Het was donker. Ik keek om me heen maar zag helemaal niks.
''Hallo is daar iemand?'' riep ik maar ik kreeg geen antwoord. Ineens zag in de verte een licht en ik liep er voorzichtig heen. ''Wie is daar?'' zei ik maar weer kreeg ik geen antwoord. Ik kwam dichterbij het licht en het werd steeds warmer. Opeens groeide het licht en er waren vlammen overal om me heen. Ik probeerde te gillen maar ik kreeg geen geluid meer uit mijn mond. Ik keek angstig om me heen maar het enige wat ik zag was vlammen. Ineens trok iets achter me mijn aandacht en ik draaide me om. Daar zag ik een gigantisch oog gemaakt van vlammen. Het straalde puur kwaad uit en ik was nog banger dan daarvoor. Er klonk vaag gelach en ik hoorde stemmen in een taal die mijn oren martelden. Ik deed mijn handen over mijn oren om het niet te hoeven horen maar ik kan mijn blik niet van het oog afhouden. Het leek steeds dichterbij te komen en ik wilde wegrennen, maar mijn lichaam werkte niet mee. Ik zag de wereld branden en mensen gillen en rennen. Ik werd verzwolgen door de vlammen en ik dacht dat ik dood was. Het laatste wat ik zag was een kleine ring. Toen werd alles zwart.


Ik vloog overeind en zat rechtop in bed. Het was nog donker maar ik was klaarwakker. Ik merkte dat ik buiten adem was en ik zweette over mijn hele lichaam. Na een paar minuten was ik weer bij adem en ik stond op. Ik liep naar de andere kant van mijn kamer waar een spiegel hing. Ik keek in de spiegel en zag dat ik helemaal doorweekt was. ''Ik zie er niet uit,'' zei ik zachtjes tegen mezelf. Ik pakte een doekje en maakte daarmee mijn gezicht droog. Daarna borstelde ik mijn lange zilverblonde haar. Door het maanlicht leek het bijna wit en het was zijdezacht. Ik hield van mijn haar. Niet veel Elfen hadden deze kleur haar en was er daarom ook trots op. Ik legde mijn borstel weg en liep naar het raam en keek naar buiten. Zelfs 's nachts was Rivendell prachtig, net als alle andere plaatsen waar de Elfen wonen. Ondanks dat het donker was kon ik alles nog perfect zien. Het maanlicht weerspiegelde in de rivier in het dal en alles was stil en rustig. Het enige geluid was dat van de rivier beneden en de wind die door de bomen waaide. Ik zuchte even en liep naar mijn kast om een nieuwe nachtjurk te pakken. Ik plukte er een uit de kast en liep weer naar mijn bed. Ik dacht na over wat ik had gedroomd. Ik had wel eens vaker van dit soort dromen gehad. Ik schudde mijn hoofd. Daar wilde ik nu even niet over nadenken. Ik ging mijn bed weer in en viel na een paar minuten in slaap

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen