Hoodstuk 5 - Make me beautiful before the Games start
Tips zijn altijd welkom! (en Kudo's/abo's natuurlijk ook )
Ik wordt wakker doordat Fiona aan mijn arm zit te sjorren. ‘Kom op! Sta op! We hebben veel te doen vandaag!’ zegt ze met dat vreselijke Capitool-accent. Ik kreun. Ik heb helemaal geen zin om op te staan.
‘We moeten oefenen voor het interview!’ zegt Fiona ongeduldig.
Met tegenzin stap ik uit bed. Ik wil gaan douchen, maar Fiona zegt dat daar geen tijd meer voor is, dus ik pak gewoon wat kleren uit mijn kast en trek ze aan. Daarna sleurt Fiona me mee naar de eetzaal.
In de eetzaal staat Fiona de hele tijd vlak achter me, en ze kijkt of ik wel snel genoeg eet. Als ik opsta om mezelf nog een keer op te scheppen, roept ze: ‘Geen tijd voor!’ en sleurt ze me de eetzaal weer uit. Als ze eindelijk stopt bij een kamer die ik nog nooit heb gezien, trekt ze de deur ruw open en duwt me naar binnen. ‘We moeten opschieten!’ roept ze terwijl ze van alles en nog wat uit een kast pakt. ‘Doordat jij zo nodig uit moest slapen, hebben we nu een uur minder om te oefenen! Hier, trek deze aan.’ Fiona duwt me een jurk en een paar hoge hakken in mijn handen. Ik kleed me om en val bijna meteen om door die stomme hakken. Fiona kijkt me geërgerd aan en het volgende uur leert ze me om erop te lopen.
Een paar uur later gaan we lunchen. Mijn voeten doen pijn door die stomme schoenen, mijn kaken trillen van het vele lachen en mijn rug is stijf doordat ik de hele tijd in een ongemakkelijke houding moest zitten. Ik zat blijkbaar niet recht genoeg.
Na de lunch ga ik mee met Bear, en hoop dat de komende uren heel wat beter zijn dan de vorige. Ik volg Bear naar een kleine kamer, waar alleen een paar stoelen en een tafel staan. We gaan zitten.
‘Johanna, je kunt waarschijnlijk wel raden wat je moet doen tijdens het interview. We gaan jouw afschilderen als zielig en zwak. Ik heb Tilmer moeten vertellen over je plan, zodat hij een beetje iets kon bedenken voor de kleding. Hij zei wel dat hij het nog steeds heel mooi gaat maken. Ik hoop dat je niet al te boos bent over het feit dat ik je tactiek heb doorverteld aan Tilmer,’ zegt Bear.
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, ik begrijp dat het nodig was. Hij kan me niet echt een strak zwart pak aandoen en dan mijn haar recht overeind zetten. Als hij dat doet, zal ik niet erg overtuigend overkomen.’
Bear grinnikt. ‘Nee, dat moeten we niet hebben,’ zegt hij. ‘Maar we moeten nu wel even aan de slag, want het gaat waarschijnlijk nog wel even duren tot je van Johanna echt een zwak meisje wordt.’
Hij heeft gelijk. Eerst leer ik hoe ik Bear niet aan moet kijken als hij me vragen stelt, zo lijk ik banger. Daarna zegt hij hoe mijn stem moet klinken, bang en hulpeloos. Hij leert me zelfs hoe ik in huilen uit moet barsten. Dat is makkelijk genoeg. Ik denk gewoon aan die vreselijke boete, en de tranen springen me in de ogen. Maar dan van woede, dat ik zo stom was om te huilen.
De lessen van Fiona zijn eigenlijk voor niks geweest. Ik zit in elkaar gedoken, lach niet, maak geen oogcontact, en ik moet vooral niet mijn best doen om gezellig een gesprek aan te knopen. En behalve als Tilmer me hele hoge hakken aantrekt, heeft het echt geen nut gehad om met Fiona te oefenen. Ik had net zo goed nog verder uit kunnen slapen.
Na 4 uur ben ik helemaal het zielige meisje, en klaar voor de interviews. Helaas zijn die pas morgenavond.
Bear en ik lopen naar de eetzaal, en we zien dat Henry en Fiona daar al zijn. Fiona kijkt niet blij, en Henry kijkt maar een beetje naar de grond. Ik denk niet dat Fiona erg aardig voor Henry is geweest.
