Foto bij 23. Who is the real?

Een nieuw hoofdstuk.
Ik wil reactieeees (A)

Voor ik het goed en wel besefte, was Dolleman terug in het kantoortje. Maar hij was niet alleen. Hij had Harry bij zich.
Harry keek naar mij met een bezorgt gezicht.
‘Professor, wat doet Feke hier?’ vroeg hij.
‘Niets!’ antwoorde hij brutaal terug.
Met een klik ging de deur op slot en Harry kon niet weg.
Dolleman had Harry vast gezet op een stoel, en net toen hij iets wou zeggen werd de deur ingetrapt.
Perkamentus stond in de deur opening gevolgd door Sneep en Anderling.
Wat was er in hemelsnaam gaande?

Alles gebeurde vanaf dan heel snel, ik kon niet meer volgen.
Dolleman werd achteruit gesmeten en zijn stok schoot uit zijn hand. Opeens veranderde hij in een blonde jongen. Het werd mij allemaal wat te veel. Harry kwam naar me toe en zorgen ervoor dat ik terug kon bewegen.
We werden het kantoor uitgestuurd en moesten Anderling volgen.

‘Zoals jullie waarschijnlijk al gezien hadden was dit niet de echte professor Dolleman. Deze bedrieger is een Dooddoener. Hij heeft het hele jaar lang Wisseldrank gedronken zodat het niet opviel.
Hij is hier in opdracht van Je-weet-wel. Hij moest jou, Potter, vermoorden en de ring van jou bemachtigen, Feke.
Maar nu wil Perkamentus jou ring eens nader bekijken. Er moet wel iets mee zijn als Je-weet-wel hem zo graag wil hebben. Zou dat mogen?’
Ik was te moe en geschrokken om na te denken over wat ze nu allemaal had verteld, dus ik stemde maar toe.
‘Ja, natuurlijk mevrouw.’
‘Goed. Gaan jullie nu maar even naar je leerlingenkamer. Want iedereen is ongerust. En dan komt er een herdenking.’ En nadat te hebben gezegd ging Anderling weg en liet ons achter.

‘Herdenking? Waarom komt er een herdenking?’ vroeg ik geschrokken aan Harry.
‘Carlo,… hij is dood. Gedood door Voldemort! We hadden samen de Beker aangeraakt die een viavia bleek te zijn. En hij is nu dood.’
Harry kreeg tranen in zijn ogen en het enige wat ik nu kon doen was hem troosten en niets zeggen. Dat zou toch niets uitmaken.

Ik was blij dat deze hel gedaan was. Iedereen was terug, behalve Carlo.
Arme Carlo, hij was een lieve jongen met veel ambitie.
We liepen zwijgend naast elkaar, doorheen de starende blikken, naar de leerlingenkamer van Griffoendor.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen