind.
Alex was dus niet alleen nieuw in school, maar ook nieuw in Phoenix.
'Je kan toch naar huis bellen?'
'Ik heb mijn telefoon niet mee.' gaf hij toe en leek met zichzelf te lachen.
'Hier.' zei ik snel toen hij zich omdraaide om weg te wandelen.
'Je kan e mijne gebruiken.' uit mijn broekzak haalde ik mijn prehistorisch telefoon - of dat moest het toch voorstellen -.
hij knikte vriendelijk. 'Bedankt.'
Hij tikte het nummer in en belde naar huis. Het duurde niet lang. De persoon aan de andere kant had het vast wel verwacht dat dit zou gebeuren. Hij gaf de telefoon terug. 'Bedankt.' zei hij nogmaals.
'Mijn broer komt me ophalen.'
'O.' wist ik uit te brengen en sloeg mijn ogen naar beneden.
Ik voelde de regen op mijn haren en langzaam langs mijn gezicht naar beneden druppelen.
'Wil je anders met ons mee? we kunnen je bij je thuis afzetten...'
'Nee, bedankt.' Ik hief mijn helm op. 'Ik rijdt met de brommer.'
Hij keek er raar van op.
'Jij?' vroeg hij verwondert.
'Ja.' zei ik op mijn tenen getrapt. 'Je onderschat me.'
'Misschien...' hij kneep zijn ogen halfdicht. 'Misschien kunnen we een wedstrijd houden.'
Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, bedankt.' ik sloeg het verzoek vriendelijk af. een onbekende auto reed de parking op.
Het was de broer van Alex.
'Ik zie je dan wel weer.' zei ik sceptisch. Zonder wat te zeggen wandelde hij weg.
Er zijn nog geen reacties.