We gaan aan tafel zitten en een Avox brengt het eten. Eendenborst met honingsaus en stoofpeertjes. Heerlijk. En als toetje is er een chocoladefontein waar je stukjes fruit in kan houden.
Ik eet me helemaal vol en loop dan naar mijn kamer. Ik neem een lange douche, aangezien ik vanochtend niet heb kunnen douchen, en doe dan mijn nachtjapon aan. Ik stap in bed en lees nog een paar hoofdstukken uit mijn boek, wat nu bijna uit is. Daarna leg ik het boek op mijn nachtkastje en val in slaap.
Ik wordt wakker van stemmen die opgewonden praten. Ik open mijn ogen en kijk dan recht in twee vuurrode ogen. Ik schrik me dood en donder bijna uit mijn bed. Het blijkt dat het Kora is, die me wou wekken. Bolo en Nima staan ook naast mijn bed. Ze trekken me mijn bed uit en sturen me naar de badkamer, waar ik van ze moet douchen. Na 10 minuten roepen ze al dat ik eronder uit moet komen. Ik stap eruit en wil dan eigenlijk mijn kleren aandoen, maar Bolo houdt me tegen. Hij geeft me een badjas en ik bedenk dat het heel dom was geweest als ik mijn kleren had aangedaan. Ik zou ze toch binnen 5 minuten weer uit moeten doen.
Mijn voorbereidingsteam brengt me weer naar de kamer met de kappersstoel en de spiegel en ik moet weer gaan zitten. Ze zijn verder bijna de hele dag met me bezig.
Ze ontharen wéér van alles en nog wat, ook al is het nog maar een paar dagen geleden dat ze het hebben gedaan. Maar ze willen perse ook de haartjes weghalen die zo klein zijn dat je ze nauwelijks kan zien. Dan scrubben ze mijn lichaam weer en smeren ze me in meteen vreemd spul, wat heel vreemd aanvoelt. Het kietelt als het op je huid wordt gedaan, maar maakt het daarna zijdezacht. Dan halen ze mijn nagellak weg en doen ze nieuwe op. Het is een vreemd patroon van groen en blauw, en ik kan niet goed zien wat het nou precies moet voorstellen. Met mijn haar doen ze niet veel. Ze doen er alleen maar een soort mousse in.
In tegenstelling tot de vorige keer doen ze nu ook mijn make-up. Ik krijg groenblauwe oogschaduw op en een glitterende blauwe mascara. Ze plakken groene en blauwe glimsteentjes onder mijn ogen, op mijn jukbeenderen eigenlijk. Ik krijg een blauwe lippenstift op en dan bedekken ze mijn hele lichaam met glimmend blauw stof.
Mijn voorbereidingsteam loopt rondjes om me heen en ze kijken of alles klopt. Dan staan ze stil en ze kijken me blij aan.
‘Je bent zo mooi! Wacht maar tot Tilmer met je jurk komt, dan wordt je nog mooier!’ zegt Bolo vrolijk. Kora en Nima knikken instemmend.
Net op dat moment komt Tilmer binnengelopen met een hele grote hoes. Ik vraag me af waarom de hoes zo groot is; er zit toch alleen maar een jurk in?
‘Doe je ogen maar dicht,’ beveelt Tilmer en ik doe mijn ogen dicht. Tilmer laat me in de jurk stappen en ritst hem daarna dicht. Oef, wat is hij zwaar. Vooral aan de achterkant. Wat heeft Tilmer in vredesnaam met de jurk gedaan?!
‘Doe je ogen maar open,’ zegt Tilmer en ik open mijn ogen. En ik kan ze niet geloven. Tilmer heeft me namelijk veranderd in een pauw.
Ik heb een heel koor strapless jurkje aan, helemaal gemaakt van blauwe glimsteentjes. Er zit nauwelijks beweging in en zit strak om mijn lijf. En ik weet nu wat de jurk zo zwaar maakt. Want ik ben omringd door veren. Pauwenveren. Ze zijn vastgemaakt bij mijn stuitje en staan als een waaier om me heen. Ze komen ongeveer een meter boven me uit en laten me langer lijken. Ik krijg lage blauwe hakjes aan en ik krijg een klein hoedje op. Het hoedje is ook blauw en er zitten een soort van kwastjes op die rechtovereind staan, net als bij een echte pauw. Ik lijk net een echte pauw.
