Hoofdstuk 2 - Travelling with the speed of sound
Bam! De treindeuren slaan met een klap achter mij dicht. Ik kijk verwonderd om me heen. Zoveel luxe heb ik nog nooit gezien! Alleen al de hal is volgens mij luxer dan ons hele huis.
Ook Henry kijkt verwonderd om zich heen. Het lijkt of hij een vaas op een sokkel wil aanraken, maar na drie stappen roept Fiona al:
‘Hup hup, sta daar niet zo. Het Capitool is maar drie uur rijden en we hebben nog veel te doen. Ik laat jullie eerst jullie kamers zien, dan gaan we eten, en dan gaan we het overzicht van de boete op de tv kijken. Haast, haast, haast!’ Alsof het haar woorden kracht bij wil zetten, komt de trein et die laatste woorden in beweging. Ik zucht, maar loop daarna achter Fiona aan. Ik ben nog steeds aan het snikken. Er zijn hier dan misschien geen camera’s meer, maar ik wil niet dat Henry mijn tactiek weet. Stel dat hij het verraadt vlak voor hij gedood wordt! Dan valt alles in het water.
Fiona loopt erg snel -ik vraag me af hoe ze dat voor elkaar krijgt op die hoge hakken die ze aan heeft- en ik heb moeite om haar bij te houden. Henry is al een beetje achterop geraakt.
Plots stopt Fiona en ik bots bijna tegen haar aan.
‘Hier is jouw kamer, Johanna,’zegt ze en ze loopt al half verder. ‘Over een half uurtje gaan we eten. Wees op tijd!’
En dan is ze al weer verdwenen in de volgende coupé, met Henry achter haar aan.
Ik doe de deur van mijn kamer open en mijn ogen worden groot. Deze kamer is bijna even groot als ons huis! Er is een gigantisch hemelbed met meerdere kussens. Ernaast staan een nachtkastje en tegen de wand prijkt een enorme klerenkast. In de hoek staat een rare cabine en daarnaast staat een wastafel. Ik besluit om een kijkje te nemen in die cabine.
Ik schuif de deur van de cabine open en kijk rond. Er is een groot bedieningspaneel met knoppen en daarboven hangt een groot rond ding met gaatjes. In het hoekje hangt een rekje met een zeepje.
Ik druk op de grootste knop uit het bedieningspaneel en er spuiten stralen warm water uit de gaatjes van het ronde ding. Ik slaak een kreet en spring achteruit. Fijn, nu ben ik ook nog nat.
De straal blijft maar lopen en ik weet niet wat ik moet doen, tot ik op het bedieningspaneel een knopje zie met het woord stop. Ik ga voorzichtig met mijn arm om de straal heen en druk erop. Het water stopt met stromen.
Ik laat me neer ploffen op het bed. Mijn jurk is helemaal nat. Ik moet wat anders aan trekken.
Normaal zou dat me niks kunnen schelen, maar nu maakt het me verdrietig. Mijn jurk is samen met het districtsaandenken één van de weinige dingen die ik nu nog van thuis heb. En misschien kom ik wel nooit meer terug.
Ik ben een paar minuten geleden gestopt met huilen, maar nu staan de tranen weer in mijn ogen.
‘Verman je!’ roep ik in gedachten tegen mezelf. ‘Sinds wanneer ben jij zo emotioneel?’
Ik haal diep adem en knipper de tranen weg. De brok die in mijn keel zit slik ik weer in.
Ik sta op van mijn bed en recht mijn rug. Ik moet nu wat anders aan trekken, anders kom ik te laat voor het eten.
Ik heb geen flauw idee hoeveel tijd er al voorbij is gegaan van dat halve uur, maar ik loop naar de eetzaal toe. Niet dat ik wist waar die was, dat heb ik moeten vragen aan een bediende. Het is een gek idee, dat er bediendes zijn die met een knip van mijn vinger op me af komen snellen en vragen wat ik nodig heb. Ik glimlach. Dus zo moet het voelen om rijk te zijn.
Ik loop de eetzaal in en het blijkt dat ik precies op tijd ben. Er waren 28 minuten verstreken sinds Fiona mij had achtergelaten bij mijn kamer.
Iedereen behalve Henry zit al aan tafel. Bear staart maar een beetje voor zich uit en Fiona zit een tijdschrift te lezen, waarschijnlijk voor die achterlijke capitoolvrouwen. En ik blijk gelijk te hebben, want als Fiona een beetje gaat verzitten kan ik de voorkant zien. Capifashion, zo heet het tijdschrift. Ik moet er bijna van braken. Maar in plaats van dat zet ik een zoete glimlach op en kuch zachtjes.
Fiona kijkt op van haar tijdschrift.
‘O, meisje! Wat zie je er geweldig uit!’ roept ze uit met dat vreselijke Capitoolaccent.
Ik kijk naar mezelf; een rood zomerjurkje met schattige sandaaltjes. Om mijn nek hangt de ketting die ik van Jeff heb gekregen. Ik zou dit normaal nooit aandoen, maar om mijn imago van zielepoot op te houden, heb ik het schattigste en meisjesachtigste aangetrokken wat ik kon vinden.
IK glimlach liefjes en schuif aan tafel.
‘Dank je,’ zeg ik met mijn liefste stem en ik kijk een beetje naar beneden. Alsof ik ben gevleid.
Dat moment komt Henry binnenstormen. Hij kijkt angstig om zich heen en stamelt dan waarom hij zo laat was. Hij was in slaap gevallen.
Fiona zegt dat het niks geeft en Henry schuift ook aan. Hij blijft angstig om zich heen kijken.
Fiona drukt op een knopje en een soort luik in de tafel schuift open. Een plaat met ontzettend veel eten en drinken komt langzaam omhoog tot het op hetzelfde niveau is als de tafel.
Ik kijk naar het eten; het ziet er verrukkelijk uit! Kippenpootjes waar de jus van af druipt, heerlijk vers fruit, een stapel goudbruine pannenkoeken met een klontje boter bovenop en nog veel meer.
Ik wil net mijn hele bord vol heerlijkheden opscheppen als ik een stem hoor. Een zachte raspende stem. Ik kijk op waar die vandaan komt. Het is Bear. En dan begint hij met praten.
‘Voor jullie beginnen wil ik nog wat zeggen. Over een paar uur komen we in het Capitool. Schrik niet van de camera’s maar loop gewoon door. De komende dagen zullen lang worden. De openingsceremonie, het interview, de training, het moet allemaal gebeuren. Ik heb twee tips. Tip 1: ga nooit in discussie met je stylist. Tip 2: eet veel, dat zul je nodig hebben. Daarom zeg ik nu tegen jullie: eet smakelijk. ’ Bear kijkt me even in de ogen en schept dan wat aardappelpuree op. Ik vcal ook aan.
Ik schep mijn hele bord vol met pannenkoeken en fruit. Tot mijn grote geluk heb ik gemerkt dat er ook vijgen bijzitten.
Als we helemaal klaar zijn met eten brengt Fiona ons naar de tv-kamer. Er staat een reusachtige, millimeterdunne tv met wel honderd knopjes, volgens mij. Fiona loopt er naar toe en zet hem aan.
Het volgende uur kijken we naar de boetes. District 1, 2 en 4 zien er als gewoonlijk gevaarlijk uit. 3, 5 en 6 zijn gewoon doorsnee hongerige kinderen. Dan komt ons District. Ik zie hoe ik in huilen uitbarst en snikkend naar het Podium loop. Ik zie hoe Henry in huilen uitbarst en naar het podium loopt. District 7, want een jankdistrict.
In District 8 geeft een jongen van 17 zich als vrijwilliger op voor zijn broertje van 13. In District 9 zijn het gewoon weer hongerige kindjes. Maar die knaap uit 10, daar moet je voor uitkijken. Hij is boomlang en gespierd, al is hij wel mager. In 11 wordt een jongetje van 12 met enorm grote chocoladebruine ogen getrokken. De tranen lopen over zijn wangen als hij trillend naar het podium loopt. In District 12 wordt een redelijk gespierde jongen van 18 getrokken. Ik heb gehoord dat je pas vanaf je 18e in de mijnen van District 12 mag werken. Misschien doet hij dat al en is hij daarom zo gespierd voor een tribuut uit 12.
Het volkslied klinkt en de show is afgelopen. Fiona staat op en doet de tv uit.
‘Onthoud, over een kwartier zijn we in het Capitool. Wees niet bang voor de camera’s maar ga er ook niet te veel naar toe. Loop gewoon door en lach af en toe lief. Oké? Blijf dat in je hoofd houden, ’ zegt Fiona. ‘Ik breng jullie wel naar de plaats waar we zullen uitstappen.’ En ze loopt weg.
Snel loop ik haar achterna. Bij de deuren aangekomen wachten we nog even in stilte. Bear komt nu ook aangelopen.
Plots wordt het donker. We zitten nu vast in de tunnel die naar het Capitool leidt.
Als het weer licht wordt, adem ik diep in, zet een glimlach op en wacht.
De deuren gaan open.
Flitsende lichten verblinden me, en ik wordt even van mijn stuk gebracht. Maar dat duurt niet lang. Mijn glimlach wordt groter en ik stap de trein uit.
‘Johanna! Johanna! Johanna, lach eens! Johanna, kijk eens!’ klinkt het van alle kanten. Ik blijf lachen maar ik blijf niet stilstaan. Ik loop gewoon door naar de limousine die op ons staat te wachten. Snel stap ik in en ga zitten op de comfortabele bank. Henry, Bear en Fiona stappen ook in en de deur klapt dicht.
Dan vertrekt de limousine, op weg naar de plek waar we onze dagen voor de Arena door zullen brengen.
Het Trainingscentrum.
Er zijn nog geen reacties.