‘Wauw Tilmer,’ zeg ik verbijsterd. ‘Het is prachtig.’
‘Ik ben blij dat je het zo mooi vindt,’ zegt Tilmer. ‘Omdat ik hoorde dat je die pauw die je een paar dagen geleden hebt gegeten zo mooi vond, en omdat er ook wilde pauwen in District 7 rondlopen, heb ik deze jurk gemaakt.’
Wat Tilmer zegt is waar. In District 7 scharrelen in de bossen heel wat pauwen rond. Maar ze zijn schuw geworden door de harde geluiden van het hakken en zagen, dus je ziet ze niet vaak.
Ik moet van Tilmer een rondje draaien en mijn voorbereidingsteam joelt omdat ik er zo mooi uitzie. Dan komt er een bediende van het Capitool en hij zegt dat we ons moeten klaarmaken voor de interviews. Het voorbereidingsteam gaat weg, maar Tilmer loopt met me mee naar de liften. Daar staan Henry, Licra, Fiona en Bear. Henry heeft een strak groen pak aan met bladeraccenten. Niet heel erg bijzonder.
We stappen met z’n allen de lift in en suizen naar beneden. Eenmaal beneden worden alle tributen opgesteld om het podium op te lopen. Bear, Fiona en de stylisten worden een andere kant opgeleid.
Dan krijgen we een teken en in een rij lopen we het podium op, waar 24 stoelen in een halve cirkel zijn neergezet. Mijn hart begint als een razende te kloppen zodra ik het podium oploop. Zoveel mensen! Ik ben blij als ik mag zitten, want mijn benen trillen als rietjes. Gelukkig hebben de stoelen geen armleuningen, anders had ik er nooit opgepast met die enorme waaier van veren die aan mijn jurk zit.
Dan komt Caesar Flickerman het podium opgelopen en het publiek begint te juichen. Hij heeft hetzelfde nachtblauwe pak met twinkelende bolletjes aan, en zijn gezicht zit net als altijd onder een dikke laag spierwitte make-up. Alleen zijn haar en de rest van zijn make-up zijn anders dan vorig jaar. Dat si namelijk elk jaar anders. Dit jaar heeft hij zijn haar indigo geverfd, en ook zijn oogleden en lippen zijn indigo. Het ziet er niet uit, eerlijk gezegd. Maar ik denk dat hij het wel mooi vindt staan, anders zou hij het nooit dragen.
Caesar maakt nog wat grapjes met het publiek, maar begint dan met de interviews. Ene Julie Tompson wordt omgeroepen en het meisje uit District 1 loopt naar voren. Zij is een echte vechter.
Dan wordt de naam Jared Winfrey omgeroepen en de enorme jongen uit District 1 loopt naar voren. Hij beschrijft zichzelf als een echte vechtmachine en zegt dat hij zin heeft om thuis als winnaar te worden onthaald. Wat een egoïstische zak.
District 2 doet ongeveer hetzelfde als District 1 en de tributen uit District 3 hebben het alleen maar over de geweldige elektronica hier in het Capitool. Het meisje uit District 4 is heel mooi, maar uiterlijk kan bedriegen, want ze is moordlustig en sadistisch. De jongen uit 4 is heel behendig met wapens en zit op te scheppen welke technieken hij wel niet kent. Uitslover.
District 5 gaat voorbij, en daarna District 6. En voor ik het weet Ben ik al aan de beurt.
‘Johanna Mason,’ wordt er omgeroepen. Ik sta op en ben hartstikke nerveus. Maar als het publiek voor me begint te juichen verdwijnen de zenuwen en ik denk aan de lessen met Bear. Die gingen goed, dus wat kan hier misgaan? En met vernieuwd zelfvertrouwen loop ik naar Caesar toe. Als ik ga zitten fluit Caesar bewonderend. ‘Wat een prachtige jurk heb je aan! Vinden jullie ook niet?’ vraagt Caesar aan het publiek. Het publiek joelt instemmend. Terwijl het publiek joelt denk ik aan de lessen van Bear. Beetje ineengedoken zitten, naar beneden kijken.
Als het publiek is uitgejoeld, vraagt Caesar verder. ‘En Johanna, wat vind jij van Tilmer, vind je zijn werk net zo mooi als wij?’
Ik knik. ‘Het is prachtig,’ zeg ik zachtjes. ‘Ik heb nog nooit zoiets moois aangehad.’
Caesar knikt instemmend. ‘De jurk is inderdaad prachtig. Je lijkt net een pauw, maar dan mooier!’
Ik glimlach bij die woorden. Caesar probeert je echt op je gemak te stellen. Dan gaat hij over op een ander onderwerp.
‘Nu over je trainingsscore. Een 6. Een prachtige score voor een meisje zoals jij. Wat heb je gedaan tijdens de privésessie?’
Hij weet dat het strikt geheim is wat er tijdens de trainingen is gebeurd, en ik ben ook niet van plan het te vertellen. ‘Ik denk niet dat ik dat mag vertellen.’
Caesar kijkt teleurgesteld, maar ik denk niet dat hij dat echt is.
‘Kun je dan vertellen wat in de Arena je sterkste punt wordt?’ vraagt hij dan.
‘Ik zal niet zomaar verhongeren, en als ik niet verzwakt ben door honger, is het lastiger om me te doden,’ zeg ik zachtjes.
‘Daar ben ik het helemaal mee eens,’zegt Caesar, terwijl hij een hand op mijn knie legt. Dan begint hij over wat heel anders. ‘Vertel eens over je familie.’
En ik begin te vertellen. Over mijn vader en moeder, die zo aardig zijn. En omdat ik verder geen familie heb, vertel ik verder over het leven in District 7. En dan komt het moment. Het moment waarop ik aan iedereen moet laten zien dat ik zwak ben. Ik denk aan de boete en de tranen staan in mijn ogen. ‘Ik wil gewoon naar huis toe,’ zeg ik terwijl er een traan over mijn wangen stroomt. Dan begin ik te snikken. Caesar slaat een hand om me heen en het publiek wordt ook een beetje emotioneel.
‘Weet je wat,’ zegt Caesar. Ik kijk hem met betraande ogen aan. ‘Je wint gewoon deze Spelen en dan kun je naar huis toe,’ zegt hij dan zacht en vriendelijk. Ik knik en veeg mijn tranen weg. Het publiek is door het dolle heen. Dan gaat de zoemer.
‘Helaas, de tijd is om. Veel succes, Johanna Mason, tribuut uit District 7,’ zegt Caesar en ik loop terug naar mijn stoel. Ik ga zitten en denk terug aan mijn interview. Alles ging precies volgens plan.
Dan is Henry aan de beurt, maar ik krijg niet veel mee van zijn interview. Veel zegt hij ook niet.
De jongen uit District 8 praat over zijn broertje van 13, waarvoor hij zich als vrijwilliger heeft aangeboden. Het meisje uit District 9 is vastbesloten de Spelen te winnen. De jongen uit District 10, waarvan ik heb ontdekt dat hij Kyle heet, maakt grapjes met Caesar, maar ook hij wil de Spelen graag winnen. Het kleine jongetje uit District 11 verovert de harten van iedereen door zich ontzettend schattig te gedragen. Het meisje uit District 11 – volgens mij heet ze Sandy – maakt zich ontzettend zorgen over haar broertjes en zusjes. De jongen uit District 12 zegt niet veel, maar door de dingen die hij vertelt, denk ik dat hij veel sponsors zal krijgen.
Dan zijn de interviews voorbij. Het volkslied klinkt en daarna lopen we in een rij weer van het podium af. Ik loop door de lobby naar de liften en kom in de lift te staan met het vier andere tributen. Na twee keer gestopt te zijn, komt de lift aan op de zevende verdieping. Ik stap uit en drie seconden later stapt Henry uit een andere lift. Samen wachten we op Tilmer, Licra, Fiona en Bear. Een paar minuten later komen ook zij uit de lift. ‘Kom, we gaan eten,’ zegt Fiona. De rest vertrekt naar de eetzaal, maar Tilmer en ik moeten eerst even de jurk uit doen, anders pas ik waarschijnlijk niet op de stoel. Nadat Tilmer me heeft geholpen om de rits open te doen en de jurk voorzichtig uit te doen, trek ik wat gewone kleren aan en loop daarna naar de eetzaal. Ik rammel.
De heerlijke geuren komen me al vanaf de gang tegemoet en doen mijn maag knorren. Ik versnel mijn pas en loop de eetzaal binnen. Ik schuif aan en begin aan een lekkere soep. Als hoofdgerecht is er een lekkere biefstuk met aardappelpuree en als toetje is er ijstaart. Daarna gaan we naar de herhalingen kijken.
Ik zie er prachtig uit en doe ook precies zoals ik met Bear heb geoefend. Mijn gehuil ziet er best echt uit, al zeg ik het zelf. Fiona maakt nog een opmerking dat ik haar lessen blijkbaar helemaal ben vergeten, en ik mompel een verontschuldiging.
Henry doet het hartstikke slecht, hij kijkt de hele tijd nerveus in het rond, stottert, en de antwoorden die hij geeft hebben nauwelijks inhoud. Fiona zegt toch dat hij het goed gedaan heeft, waarschijnlijk alleen maar om hem op te vrolijken.
Na de herhalingen vraag ik of ik nog even met Bear mag praten. Morgen beginnen de Spelen, en dit is de laatste keer dat ik Bear kan zien.
Samen met Bear loop ik de eetzaal uit, en we gaan naar de kamer waar ik ook met Bear heb geoefend voor het interview. We gaan zitten.’
‘En, deed ik het goed tijdens het interview?’ vraag ik.
‘Meid, je was geweldig,’ zegt Bear. ‘Alles ging precies zoals we het hadden geoefend.’
Er verschijnt een lach op mijn gezicht. ‘Echt?’
‘Echt,’ zegt Bear.
Dat stelt me ontzettend gerust. Maar ik moet nog één ding vragen.
‘Mag ik nog wat vragen? Over de Spelen?’
‘Natuurlijk, Johanna.’
‘Wat moet ik doen bij de Hoorn? En tijdens de rest van de Spelen?’
‘Meng je niet in het Bloedbad bij de Hoorn. Je mag wel dicht bij de Hoorn komen als je goede spullen ziet liggen, zolang je maar niet gaat vechten. Daarna ga je zo snel mogelijk weg. Probeer dan zo snel mogelijk water te vinden. Eten komt later. Je kan weken zonder eten voor je dood gaat, maar zonder water houd je het maar een paar dagen vol. En voor de rest moet je maar zien wat je doet, al moet je niet opeens jezelf worden. Dat mag als er nog maar een handjevol spelers over zijn. En het allerbelangrijkste is, is dat je overleeft. Anders kom je ook niet ver,’ zegt Bear.
Ik glimlach. Ik weet genoeg. Tenminste, genoeg om de eerste paar dagen door te komen. En daarna red ik me ook wel, denk ik.
Ik bedank Bear heel erg voor zijn hulp en ga dan naar mijn kamer. Ik moet morgen vroeg op, en ik wil niet heel moe in de Arena aankomen.
Ik neem een douche, waarbij ik alle make-up en glitter van me af spoel. Na de douche besluit ik om te gaan slapen. Ik stap in bed, lees mijn boek uit, en wil dan gaan slapen. Ik doe het licht uit, maar een uur later lig ik nog steeds naar het plafond te staren. Ik heb het gevoel alsof ik nooit in slaap zal vallen. Ik stap uit bed en ga maar een beetje ijsberen. Plots wordt er op de deur geklopt. Wie zou dat kunnen zijn, zo laat in de avond?
De deur gaat open en Tilmer komt binnen. ‘Sorry dat ik zo laat nog stoor, maar je districtsaandenken moet gekeurd worden,’ zegt hij. Ik knik en Tilmer helpt me met het afdoen van de ketting. Als de ketting af is vraagt Tilmer: ‘Kun je niet slapen?’
‘Nee, ik moet steeds aan morgen denken,’ zeg ik.
‘Daar weet ik wel wat voor. Ik breng even je ketting naar de keuring en daarna zal ik terugkomen met een middeltje wat je kalmeert en slaperig laat worden.’
Ik knik weer en Tilmer loopt weg. Ik ga op één van de luie stoelen zitten en wacht tot Tilmer terugkomt. Vijf minuten later komt Tilmer terug met een middeltje wat valeriaan heet. Ik neem het en ga weer in bed liggen. Tilmer wenst me welterusten en gaat dan ook weer.
Na ongeveer een half uurtje voel ik hoe ik slaperig wordt. Ik doe mijn ogen dicht en val in een diepe droomloze slaap.
De volgende ochtend wordt ik met zonsopgang gewekt door Tilmer. Hij geeft me een hemdjurk om aan te trekken en we vertrekken naar het dak.
We staan op het dak te wachten als er opeens uit het niets een hovercraft verschijnt. De hovercraft laat een ladder zakken en ik stap erop. Zodra ik erop sta lijkt het alsof ik verlamd ben, alleen mijn ogen kan ik nog bewegen. Doordat ik me niet kan bewegen, zit ik stevig vast aan de ladder en kan ik dus niet vallen. De ladder wordt omhoog gehesen en ik verwacht dat ik dan gewoon weer kan bewegen. Niet dus.
Een vrouw met een lange naald komt aangelopen. ‘Goed stilzitten, ik spuit even je volgchip in je arm,’ zegt ze. Hmmm, stilzitten. Alsof ik me nu kan bewegen.
De vrouw spuit de volgchip in mijn arm en eindelijk kan ik weer bewegen. De ladder gaat weer naar beneden en haalt Tilmer op. Dan vertrekt de hovercraft.
De hovercraft is razendsnel, ik denk ongeveer even snel als de trein. Misschien sneller.
Na ongeveer een uur worden de ramen zwart, wat aangeeft dat we vlak bij de Arena zijn. Vijf minuten later landt de hovercraft. Ik moet weer op de ladder gaan staan, die dit keer een ondergronds buis inloopt, naar de catacomben onder de Arena. We volgen de instructies naar onze bestemming, de Startkamer. Thuis noemen we het de Drijfgang, de laatste weg die de dieren afleggen naar de slachtruimte.
Ik zal de eerste en de laatste tribuut zijn die deze Startkamer gebruikt. Na de Spelen zal deze Arena worden als vakantiebestemming voor mensen uit het Capitool. Ik heb gehoord dat sommige mensen de Spelen zelfs naspelen.
Ik neem een douche en ik poets mijn tanden. Daarna drink ik nog wat water. Ik loop een beetje te ijsberen als de kleren binnenkomen.
Een onderbroek gemaakt van een stof die uit zichzelf vlekken en viezigheid schoonmaak. Een lichtbruine broek waarvan je de pijpen bij de knieën kan afritsen, zodat het een korte broek wordt. Een donkerbruine riem. Een wit T-shirt. Strakke dunne sokken en schoenen met heel goed profiel. Zo te zien zijn ze gemaakt voor lange wandelingen en beklimmingen, maar je kan er vast ook heel goed op rennen. Ik krijg een bruine jas met capuchon aangetrokken, die regen en kou buiten houdt, maar warmte binnenhoudt. Alles past perfect. Als laatste doet Tilmer mijn ketting om.
‘De ketting kwam bijna niet door de keuring heen. Ze dachten dat je er gemakkelijk iemand mee kon wurgen. Ze hadden bijna besloten om hem niet door te laten, toen één van de Spelmakers opmerkte dat als je hem omhad, je eerst het hele knoopje los moest maken voor je hem los had. En omdat dat te lang zou duren, zou je eerder je handen gebruiken of een stuk touw om iemand te wurgen,’ zegt Tilmer. Ik knik maar een beetje, want ik ben plots helemaal overladen met zenuwen. Dan roept een vriendelijke vrouwenstem om dat ik op de metalen plaat moet gaan staan, die midden in de kamer ligt. Tilmer geeft me nog een kus op mijn wang en een stevige knuffel voor ik op de plaat ga staan. Dan komt er vanboven een glazen buis om me heen en ik wordt door de buis omhooggeduwd.
Ongeveer vijftien seconden is het donker, en dan wordt ik verblind door de zon, terwijl de wind zand in mijn gezicht blaast. Dan hoor ik de stem van Claudius Templesmith.
‘Dames en heren, de zesenzestigste Hongerspelen zijn begonnen!’
Reageer (1)
spannend!!!
1 decennium geleden